Charles Picqué bij zijn afscheid: 'Ik ben linkser geworden'
'A llez," zegt Picqué in het achttiende-eeuwse salon met zicht op het Warandepark. "Stel u voor dat ik minister-president zou blijven. Dan zou ik in 2014 opnieuw de lijst moeten trekken voor de gewestverkiezingen en dan later ontslag nemen. Dat zou toch niet mooi zijn."
De wissel van de macht maakt de verkiezingen van 2014 wel spannend. Picqué heeft altijd een ruim deel van de Brusselse bevolking aangesproken. Zijn opvolger Vervoort moet nog bewijzen wat hij electoraal in zijn mars heeft. En er zijn kapers op de kust. De MR aast openlijk op het minister-presidentschap. Picqué: "De strijd tussen PS en MR zou er sowieso zijn geweest. Met of zonder mij, dat maakt niets uit."
En toch is het ontslag van Picqué een keerpunt in de geschiedenis van het Brussels Gewest. Picqué heeft een cruciale rol gespeeld in de gewestvorming. Hij werd in 1989 de eerste minister-president van het Gewest, toen het bij wijze van spreken nog moest worden uitgevonden. Hij zou daarna nog drie Brusselse regeringen leiden.
Ook de laatste regering was een bijzonder belangrijke, vindt Picqué, omdat er beslissingen zijn genomen over de nieuwe institutionele paden die het land zal inslaan. En daarbij is een bijzondere rol weggelegd voor Brussel.
De staatshervorming heeft ook de Franstaligen verplicht om na te denken. De federatie Wallonie-Bruxelles werd opgericht. Dat ging niet zonder slag of stoot.
Picqué: "De federatie is opgericht om de samenwerking tussen Wallonië en de Franstalige Gemeenschapscommissie Cocof vorm te geven. Maar om eerlijk te zijn: ze had ook een andere bedoeling, namelijk het Gewest bevestigen als deelstaat. Ook aan Franstalige zijde zit niet iedereen op dezelfde lijn over de toekomst van België en zijn er voorstanders van een sterke Franse Gemeenschap. Daar hebben we komaf mee gemaakt. De federatie legt het zwaartepunt bij de gewesten."
"Het is niet alleen een intra-francofoon verhaal. Het is ook een boodschap aan Vlamingen die uit zijn op institutionele avonturen, die van Brussel een aanhangsel willen maken van Vlaanderen."
"Dit gezegd zijnde zie ik Brussel toch vooral als knooppunt en niet als knelpunt. Niets staat het Brussels Gewest in de weg om ook met Vlaanderen samen te werken. We hebben onlangs een protocolakkoord ondertekend tussen de drie gewesten over ruimtelijke ordening."
Voor sommigen is de toekomst van Brussel die van de volledige autonomie, desnoods als fiscaal paradijs. Akkoord?
Picqué: "Neen. Daarvoor is de verwevenheid tussen de Rand en Brussel te groot. Brussel heeft de Rand nodig, en de Rand heeft Brussel nodig. Als een bedrijfsleider zich met zijn onderneming in het Brusselse wil vestigen en het Gewest kan hem geen terrein aanbieden, dan is het toch beter dat hij zich in de Rand vestigt dan dat hij naar het buitenland trekt. Brussel en de Rand moeten de krachten bundelen, om de concurrentie te aan te gaan met andere rijke regio's in Europa. De metropolitane gemeenschap die wordt opgericht, is daarom een belangrijke stap vooruit."
"Een onafhankelijk Brussel zal voor onbestuurbaarheid zorgen, al was het maar door de onderlinge concurrentie. Daarnaast zal de prijs die Brussel moet betalen om als fiscaal paradijs te kunnen functioneren, enorm zijn. Niemand in Vlaanderen en Wallonië zal aanvaarden dat Brussel als enige de volledige winst opstrijkt van de economische welvaart van dit Gewest."
"Los hiervan: irrationaliteit maakt deel uit van de politiek en je kan nooit voorspellingen doen. Ik heb de toespraak van Gerolf Annemans van het Vlaams Belang van enkele maanden geleden gelezen. Hij geeft daarin toe dat Vlaanderen niet zonder Brussel kan. Vlaanderen zal Brussel niet snel opgeven. Het Vlaams Belang wil de hoofdstad zelfs inlijven."
Een ander model bestaat erin Brussel door Vlaanderen en Wallonië te laten besturen. Tegen dat model heeft u zich altijd met hand en tand verzet. Waarom?
Picqué: "Het is een doembeeld. Het ontneemt de Brusselaars het recht om het eigen Gewest te besturen in lijn met hun behoeften. Wat zal er gebeuren in een model van co-bestuur? Walen en Vlamingen zullen investeren in strategische zones die fiscaal en economisch interessant zijn. Arme wijken in Brussel zullen aan hun lot worden overgelaten."
"We kunnen een parallel trekken met vandaag. Er is géén medebeheer en wat stellen we vast? Vlaanderen en de Franse Gemeenschap slagen er nu al niet in voldoende te investeren in de materies waar ze voor bevoegd zijn, zoals onderwijs."
"Daarnaast is het ook een principiële kwestie. Co-bestuur betekent dat Brusselaars niet op dezelfde voet behandeld worden als Walen en Vlamingen. Dat is onaanvaardbaar, ik ben Waal noch Vlaming."
Het Gewest bestaat bijna 25 jaar. Is de Brusselse identiteit vandaag robuust genoeg om een versterking van het Brussels Gewest te verantwoorden?
Picqué: "Dat was het verwijt van Annemans. Brussel heeft er alles aan gedaan om een sterke Brusselse identiteit te creëren. Ook uit peilingen blijkt dat Brusselaars zich Brussels voelen. Dat is ook logisch: wie zich bedreigd voelt, gaat zich sterker identificeren met zijn lotgenoten."
Dat is ook wat het nationalisme kenmerkt.
Picqué: "(fel) Het nationalisme is een ideologie ten dienste van een vijandig project, gericht tegen de anderen. Ik denk niet dat de burgemeester van Gooik verwacht dat Brusselaars van plan zijn om zijn gemeente te veroveren met een vijandig leger. En is een nationalist niet vijandig ingesteld, dan plooit hij zich op zichzelf terug. Dat is niet wat de Brusselaar kenmerkt. Die staat open voor de andere."
Wordt die gemeenschappelijke stedelijke identiteit niet bedreigd door godsdiensten die zich steeds meer openbaar manifesteren?
Picqué: "Godsdienst is maar één component van die Brusselse heterogeniteit. Ook sociaal, op vlak van taal of culturele achtergrond is de Brusselse bevolking heel divers. Een laaggeschoolde uit de Marollen of een welgestelde uit Bosvoorde hebben weinig met elkaar te maken. Dus bestaat er inderdaad een risico van verbrokkeling en onderlinge spanningen. Daarom zijn er sociale liften nodig."
U bent in de Cocof bevoegd voor sociale cohesie.
Picqué: "Ik heb een voorontwerp van decreet over inburgering ingediend. Die zal niet verplicht zijn. Ik ben daar voorstander van, maar alleen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is daartoe gemachtigd. Er hangt wel een enorm prijskaartje aan vast. Alleen om taalcursussen te organiseren voor alle nieuwkomers, hebben we 20 miljoen euro per jaar nodig."
"Ik was een van de eerste om aandacht te vragen voor integratie. Dat was in het begin van de jaren negentig. Vandaag zie ik dat politici die vroeger terughoudend waren tegenover een verplichte inburgering, daarop terugkomen. Dat is een geruststellende evolutie. We hebben een historische fout begaan door de stroom van migranten zonder enige begeleiding in ons land op te vangen. De immigratie werd alleen vanuit een economisch perspectief benaderd."
Uw aandacht hiervoor in de vroege jaren negentig verklaart wel waarom u al snel in het rechterkamp van de PS werd geplaatst.
Picqué: "Nochtans hield ik alleen rekening met de realiteit op het terrein. Bezig zijn met sociale cohesie of veiligheid, is geen ideologische keuze maar komt voort uit een bezorgdheid voor de bevolking. Veiligheid is een waarde van links. Het is niet de inwoner van Knokke die het meest te lijden heeft onder criminaliteit."
Minster Guy Vanhengel (Open VLD) zegt: Picqué est un libéral refoulé.
Picqué: "Dat is toch ongelooflijk! Hij schept er genoegen in, maar heeft ongelijk. Ik nodig hem uit om naar mijn 1-mei-toespraak te komen luisteren."
Maar bent u een echte socialist?
Picqué: "Ik ben een sociaal-democraat, geen marxist."
In tegenstelling tot Philippe Moureaux, die jarenlang misschien wel de echte baas was van de PS in Brussel.
Picqué: "Philippe en ik hebben moeilijke gesprekken gehad, maar er bestond een complementariteit tussen ons. Ten tweede was er wederzijds respect. Hij luisterde naar mij, ik luisterde naar hem. Wij hebben altijd het doel vooropgesteld. Persoonlijke animositeit was daaraan ondergeschikt."
"Mijn sociaal-democratisch engagement heb ik gehaald uit het SPD-congres in Bad Godesberg (Duitsland) van eind jaren vijftig. De congresteksten zeggen: ja aan de vrije markt, maar onder toezicht van de overheid."
"Het verklaart waarom ik de laatste tijd linkser ben geworden. Het is duidelijk dat de markt te veel vrij spel heeft gekregen. De overheid slaagt er niet in om de kwalijke gevolgen van de mondialisering in toom te houden. De sociaal-democraten mogen niet zwichten voor het gewicht van de marktlogica. Dit gezegd zijnde: het marxisme biedt geen oplossing. Dat heeft de geschiedenis bewezen."
Vrijemarktdenken speelt ook in de ruimtelijke ordening in Brussel. De woontoren van Atenor aan het kanaal komt er alleen omdat de promotor dat gewild heeft.
Picqué: "Niet mee eens. We hebben een waaier aan instrumenten uitgebouwd om de vastgoedmarkt te controleren. Promotoren beklagen zich daarover. Er is sprake van een totale omwenteling in de Brusselse ruimtelijke ordening. In de eerste legislatuur hebben we alles op alles gezet om de dominantie te breken van de kantoormarkt op de woningmarkt. Tal van woningen werden immers ingepalmd door kantoren. Let op: we namen die beslissing toen de stadsvlucht nog aan de gang was!"
"We zijn in ons opzet geslaagd. Niet alleen is de woonmarkt nu beschermd, we hebben ook de ongebreidelde kantoormarkt kunnen intomen. Dat was nodig. Op een bepaald moment waren er aanvragen voor 1,2 miljoen vierkante meter nieuwe kantoren. Dat stemde hoegenaamd niet overeen met de vraag. Hadden we toen niet ingegrepen, dan zaten we nu met een enorme vastgoedcrisis."
Er wordt vandaag massaal bijgebouwd. Kan Brussel dit wel aan?
Picqué: "Er is geen alternatief. En verdichting hoeft niet slecht te zijn. Door in de hoogte te bouwen komt er aan de grond openbare ruimte vrij. De hamvraag is: waar? We moeten daarbij rekening houden met het landschap, met de bereikbaarheid en met andere factoren."
Heeft u het belang van mobiliteit niet onderschat?
Picqué: "We brengen het nu meer in rekening, maar een onderschatting is er nooit geweest. Openbaar vervoer kost handenvol geld. En in vergelijking met andere grote steden in Europa ligt onze investeringscapaciteit een stuk lager. Zelfs na de herfinanciering van Brussel."
Brussel wordt bevoegd voor kinderbijslag. Zal dat instrument worden ingezet om de demografie te beïnvloeden?
Picqué: "Neen. Ons strijdpunt was te vermijden dat Brussel een subnationaliteit zou moeten invoeren (twee systemen van kinderbijslag, naargelang de taal die de inwoner spreekt, SVG/DV). Het was een onderhandeling in een bittere sfeer. CD&V was gekant tegen een overheveling naar het Brussels niveau, al heb ik nooit begrepen of het om communautaire redenen was, of omdat CD&V vreest dat Brussel nu een gezinsbeleid zal kunnen voeren. Ik denk voorts dat we voor een lange periode de huidige barema's van de kinderbijslag moeten behouden."
Waarom wordt de bevoegdheid dan overgeheveld?
Picqué: "Die vraag moet u aan Vlaanderen stellen. Wij hebben die overheveling niet gewild."
Het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling is klaar, maar er rijzen twijfels of het nog deze legislatuur definitief goedgekeurd kan worden.
Picqué: "Ik heb mijn werk gedaan. Het GPDO is ingediend. Het is nu aan mijn opvolger om een goedkeuring van de regering te krijgen. Daarna moet het in openbaar onderzoek. Vraag is of het een goed idee is om een openbaar onderzoek te organiseren een half jaar voor de verkiezingen. Soms lijkt het wel of de campagne nu al begonnen is. Het zou dus misschien niet slecht zijn om het openbaar onderzoek over de verkiezingen van mei volgend jaar te tillen, zodat het plan waar we hard aan gewerkt hebben niet gecompromitteerd geraakt door politieke egelstellingen in volle kiesstrijd."
Lees meer over: Politiek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.