De partijstandpunten over mobiliteit in Brussel
In hun verkiezingsprogramma's durft geen enkele politieke partij volop de kaart van de auto te trekken. Ook de liberale partijen tonen zich gematigd. Open VLD ziet de metro als enig alternatief voor de auto. Over die uitgebreide metro, met verlengingen richting Schaarbeek-Evere en Vorst-Ukkel, zijn de meeste partijen het ook eens. Alleen N-VA en Groen! zijn wat voorzichtiger: N-VA wil eerder meer tramlijnen omdat die goedkoper zijn, en Groen! wil dat eerst het GEN (Gewestelijk Expresnet) volledig wordt afgewerkt, en desnoods uitgebreid, vooraleer er meer metro kan komen. Voor de meeste partijen moet het GEN overigens meer Brusselse haltes krijgen, zodat niet alleen pendelaars, maar ook stadsbewoners er gebruik van kunnen maken. Vlaams Belang ziet echter geen heil in het GEN: de partij vindt het voorstadsnet een mislukking nog voor het er is.
Alle partijen zijn het er roerend over eens dat openbaar vervoer de belangrijkste factor in de hoofdstad is. Velen gaan daarbij uit van de veronderstelling dat tegen 2020 het autoverkeer met twintig procent moet dalen. MR en LDD daarentegen gaan uit van een groei van het autoverkeer. MR merkt wel op dat er een mentaliteitswijziging nodig is: minder (kleine) verplaatsingen dienen met de auto te gebeuren. LDD en Vlaams Belang pleiten het sterkst voor het behoud van de auto. "Goed voor de economie," klinkt het bij LDD, "een realiteit," zegt VB.
Transferia, grote parkeerterreinen aan de stadsrand, zijn ook een veelvoorkomend thema. Op die parkeerterreinen kan de automobilist-pendelaar zijn auto kwijt, en overstappen op GEN, tram, metro of bus. CD&V, MR, LDD, Open VLD, N-VA, CDH, Vlaams Belang en PS zijn het erover eens dat dit een uitgekiende manier is om het stadscentrum te ontlasten. Het idee van overstappen aan de rand van de stad geldt overigens niet alleen voor mensen: heel wat partijen zien er ook een kans in om goederen makkelijker en milieuvriendelijker naar het stadscentrum te brengen. Voor CD&V is het vooral een manier om de haven op te waarderen. Vlaams Belang en N-VA melden dat ze de mogelijkheid van extra pijplijnen willen overwegen.
De zwakke weggebruiker is goed vertegenwoordigd in de programma's. SP.A, Groen!, Ecolo, CDH, CD&V en N-VA pleiten voor de toepassing van het STOP-principe bij openbare werkzaamheden en mobiliteitsplanning: eerst de stappers, dan de trappers, vervolgens het openbaar vervoer en dan pas het privévervoer (lees: de auto). Men is het erover eens dat de stad in de eerste plaats aan de voetgangers en fietsers is. Geen enkele partij spreekt dat openlijk tegen, op Vlaams Belang na. Enkele (met name CD&V en Groen!) nemen het beter laten respecteren en afdwingen van de verkeersregels dan ook op in hun programma. SP.A wil de lawaaierige quads laten verbieden in de stad.
Parkeren is ook een thema: Nederlands- en Franstalige partijen vinden dat er een algemene gewestelijke parkeerpolitiek gevoerd moet worden. MR ziet daarin een rol weggelegd voor de gemeenten, die weliswaar goed met elkaar en met het Gewest samenwerken om iedereen braafjes te laten parkeren.
PS vermeldt in haar programma duidelijk dat het openbaar vervoer nooit geprivatiseerd mag worden. Pro Bruxsel en CDH willen het dan weer gratis maken. PVDA+ wil goedkoper met bus, tram en metro rijden. Groen! tot slot pleit voor een stadstol voor auto's.
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.