Delpérée stapt dan toch op als voorzitter Kazachgate

Francis Delpérée (CDH) zal dan toch niet de parlementaire onderzoekscommissie naar de affaire-Chodiev voorzitten. Na heel wat politiek getouwtrek en zorgen over eventuele partijdigheid van Delpérée werd de CDH'er toch aangesteld als voorzitter van de commissie die het ontstaan van 'de afkoopwet' moet onder de loep nemen, maar hij beslist nu toch zelf om afstand te doen van het voorzitterschap.

De parlementaire onderzoekscommissie naar de affaire-Chodiev, in de volksmond "Kazachgate", moet zich onder meer buigen over de manier waarop de wet op de verruimde minnelijke schikking - de afkoopwet - tot stand is gekomen. Delpérée werd door zijn partij naar voor geschoven als voorzitter, maar later bleek dat Delpérée als toenmalig senator een van de ondertekenaars was van de reparatiewet die na de goedkeuring van de afkoopwet moest worden gestemd. Bovendien werd hij gedecoreerd door de Orde van Malta. Via die organisatie zou een aantal spilfiguren in het dossier met mekaar in contact zijn gebracht.

Partijen zoals N-VA hadden een probleem met het voorzitterschap van Delpérée en vreesden voor partijdigheid. Nadat Delpérée volledige transparantie beloofde, mocht de CDH'er dan toch aantreden als voorzitter. Maar Delpérée heeft nu echter beslist om dan toch af te zien van het voorzitterschap.

"Ik stel vast dat verschillende fracties de voorbije uren vraagtekens plaatsen bij mijn rol als voorzitter van de parlementaire onderzoekscommissie naar de verruimde minnelijke schikking. Ik stel vast dat mijn fractieleidster in de Kamer twijfels heeft geuit bij mijn capaciteit om voorzitter te zijn. Als gevolg daarvan, zie ik af van het voorzitterschap", aldus Delpérée.

Delpérée laat nog weten dat hij hoopt dat de werkzaamheden van de commissie zich binnen de gepaste termijn en met de gewenste sereniteit en ernst kunnen ontplooien.