"Ik denk dat we allemaal, ook ik, jarenlang een denkfout hebben gemaakt,” zegt minister van Werk en Economie Didier Gosuin (Défi) enigszins aangeslagen tijdens het interview. “We dachten dat we de mensen gelukkig konden maken met nieuwe parken en speelpleintjes voor de kinderen. We hebben ons vergist. Dat is uiteindelijk niet wat mensen hoop geeft.”
Didier Gosuin: 'We hebben ons vergist, ik ook'
Het gesprek met Gosuin vindt plaats op de dag na de aanslagen en was eigenlijk bedoeld om het met de minister te hebben over de Brussels Business Days.
Die workshops had Gosuin half maart in Thurn en Taxis georganiseerd om de reacties van de Brusselse ondernemingen te peilen op de hervormingen die hij wil doorvoeren: een bedrijfsvriendelijker klimaat voor kmo’s, een vereenvoudiging van de expansiesteun en een efficiëntere werking van de gewestelijke organisaties die de ondernemers moeten helpen. Het interview zou ook gaan over de Brusselse werkloosheid, die de jongste tijd voorzichtig afneemt.
Maar de aanslagen van 22 maart kwamen ertussen en plaatsten alles in een ander perspectief. Ook de positieve berichten over de werkloosheid. Die bedraagt immers nog altijd 18 procent, de jeugdwerkloosheid 26 procent. Gemiddeld zit een op de vier Brusselse jongeren zonder werk en in arme gemeenten als Molenbeek en Sint-Joost zelfs een op de drie.
Is er een link tussen de hoge jeugdwerkloosheid en moslimradicalisering?
Didier Gosuin: “Dat is moeilijk te zeggen, maar ik ben ervan overtuigd dat zaken als sectarisme en radicalisme een kans krijgen in een samenleving die geen hoop geeft aan mensen. Mensen hebben namelijk altijd de behoefte om ergens in te geloven, ook al is het een leugen. De beste wapens tegen radicalisme en extremisme zijn onderwijs, vorming, stages, persoonlijke begeleiding van werklozen. De Brusselse overheid heeft die zaken jarenlang verwaarloosd, in elk geval niet krachtdadig aangepakt. Er is bijvoorbeeld onvoldoende in het Franstalig onderwijs geïnvesteerd en dat is de fout van de Franstalige partijen.”
Politici keken de andere kant op. Hoe kon dat gebeuren?
Gosuin: “Ik denk dat we met zijn allen een grote denkfout gemaakt hebben, ik ook toen ik destijds in de regering zat. Ik had onder meer Leefmilieu als bevoegdheid en dacht dat we door mooie parken te maken de mensen gelukkiger zouden maken, een ander dacht dat hij pleinen moest renoveren en aan stadsvernieuwing doen. Maar dat is uiteindelijk niet wat mensen hoop geeft."
"We hebben veel geld uitgegeven opdat de jongeren in de wijken basket konden spelen en zich niet zouden vervelen. Maar opnieuw, dat is een paternalistische visie, het geeft geen hoop, je kan niet tot je zeventigste blijven basketten. Natuurlijk moesten er sommige renovaties gebeuren, maar intussen waren we blind voor de morele schade die in de wijken werd aangericht: een hele groep jongeren, een stuk van de bevolking die afhaakte en zich afkeerde van de samenleving.”
U zegt dat de politici, uzelf incluis, beter minder ‘leuke’ dingen hadden gedaan en meer ‘noodzakelijke’?
Gosuin: “Inderdaad, minder ‘leuke’ dingen oftewel zaken die politiek gezien minder sexy zijn. Een park inhuldigen is sexy: glaasje drinken, mooie foto’s maken, minister tevreden. Maar ervoor zorgen dat een jongere een diploma heeft en een doel in zijn leven, dat is iets dat je niet zomaar even snel kan inhuldigen.”
Voor de Brusselse handelaars en hotelsector zijn de aanslagen een nieuwe tegenslag.
Gosuin: “Ik ben in ieder geval blij dat we niet de vergissing van vier maanden geleden hebben begaan. We hebben begrepen dat een complete lockdown niet de goede aanpak is. We moeten tonen dat het leven doorgaat, dat we niet toegeven aan terreur en angst. Natuurlijk heerst er een klimaat van ongerustheid in de stad, maar dat is niet alleen zo in Brussel. Ook andere bestemmingen kampen ermee. Tunesië, Egypte, de grote steden, waar kan je nog veilig naartoe?”
De handelaars hebben de jongste tijd al zoveel voor de kiezen gekregen. Behalve de lockdown in november was er de voetgangerszone, daarna kwamen de tunnels. Ondertussen is er ook de dreigende concurrentie van de shoppingcentra.
Gosuin: “Voor hen is het een cumul van maatregelen en gebeurtenissen en men gaat soms te veel uit van het standpunt: de handel redt het wel, de handel past zich altijd aan. We zullen er zeker voor moeten waken dat het centrum zijn ziel niet verliest door de opening van winkelcentra aan de rand. Ik ga nog deze legislatuur werk maken van een ontwikkelingsschema voor de handel. Zodat we een stand van zaken hebben en weten waar we moeten investeren en welke handelskernen versterking nodig hebben."
"Maar ik ga daar niet in aankondigen dat bijvoorbeeld Docks of Neo niet zullen doorgaan. Docks staat er al bijna, Neo is een erfenis van de vorige regering. Die shoppingcentra komen eraan, dat is de realiteit. De winkels in het centrum zullen zich nog extra moeten aanpassen, ze moeten laten zien dat ze het verschil maken, dat ze uniek en bijzonder zijn.”
De handelaars zouden steun moeten krijgen van Atrium, maar de samenwerking tussen dit gewestelijk agentschap en de gemeenten verloopt niet altijd optimaal.
Gosuin: “Klopt, maar ik heb nu een beheerscontract gemaakt waarbij Atrium verplicht wordt om met de negentien gemeenten een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten. Het overleg hierover met de Stad Brussel is moeilijk verlopen, maar ze zijn nu toch aan het landen. De Stad heeft door dat het weinig zin heeft dat de Brusselse structuren elkaar onderling beconcurreren. Voordien handelde ze altijd op eigen houtje, zonder het advies van Atrium te vragen.”
U wilt niet alleen de slagkracht van Atrium vergroten, maar ook die van de andere gewestelijke organisaties die de Brusselse bedrijven begeleiden, Impulse Brussels, Citydev, Finance.Brussels, Brussels Invest&Export. Waar zit het probleem?
Gosuin: “De ondernemers vinden het niet overzichtelijk. Ze willen één gesprekspartner. Ook is gebleken dat slechts een minderheid van de bedrijven een beroep doet op onze diensten. Of het nu gaat om begeleiding, het vinden van bedrijfsruimte of financiering, de meeste ondernemers lossen het zelf op. Het heeft dus geen zin dat we ons met onze hulp en adviezen richten tot alle ondernemers."
"We moeten onze aandacht meer toespitsen op wie de steun van het gewest werkelijk nodig heeft. Zo wenden de meeste ondernemers zich voor de financiering van hun bedrijf tot hun bank. Wie ons echt nodig heeft, zijn de mensen die op de zwarte lijst staan en dus geen toegang hebben tot de bank. Ook ons gewestelijk waarborgfonds is van onmiskenbaar belang: de ondernemer leent bij zijn bank, maar het gewest verleent de waarborg.”
Klopt het dat voor het vinden van bedrijfsruimte slechts zes procent van de ondernemers een beroep doet op Citydev?
Gosuin: “Ja, de meesten kloppen aan bij hun vastgoedmakelaar of zoeken zelf via internet. Daarom moet Citydev bedrijfsruimte aanbieden die moeilijker te vinden is op de privémarkt. Geen kantoren, die zijn er in overvloed, maar wel bijvoorbeeld coworkingspaces of, zoals in het nieuwe kmo-park Newton, kleine modules voor productie- of logistieke bedrijfjes. Het heeft ook niet zoveel zin zich te richten op grote, sterke bedrijven als Decathlon of bpost. Dergelijke bedrijven vinden op eigen kracht wel de geschikte terreinen."
"Onze taak is meer om kleine ondernemingen een plek te geven in de stad. De Brasserie de la Senne is een goed voorbeeld, jonge ondernemers met weinig middelen en een sympathiek product. Aanvankelijk brouwden ze buiten Brussel, maar ondertussen zitten ze in de stad en willen ze uitbreiden. Binnenkort kunnen ze terecht op een terrein van de haven aan Thurn en Taxis. Het zou niet logisch zijn als ze hun Brusselse bieren opnieuw in Vlaanderen of Wallonië moesten brouwen.”
En dan rept de minister zich naar de andere kant van de stad, voor de officiële minuut stilte van de regering, samen met mensen van de MIVB.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.