De PTB is niet langer de kleine partij om in de gaten te houden, maar speelt vandaag volop mee in de strijd om het leiderschap in Brussel. Dat zal de regeringsvorming na de verkiezingen van 2024 niet makkelijker maken. “Voor het eerst sinds 1989 kan de PS uit de boot vallen,” zegt politoloog Pascal Delwit.
| De Franstalige kopstukken van de Franstalige partijen in Brussel: Sophie Wilmes (MR), Zakia Khattabi (Ecolo), Françoise De Smedt (PTB) en Rudi Vervoort (PS.)
Binnen een jaar trekken we opnieuw naar de stembus. Nog voor de campagne in september echt losbarst, zijn de partijen al volop bezig om hun posities in te nemen. Na de analyse van de Nederlandstalige partijen, nemen we vandaag de Franstalige partijen onder de loep.
Peilingen zijn maar peilingen, zeker in Brussel, waar de steekproef erg klein is. En er kan nog van alles gebeuren voor het verkiezingen zijn over exact een jaar. Dat zegt zowel Pascal Delwit (ULB) als Jean Faniel (Crisp), die beiden de Brusselse politiek nauwlettend in de gaten houden. Maar dat de PTB meespeelt in de strijd om het leiderschap in Brussel staat nu wel vast, zeggen beide politologen.
De opmars van de marxistische partij lijkt niet te stuiten. Bij de verkiezingen in 2019 haalde PTB zo’n dertien procent van de stemmen, vandaag zit ze met achttien procent in de peilingen en meer, mee in de electorale wedstrijd, samen met de drie meer klassieke partijen: PS, MR en Ecolo. Die halen, de foutenmarge in acht genomen, alle vier ongeveer evenveel stemmen in de peilingen.
Faniel en Delwit zijn niet verbaasd over het succes van de marxistische partij. “De PTB kan in Brussel stemmen halen bij drie groepen,” analyseert Delwit. “De traditionele arbeiders, de proteststem en de jonge Brusselaar met migratieroots. Dat is niet alleen in Brussel. We zien dat ook in een stad als Antwerpen.”
Zuiver
De partij is erg actief in de Brusselse wijken, met niet alleen de klassieke sociale media, maar ook whatsappgroepjes, waar, onder de radar, campagne mee wordt gevoerd. En er zijn ook de twee huisartsenpraktijken van geneeskunde voor het volk, en een goeie inbedding bij MIVB en de Brusselse gezondheidssector.
Volgens Faniel haalt de PTB haar electorale kracht op de kruising van twee thema’s die maatschappelijk steeds meer van tel zijn: koopkracht en de legitimiteit van de politiek. “De aanval op de pensioenen van de parlementsleden is daar een goed voorbeeld van.” Het gaat over het machtsbehoud, over de lonen en de privileges. “Terwijl de PTB het zuiver kan spelen, want ze staan een groot deel van hun parlementaire loon af.”
“Op federaal vlak heeft Ecolo strijdpunten verloren, maar op regionaal vlak zie ik dat niet. Ecolo heeft nergens moeten inbinden”
De PTB speelt vandaag, in tegenstelling tot de vorige legislatuur, ook het puur parlementaire spel helemaal mee. Als harde oppositiepartij, maar soms, verbazingwekkend, ook constructief. En dan stemt de partij wetsvoorstellen mee met de meerderheid, zoals onlangs de ordonnantie over het verbod op uithuiszettingen. Dat is nieuw. In de vorige legislatuur bewoog de PTB zich wat onwennig in het parlement. De partij leek zich meer thuis te voelen in de wijken, tussen ‘het volk’. Vandaag is de partij een volwaardig deel van het parlementaire spel, terwijl de partij historisch antiparlementaire wortels heeft.
Faniel: “Het is wat PTB zelf straat-parlement-straat noemt. In die volgorde.” Het komt erop neer dat de partij de contestatie, het ongenoegen, in de wijken politiseert, en dan overbrengt naar het parlement, om er vervolgens terug mee naar de wijken te gaan.
En toch is de PTB niet van plan om voor regeringsdeelname te gaan. Dat besliste de marxistische partij op een congres in 2021. Ze hoopt in Brussel wel in één gemeente in een meerderheid te raken, maar de Brusselse regering? Die laat ze liever links liggen. Schrik om zich te verbranden, of er niet het politieke personeel voor te hebben. “De PTB wil het stap voor stap doen,” zegt Delwit.
Wat niet wil zeggen dat de partij geen invloed uitoefent op de Brusselse politiek. Ze heeft wat politologen ‘blackmail potential’ noemen. Hoe sterker de partij staat, hoe zwaarder die kan wegen op het beleid, ook vanuit de oppositie.
Machtsimperium
Zo is Delwit ervan overtuigd dat de PS het woonbeleid als departement heeft gekozen, met staatssecretaris Nawal Ben Hamou, precies om de opmars van de PTB te counteren. Het valt op: de PS voert vandaag op huisvesting een zeer linkse koers. Wonen speelde ook mee in de discussie over de friche Josaphat, waar de PS koste wat het kost woningen wil bouwen en er een regeringscrisis voor over had.
“De PTB kan stemmen halen bij drie groepen, de traditionele arbeiders, de proteststem en de jonge Brusselaar met migratieroots”
Zeker is dat de opmars van de PTB voor de PS hoogst oncomfortabel is. De partij is een zware concurrent op links, en de PTB aarzelt daarbij niet om onorthodox, noem het populistisch, uit de hoek te komen. Het leidt tot grote zenuwachtigheid op het hoofdkwartier van de PS. Het bedreigt de partij die al sinds 1989 ononderbroken aan de macht is in Brussel, en hier een heus machtsimperium heeft uitgebouwd.
Daar komt misschien een eind aan. Delwit sluit niet uit dat de PS voor het eerst sinds 1989 op de oppositiebanken belandt. “Natuurlijk gaat de PS er in haar verbeelding van uit dat ze weer aan de macht zal komen in 2024, maar dat is toch helemaal niet zo vanzelfsprekend. Als Ahmed Laaouej een goede voorzitter is, dan zal hij daar toch rekening mee moeten houden.”
De partij zet intussen alles op alles om opnieuw de eerste partij te worden, wat dan toch een soort initiatiefrecht geeft. Liever zelf de coalitie kiezen, dan te moeten wachten op een uitnodiging van een andere partij.
De factor ‘vrouw’
De PS wil dan liefst van al een zo links mogelijke regering in 2024. Dat is de marsrichting. Dus liever met Ecolo dan met MR. En zelfs met de PTB sluit de PS geen coalitie uit, zegt een hooggeplaatste PS’er. “Maar de PTB wil niet. In die zin is elke stem voor de PTB een weggegooide stem en dus eigenlijk een stem voor de MR,” zegt hij.
En toch heeft ook de PS zeker nog voldoende ijzers in het vuur. Ze hebben een plethora aan burgemeesters, onder wie Ahmed Laaouej, Philippe Close en Catherine Moureaux, en leveren ook minister-president Rudi Vervoort en federaal minister Karine Lalieux. “Voor mensen die de politiek niet zo goed volgen, heeft dat zeker een aantrekkingskracht,” zegt Jean Faniel.
“De PS is een partij die beleidsverantwoordelijkheid draagt, maar tegelijk ook kritiek niet schuwt voor de coalitiepartners, zoals Ecolo. Dat kan dus zeker werken,” gaat hij verder. “Nadeel is dat de PS niet met heel veel kan uitpakken. Op het vlak van huisvesting zijn er inderdaad wel stappen gezet, maar de PTB kan altijd wijzen op de enorme wachtlijsten voor de sociale woningen.”
Vraag is ook hoe de PS naar de kiezer trekt. Tot voor kort viel te horen dat minister-president Rudi Vervoort opnieuw de lijst zou trekken, en dan na een jaar het stokje zou doorgeven aan een opvolger. Maar de PS beseft vandaag dat het scenario om opnieuw de minister-president te mogen leveren verre van een certitude is.
Bovendien is er de factor ‘vrouw’. PS-voorzitter Paul Magnette weigerde onlangs om nog in debat te gaan op de televisie met alleen mannelijke partijvoorzitters. Met Rudi Vervoort voor de gewestverkiezingen, en Ahmed Laaouej voor de Kamer, zoals het scenario tot voor kort liep, zou de PS dus zelf twee mannelijke kandidaten naar voren schuiven. Dat is vandaag een no-go.
De Brusselse automobilist
Daarom is het idee gerijpt om de Brusselse lijst door een vrouw te laten trekken: Caroline Désir, vandaag minister in de Franse gemeenschapsregering. Ze heeft een mooi trackrecord, is juriste en tweetalig. Ridouane Chahid, burgemeester in Evere zou dan op de tweede plaats komen. Voor de Kamer kan Laaouej de lijst trekken, met minister van Pensioenen Lalieux op twee.
Bij de PS wuiven ze dit scenario af als speculatie. “We beslissen pas eind dit jaar,” zo klinkt het. Daarnaast zou ook de Brussele burgemeester Philippe Close ambitie hebben om de regionale arena te betreden. Afwachten dus.
Dat vrouwen een belangrijke rol kunnen spelen in de verkiezingen van 2024 is ook duidelijk bij de MR. Op federaal niveau kunnen ze Sophie Wilmès uitspelen, nog altijd een van de populairste politica’s, hoewel ze bijna volledig uit beeld is. En er is nieuwkomer Hadja Lahbib, minister van Buitenlandse Zaken. Zij zal vooral stemmen kunnen weghalen bij een vrouwelijk publiek uit de middenklasse, gelooft Pascal Delwit, wat vooral Ecolo pijn kan doen.
Delwit ziet echter ook een zekere bloedarmoede bij de MR. De partij heeft nog maar twee burgemeesters. En er is weliswaar een verjonging aan de gang, maar die is zeker nog niet voldragen. Tel daarbij stemmentrekster Alexia Bertrand die naar de Open VLD is getrokken, en het beeld kleurt niet zo rooskleurig voor de MR.
In 2019 zwoer David Leisterh, de nieuwe nummer één van de Brusselse MR, dat de partij meer aansluiting zou zoeken bij de diversiteit in Brussel, maar het is vooralsnog niet duidelijk of dat gelukt is.
Delwit vindt het alvast een vergissing van de MR om de kaart te trekken van de Brusselse automobilist. Dat is bijvoorbeeld duidelijk geworden in het potje armworstelen rond het autoluw maken van het Ter Kamerenbos, waar burgemeester van Ukkel Boris Dilliès (MR) deels ook zijn slag thuishaalde. “De MR onderschat de verwachtingen van de mensen die openbaar vervoer gebruiken, en de actieve weggebruikers. Ook daar speelt het vrouwelijke electoraat een rol. Bovendien: meer dan de helft van de Brusselse gezinnen heeft geen wagen,” zegt Delwit.
Represailles
En toch doet de MR het niet slecht in de peilingen. De partij haalt al een jaar een comfortabele twintig procent, en gaat erop vooruit, in tegenstelling tot in Wallonië. De kans dat de MR een rol zal spelen in de regeringsvorming van 2024 is niet gering. Nog een reden voor de PS om bloednerveus te worden.
Jean Faniel wijst er overigens op dat de periode tussen de gewestverkiezingen van 9 juni 2024 en de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 weleens heel bijzonder kan worden. “De lokale besturen spelen een belangrijke rol in de Brusselse politiek. Voor het eerst komen die ná de regionale verkiezingen. We weten uit het verleden dat represailles niet ongewoon zijn. Als een partij uit een coalitie vliegt, kan dat repercussies hebben in andere gemeenten. Daarom is het nog maar de vraag of er snel een Brusselse regering zal zijn, als daar risico’s aan verbonden zijn voor de gemeentelijke coalities.”
Dan is er nog Ecolo. De vierde partij in de strijd om het leiderschap. Zowel Faniel als Delwit gelooft dat er zeker een plaats is voor een ecologische partij in het Brusselse partijlandschap. A fortiori nu de klimaatopwarming en alle rampen die ermee gepaard gaan erg tastbaar aan het worden zijn.
Ecolo heeft het weliswaar moeilijk op federaal niveau, maar in Brussel speelt dat minder, vindt Jean Faniel: “Op federaal vlak heeft Ecolo twee van de traditionele strijdpunten verloren: de kernuitstap, en de wapenlevering aan Oekraïne. Dat kan hen zuur opbreken. Maar op regionaal vlak zie ik dat niet. Ecolo heeft nergens echt moeten inbinden.”
Faniel wijst ook naar de friche Josaphat. Ecolo heeft daar weliswaar geen slag thuisgehaald, maar het debat errond was heel erg polariserend, wat Ecolo de kans gaf om zich te profileren, als partij die het opneemt voor de biodiversiteit en het klimaat.
Ook Pascal Delwit gelooft dat er in Brussel met het thema klimaat stemmen te winnen zijn. “Zeker als dat het komende jaar de agenda mee bepaalt.” Zelfs Good Move, waar Ecolo en Groen mee in de moeilijkheden zijn gekomen door hevige protesten, kan hen positief worden aangerekend. “Ecolo moet hier vechten tegen de bashing, maar dat is niet noodzakelijk negatief. Want het betekent dat de partij juist ergens voor staat,” zegt Delwit.
Delwit gelooft wel dat de hoofddoekenkwestie, waar Ecolo een strijdpunt van heeft gemaakt, strategisch niet doordacht was. Ter herinnering: de Brusselse regering heeft de MIVB verboden om in beroep te gaan tegen een veroordeling voor het weigeren van een kandidate met hoofddoek. Delwit: “Natuurlijk had de MIVB in beroep moeten gaan. En dat zeg ik los van enige morele stellingname. Twee, Ecolo kan hier weinig electoraal voordeel uit halen, omdat het kiespubliek van de groenen niet de traditionele moslima is, maar eerder een hoogopgeleid publiek”
Trubbels
Hoe Ecolo zich zal positioneren in 2024 is voor Delwit noch voor Faniel helemaal helder. Zakia Khattabi was als federaal minister van Klimaat en Leefmilieu tamelijk onzichtbaar en Alain Maron sleept nog altijd de gevolgen mee van een desastreus coronabeleid. Toch is de kans groot dat zij beiden de aanvoerder zullen zijn voor Ecolo in 2024. De partij heeft verder zeker nog een rits goede parlementariërs, en is voor het eerst ook goed ingebed in de Brusselse gemeenten, maar grote stemmentrekkers zitten daar niet bij.
Het valt ook op dat Ecolo voor de gemeenteraadsverkiezingen wel al overal de lijsttrekkers aan het positioneren is. Dat zal de puzzel voor de gewestverkiezingen wellicht vergemakkelijken. Van parlementslid Magali Plovie weten we intussen dat zij naar het Grondwettelijk Hof trekt.
En zo komen we bij Défi, die als vijfde, kleinere, partij kingmaker kan zijn bij een toekomstige regeringsvorming. Défi is een vrij stabiele partij in de peilingen, maar lijkt toch stemmen te verliezen. De partij staat lokaal sterk, met drie burgemeesters, maar de vraag is of voorzitter François De Smet de touwtjes strak genoeg in handen heeft. De voormalige voorzitter Olivier Maingain treedt nog geregeld op als schoonmoeder, en meer bepaald rond het onverdoofd slachten zat Maingain op ramkoers met de zeer vrijzinnige De Smet.
Faniel ziet ook niet echt waar Défi mee kan uitpakken, als regeringspartij. En dan zijn er nog de trubbels met schepen Michel De Herde in Schaarbeek, die beschuldigd wordt van aantasting van de seksuele integriteit. Zolang er geen proces is, zullen die problemen nog wel even aanslepen.
Over het lot van Les Engagés zijn Faniel en Delwit duidelijk. De christendemocratische partij vecht voor haar overleven. En dat is toch een spectaculaire neergang voor een partij die zo belangrijk is geweest in de Belgische politieke geschiedenis. “Was het vroeger de vraag of ze deel zou uitmaken van een regering,” zegt Faniel, “dan is het nu de vraag of de partij nog de kiesdrempel zal halen.”
Les Engagés heeft de leegloop voorlopig kunnen stoppen, en pakt uit met Christophe De Beukelaer en Yvan Verougstraete. Afwachten of dat zal volstaan om in Brussel nog een zetel te veroveren.
Lees meer over: Brussel , Politiek , gemeenteraadsverkiezingen , gewestverkiezingen , Franstalige partijen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.