Einde opdracht voor tijdelijke commissie Terrorismebestrijding

De tijdelijke commissie Terrorismebestrijding die was opgericht na de aanslagen van 2015 in Parijs, stopt ermee. Dat heeft de Conferentie van Voorzitters van de Kamer begin deze maand beslist. Voorzitter Koen Metsu (N-VA) bevestigt: "de opdracht van de commissie is afgerond, het nodige inhaalmanoeuvre gebeurd."

De commissie zag het levenslicht na de aanslagen in de Franse hoofdstad van 13 november 2015. Ze moest het wetgevend werk van alles dat met terreur te maken heeft, op zich nemen. En dat "inhaalmanoeuvre" zoals Metsu het noemt, is nu gebeurd. "Dat de commissie zou stoppen, was trouwens al eerder de afspraak", zegt het N-VA-Kamerlid. "Het was een tijdelijke commissie."

Metsu verwijst ook naar de recente beslissing van het OCAD om het dreigingsniveau in ons land terug te brengen van 3 naar 2. "Het moment was gekomen", zegt hij.

De commissie Terrorismebestrijding behandelde onder meer de wetteksten over de nachtelijke huiszoekingen, de anonieme prepaid simkaarten en de verlenging van de grondwettelijk bepaalde aanhoudingstermijn naar 48 uur. Dat laatste had voor premier Charles Michel eigenlijk verlengd moeten worden van 24 tot 72 uur, maar daar was in de commissie geen tweederdemeerderheid voor.

In een tweede fase onderzochten de parlementsleden het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen in Brussel van maart 2016, maar daarin stonden volgens Metsu "geen wetsvoorstellen die puur gerelateerd zijn aan terrorisme". De aanbevelingen uit het rapport moeten nu naar de vaste commissies, zoals Binnenlandse Zaken of Justitie.

Metsu benadrukt dat er nog heel wat werk op de plank ligt inzake terreurbestrijding. "De opdracht van de commissie is nu afgerond, maar het werk in het algemeen nog niet. We moeten zeker nog maatregelen tegen terreur treffen, maar daar is nu opnieuw tijd voor binnen de geijkte commissies."