Helft studenten tekent België met taalgrens

Onderzoeker in de politieke wetenschappen Min Reuchamps (UCL) vroeg aan 5.000 eerstejaarsstudenten van Vlaamse, Waalse en Brusselse universiteiten en hogescholen om België te tekenen. "Zo kunnen we begrijpen hoe de burgers die het België van morgen moeten uittekenen, hun land zien", stelt hij.

Het onderzoek werd afgenomen in het najaar van 2010. 44,5 procent van de respondenten was Nederlandstalig, 55,5 procent Franstalig. Reuchamps stelde hen ook enkele vragen over hun kennis van het land en hun politieke voorkeuren.

Van die studenten koos 90 procent voor een kaart om België voor te stellen. De anderen kozen voor bijvoorbeeld een vlag, een pak friet, een kathedraal of gewoon een vraagteken.

Wie toch voor een kaart opteerde, trok daar in zowat de helft van de gevallen de taalgrens erbij. In een op twee tekeningen wordt Brussel aangeduid, maar niet altijd even correct: achttien procent van de studenten legt Brussel precies op de taalgrens of er tegenaan.


Een kwart van de studenten koos voor een kaart met een correcte weergave van de ligging van Brussel. Iets minder dan 9 procent duidt de Duitstalige gemeenschap aan op de kaart.

Wie de taalgrens en Brussel correct plaatst, heeft volgens het onderzoek een goede kennis van het Belgische politieke leven, en heeft een sterkere gewestelijke identiteit dan de anderen. Wie zich vooral identificeert met België, kiest eerder voor een kaart met zo weinig mogelijk grenzen.

In twee procent van de tekeningen werd een boodschap voor de eenheid van België op het blad geschreven; in een procent liet de student een voorkeur blijken voor het opsplitsen van het land.