Het Brussels Parlement heeft in een plenaire vergadering het ontwerp van ordonnantie goedgekeurd dat de huurwetgeving hervormt. Voor de oppositie en de Brusselse huurdersbond is de nieuwe wetgeving op een aantal punten echter nog te vrijblijvend, en beschermt hij de kwetsbare huurder onvoldoende.
‘Huurder onvoldoende beschermd in nieuwe huurwet’
Sinds de zesde staatshervorming is huurwetgeving overgeheveld naar de gewesten. Brussel is het eerste van de drie gewesten dat een ordonnantie voor een eigen huurwetgeving heeft goedgekeurd. De tekst, een belangrijk wetgevend stuk voor de toekomst, is dinsdag gestemd in de plenaire vergadering met 59 stemmen tegen 3 met 17 onthoudingen.
De nieuwe wetgeving is toegespitst op specifiek Brusselse fenomenen. Zo wordt het gemakkelijker voor huurders om van medehuurder te wisselen, in het kader van co-housing. Voor mensen die samen een huis huren wordt het dus gemakkelijker om een nieuwe huurder te zoeken, en de vertrekkende huurder heeft een opzegtermijn van twee maanden. Voor studenten geldt diezelfde flexibiliteit.
Discriminatie
Op een aantal andere punten is de nieuwe huurwetgeving volgens oppositiepartijen PVDA en Groen én de Brusselse huurdersbond (BBRoW) nog te vrijblijvend. Zo vindt de PVDA vindt dat de nieuwe huurwet te weinig doet tegen discriminatie; er zijn bijvoorbeeld geen praktijktests in de ordonnantie opgenomen, en huisbazen mogen nog altijd vragen naar het salarisstrookje.
Ook de huurdersbond vindt dat de veelheid aan gevraagde documenten (arbeidsovereenkomst, bewijs van betaling van huur van de vorige eigenaar, loonfiche) discriminatie in de hand werkt. "De Brusselse regering kan ook via een standaarddocumenten de inhoud en de vorm van de gevraagde gegevens bepalen," klinkt het.
Kortere contracten
Waar het verlengen van een huurovereenkomst voorheen kon leiden tot een overeenkomst van negen jaar, is die zekerheid in de nieuwe huurwet ontmanteld. “De verhuurder kan binnen de nieuwe huurwetgeving drie jaar lang kortetermijncontracten voorstellen. Dat is een uitholling van de bescherming van de huurder,” zegt Arnaud Verstraete (Groen).
De huurdersbond vreest dat de korter durende contracten kunnen zorgen voor een stijging van de huurprijzen, aangezien die vaak plaatsvinden tussen het ene en het volgende contract.
Waarborgfonds
Daarnaast is het al eerder beloofde gewestelijk huurwaarborgfonds dat huurders met een klein vermogen bijstaat om de twee maanden huurwaarborg te betalen, voor Groen nog te weinig concreet gemaakt. “Er is nog geen basis gelegd voor een universeel Huurwaarborgfonds. Dit zou voor zowel huurders als verhuurders een verbetering zijn, maar de meerderheid is er blijkbaar nog niet klaar voor,” betreurt Verstraete.
Rooster voor huurprijzen
De meerderheid heeft daarnaast gekozen voor een niet-verplichtend rooster voor de huurprijzen, dat op termijn kan worden gekoppeld aan een paritaire huurcommissie. Over die paritaire commissie, die voor de helft uit verhuurders en voor de andere helft uit huurders bestaat, is in de ordonnantie nog niets concreet gemaakt. Voor PVDA en Groen is die belofte dan ook te vrijblijvend.
De huurdersbond sluit zich daarbij aan, en noemt het 'indicatieve rooster' geen vooruitgang. "Het geeft de huurder geen 'macht' om te onderhandelen en kan zelfs de huurprijs doen stijgen," vreest de bond.
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.