Interview met Picqué: 'Ik heb geen heimwee naar België'
Lees ook: Vacatures bij de PS
V oor de Brusselaars was 1989 een bijzonder jaar. De hoofdstad kreeg toen een eigen statuut, zoveel jaar na Vlaanderen en Wallonië.
Het waren boeiende tijden voor parlement en regering. Er moesten nieuwe gewestinstellingen uit de grond worden gestampt, wetten worden geschreven en aangenomen. De eigen bevoegdheden moesten worden ingevuld. Het was Picqué I die dit allemaal in goede banen moest leiden.
Meer dan twintig jaar later zit het Brussels Gewest in het oog van de storm. "Ik wist al lang dat er een grote staatshervorming op til was," zegt Charles Picqué daarover. "Sinds de resoluties van het Vlaams parlement uit 1999 was het overduidelijk dat Vlaanderen met Brussel een andere richting uit wou."
Die staatshervorming is er nog niet. Verzwakt uw vertrek de positie van Brussel in de onderhandelingen niet?
Charles Picqué: "Helemaal niet. Ik ben niet van plan om te vertrekken vóór de onderhandelingen zijn afgerond. Daarnaast wil ik nog een aantal grote dossiers afwerken. De richtplannen voor Schaarbeek-Vorming, Delta en Heizel bijvoorbeeld, het demografisch bestemmingsplan, het pact voor economische groei en het plan voor duurzame ontwikkeling."
"De aankondiging van mijn vertrek heeft overdreven veel aandacht gekregen. Ze heeft nochtans maar één bedoeling: mijn opvolging voorbereiden. Het zou niet goed zijn om plots afscheid te nemen als er niemand klaarstaat om de fakkel over te nemen."
"De beslissing over mijn opvolging hangt nauw samen met de gemeenteraadsverkiezingen (in oktober 2012, SVG/DV). Er zijn talentvolle kandidaten genoeg, maar het maakt een verschil of iemand een carrière in de gemeentelijke of in de gewestelijke politiek ambieert. Die keuzes moeten ze de komende maanden voor zichzelf kunnen maken."
In uw toespraak op het Irisfeest pleitte u voor een région à part entière. Legt u eens uit?
Picqué: "Er is vooreerst de constitutionele autonomie die Brussel zou moeten krijgen. Dat is veeleer een symbolische kwestie, ze is van ondergeschikt belang. Belangrijker zijn de eventuele federale bevoegdheidsoverdrachten. Als de federale bevoegdheden in Brussel voortaan beheerd zouden worden door de twee gemeenschappen, dan zou dat betekenen dat Brussel niet langer als een volwaardig gewest kan worden beschouwd. Het medebeheer van Brussel door Vlamingen en Walen is strijdig met de belangen van de Brusselaar. Dat hebben we gezien in het verleden, vóór de oprichting van het Brussels Gewest."
"Maar er is meer. Een stad besturen doe je het best vanuit één globaal beleid. Als de gemeenschappen meer bevoegdheden krijgen in Brussel, dan zal dat een coherent beleid in de weg staan. Wat ik niet begrijp, is dat Vlamingen aan de ene kant pleiten voor een overheveling van gemeentelijke bevoegdheden naar het Gewest - om de versnippering tegen te gaan, naar ik begrijp -, maar tegelijk de versnippering in de hand werken door de gemeenschappen mee Brussel te laten besturen."
Als u die redenering doortrekt, dan moet Brussel ook onderwijs gaan organiseren…
Picqué: "Dat klopt. Maar het is niet het geschikte moment om dat aan te kaarten."
Maar u zou het wel willen?
Picqué: "Sommigen zijn van oordeel dat buurtbeleid hand in hand gaat met onderwijs. Ik denk dan aan het lager onderwijs. Dat is verdedigbaar. Maar zo ver zijn we nog niet. In afwachting willen we dat federale materies die naar de deelstaten worden overgeheveld, naar de gewesten gaan en niet naar de gemeenschappen. Wat me hierin verwondert, is dat de Vlaamse Brusselaars blijkbaar niet het volle vertrouwen genieten in Vlaanderen."
"Ik heb tijdens de onderhandelingen één nieuw argument gehoord tegen een versterking van het Brussels Gewest. Volgens sommige Vlaamse onderhandelaars zou dat strijdig kunnen zijn met de Vlaamse economische belangen. Je kunt je inderdaad voorstellen dat bij de uitbouw van de Brusselse Haven de Brusselse belangen botsen met de Vlaamse belangen. Een goede samenwerking en overleg kunnen hier echter veel verhelpen."
Hoe tweetalig is een région à part entière nog?
Picqué: "De taalvrede in Brussel is een conditio sine qua non voor het voortbestaan van het Brussels Gewest. Brussel is niet bestuurbaar als we verscheurd worden door taalruzies. Aan de bescherming van de taalminderheid willen we niet raken. Ze maakt deel uit van de Brusselse specificiteit. Maar dat staat een volwaardig gewest niet in de weg."
Volgens minister Brigitte Grouwels (CD&V) situeren de breuklijnen binnen de Brusselse regering zich niet zozeer op communautair, maar eerder op socio-economisch vlak.
Picqué: "Dat stoort me niet. Het bewijst dat de politiek nog werkt. Maar het is ook niet zo verwonderlijk. Op een moment dat de middelen schaars zijn en de uitdagingen groot, is het logisch dat men dezelfde doelstellingen nastreeft, al zijn er verschillen in de manier waarop men die wil bereiken."
"Wat is voor mij prioriteit nummer één? Dat is de sociale samenhang in de stad. We kunnen niet aanvaarden dat de kloof tussen rijk en arm in de stad groeit. Hoe lossen we dat op? Door werk te geven aan jongeren, door de verloedering tegen te gaan in de achtergestelde wijken. Dat is, meer nog dan bijvoorbeeld mobiliteit, van belang voor het Brussels Gewest. Een andere belangrijke uitdaging voor Brussel is het samenleven van de verschillende culturen in Brussel."
Migratie is een kans, maar in Brussel hangt ze toch vooral samen met de stijging van de armoede. Uw partij is niet helemaal duidelijk over hoe het verder moet. In de Kamer stemt de PS in met een verstrenging van de regels voor de gezinshereniging, maar de Brusselse PS wil de zaak opnieuw op de agenda.
Picqué: "Wat bij stemming bereikt is in de kamercommissie, is de juiste weg. Ik ben altijd streng geweest op het vlak van migratie, maar ik heb tegelijk altijd gepleit voor vrijgevigheid en solidariteit ten aanzien van allochtonen in Brussel. Maar een mild migratiebeleid voeren veronderstelt ook dat men de middelen heeft om de allochtonen te begeleiden."
"Daarbij komt dat Brussel in een keurslijf zit, opgesloten binnen de eigen grenzen. Daardoor blijft de migratie geconcentreerd binnen de stad. Ook allochtonen hebben het moeilijk om in de Rand van Brussel te gaan wonen omdat de natuurlijke uitdeining van de stad belemmerd wordt door de institutionele grenzen. We moeten daar niet meewarig over doen. Het is geen geheim dat de burgemeesters uit de Rand de Brusselse allochtonen liever niet zien komen. Het debat over rechten voor de Franstaligen in de Rand gaat voor ons ook daarover."
Hoe schat u de kansen van Elio Di Rupo als formateur in?
Picqué: "Na één jaar liggen de standpunten nog ver uit elkaar. De slaagkansen van Di Rupo zouden groter zijn als we vanuit een gezamenlijke nota konden vetrekken. Die is er niet. Het terrein is gedeeltelijk ontmijnd, maar waarschijnlijk niet genoeg."
Stelt u zich een kleine staatshervorming voor: de splitsing van B-H-V in ruil voor geld voor het Brussels Gewest. Gaat u dan akkoord?
Picqué: "De kern van het probleem is de financieringswet. Als we hier geen evenwichtige oplossing voor vinden, dan zullen we ver van een doorbraak blijven. Geen enkele Franstalige onderhandelaar zal een wijziging van de financieringswet goedkeuren die een opoffering betekent op de rug van de Waalse of Brusselse inwoners van dit land. Dat zou niet alleen politieke zelfmoord zijn, het zou ook onrechtvaardig zijn."
"Maar we moeten onze verbeeldingskracht gebruiken. De nota van Johan Vande Lanotte (SP.A-onderhandelaar, red.) bevat een interessant denkspoor: de aftopping in de tijd van de gevolgen van de financieringswet. De nota had die verdienste dat ze ruimte liet om tot een akkoord te komen. Wat niet wil zeggen dat het makkelijk geweest zou zijn."
Een deel van Vlaanderen lijkt niet bereid om nog solidair te zijn met Brussel en Wallonië.
Picqué: "Dat verbaast me niet. Decennialang hebben sommige media vooroordelen de wereld in gestuurd dat Walen en Brusselaars door slecht bestuur het geld over de balk gooien."
"En wat hoor ik dan van Voka (Vlaams netwerk van ondernemingen, red.)? Brussel moet 'meer Vlaams' zijn. Dat begrijp ik niet. De voornaamste doelstelling zou moeten zijn dat Brussel zijn internationale rol kan spelen, dat we niet dalen in de rangschikking van investeringsaantrekkelijke steden."
"Ik zal over enkele jaren een persoonlijke balans van mijn beleid opmaken. Ik zou triestig zijn als ik dan tot de vaststelling zou moeten komen dat ik gefaald heb in het bevorderen van het harmonieuze samenleven van Franstaligen en Vlamingen in Brussel."
Begrijpt u dat de federatie Wallonië-Brussel de Vlaamse Brusselaars angst inboezemt?
Picqué: "De federatie Wallonië-Brussel ligt me na aan het hart: het is de bevestiging van het gewestelijk feit. Dat is nu aanvaard binnen de Franstalige België. De Communauté française is een achterhaald concept."
"Daarnaast bewijst de federatie dat wij met de andere gewesten willen samenwerken. Het is de basis van ons federalisme."
Volgens Grouwels is het onversneden separatisme.
Picqué: "Wat een onzin."
Misschien niet in de wetenschap dat Franstaligen meer en meer nadenken over post-België?
Picqué: "En de Vlamingen dan? Denken die niet aan post-België? We moeten vandaag een akkoord sluiten met een partij die als eerste beweegreden heeft België te splitsen!"
"Ik ben niet gekant tegen meer autonomie voor gewesten en gemeenschappen. Ik heb geen heimwee naar België. Meer autonomie moet mogelijk zijn, maar niet zonder samenwerking, in het belang van de drie gewesten."
Lees meer over: Politiek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.