Koerden betogen in gespannen sfeer tegen Turkse inval, politie gebruikt pepperspray

De Koerdische gemeenschap heeft volgens organisator Kilic Orhan vandaag met ongeveer 700 mensen aan het Luxemburgplein betoogd tegen de Turkse inval in Syrië en de terugtrekking van Amerikaanse troepen in het gebied. En dat deed ze in een gespannen sfeer. Het kwam tot schermutselingen tussen betogers en de politie. Die gebruikte pepperspray om de actievoerders onder controle te houden. Niemand werd bij de incidenten aangehouden. Een persoon moest wel worden overgebracht naar het ziekenhuis met irritatie aan de ogen.

De protestactie is om 14 uur begonnen aan het Luxemburgplein. Op het moment dat de actievoerders vernamen dat Turks president Erdogan de inval van Turkse troepen in Syrië bevestigde, zetten de manifestanten spontaan koers richting de Amerikaanse ambassade aan de Regentlaan.

Toen duidelijk werd dat dit niet zou lukken, trok een deel van de groep naar de Turkse ambassade in de Montoyerstraat. Daarop sloot de politie de Belliardstraat, die parallel loopt met de Montoyerstraat, af.

Pepperspray

Het kwam daarbij ook tot schermutselingen tussen betogers en de politie. Die laatste gebruikte pepperspray om de betogers onder controle te houden. Volgens organisator Kilic Orhan moest een persoon daarop met irritatie aan de ogen worden afgevoerd naar het ziekenhuis.

De politie heeft de mensenmassa ondertussen teruggeleid naar het Luxemburgplein en daar de betoging ontbonden. Niemand werd bij de incidenten aangehouden. De hele operatie stuurde het verkeer in de war, maar inmiddels is de hinder voorbij. Ook de Belliardstraat is opnieuw vrijgegeven.

Van herdenking naar betoging

Oorspronkelijk zou Navbel, de Koerdisch-Belgische gemeenschap, vooral de gevangenschap van Koerdisch strijder Abdullah Ocalan herdenken. Die zit nu 21 jaar gevangen in Turkije, geïsoleerd op een eiland.

Maar de actualiteit haalt de betoging in. Turkije dreigde al dagen om Koerdisch gebied in Syrië binnen te vallen, en vandaag is een eerste kleine groep militairen de grens overgestoken. Ondertussen verklaart de Turkse president Recep Tayyip Erdogan dat het leger officieel is binnengevallen.

Turkije beschouwt de Koerdische militie YPG als een terreurorganisatie, terwijl de Koerden wel deel uitmaakten van de internationale coalitie tegen IS. Onder meer de Verenigde Staten waren een belangrijke bondgenoot, maar die gaan zich nu terugtrekken.

IS-gevangenkampen onder druk

“We vragen aan de Europese Unie te beletten dat Turkije binnenvalt,” zegt Orhan Kilic van Navbel, de Belgisch-Koerdische gemeenschap. “De Koerden hebben bewezen dat ze een bondgenoot zijn in de strijd voor vrede en veiligheid in Syrië. We voelen ons nu in de steek gelaten door de internationale gemeenschap. We zijn goed genoeg om te vechten, maar tellen niet mee op het politieke toneel.”

Bovendien dreigt de bewaking op Koerdische IS-gevangenkampen te verslappen. “De militairen zullen genoodzaakt zijn de grens met Turkije te gaan verdedigen. Dat verhoogt het risico op ontsnapping van tientallen IS-strijders in gevangenschap,” aldus Kilic.

Europa reageert niet

“De Koerden vragen al een jaar aan de internationale gemeenschap om Syriëstrijders in hun land van afkomst te berechten. Landen als Marokko, Soedan en Kazachtstan hebben hun strijders teruggenomen, maar geen enkel Europees land reageert. Het alternatief is een internationale rechtbank voor Syriëstrijders, maar ook die komt niet van de grond,” aldus Kilic.

“Er heerst immobilisme bij de internationale gemeenschap, waardoor de Koerden met de gevolgen blijven zitten.”

Eerder pleitten VUB-professor Gerrit Loots en zijn team al om de kinderen en vrouwen van IS-strijders in Koerdische kampen terug te halen.