‘Korting onroerende voorheffing op termijn automatisch’

De korting op de onroerende voorheffing zal pas na 2018 in Brussel automatisch verlopen. Dan neemt het Brussels Gewest een groot deel van de belastinginning van de federale overheid over. Dat zei Brussels minister van Financiën en Begroting Guy Vanhengel (Open VLD) maandag in de commissie begroting van het Brussel parlement.

Gezinnen die kinderen ten laste hebben, maar ook eigenaars van een appartement of huis met een laag kadastraal inkomen dat ze zelf bewonen, hebben recht op vermindering op de onroerende voorheffing. Deze korting kan oplopen tot enkele verschillende honderden euro’s.

Alleen worden deze kortingen niet automatisch in rekening gebracht op het aanslagbiljet. Rechthebbenden moeten ze eerst aanvragen, waarna ze worden terugbetaald. Dit wil Brussels parlementslid Jef Van Damme (SP.A) graag anders zien.

Minister van Financiën Vanhengel (Open VLD) erkent dat dit geen moderne manier van werken is. “Alleen volgen we voorlopig nog de oude federale wet en deze schrijft voor dat men de korting moet aanvragen”, zegt hij maandagavond in de commissie Financiën van het Brussels parlement.

Vanhengel wijst er ook op dat er bij het aanslagbiljet een uitleg zit over wie recht heeft op vermindering en hoe deze moet worden aangevraagd. “Bovendien wordt de korting voor kinderen ten laste wél automatisch aangerekend nadat ze eenmaal is goedgekeurd”, aldus nog de minister.

Gegevens verzamelen
Van de meer dan 400.000 huishoudens in Brussel hebben vorig jaar 78.788 gezinshoofden een korting wegens gezinslasten gekregen. Volgens Van Damme wijst dit erop dat heel wat gezinnen niet op de hoogte zijn van deze maatregel en dus te veel belasting betalen.

Toch zal een automatisering niet voor onmiddellijk zijn. Pas in 2018 neemt de Brusselse overheid een groot deel van de inning van de belastingen over van de federale overheid. “Ten vroegste dan zullen we met de automatisering van deze verminderingen beginnen”, zegt Vanhengel.

“Momenteel zijn we al bezig met de aanleg van een database om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen”, aldus nog de minister. “Maar dat kan wel nog enige tijd in beslag nemen. De FOD financiën beschikt immers zelf amper over statistieken.”