Meerjarenbegroting VGC: oppositie vraagt concretere invullingen

In de raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie is vrijdag de beleidsverklaring voor 2022 en de eerder voorgestelde de meerjarenbegroting besproken en goedgekeurd. De oppositiepartijen konden voor het eerst reageren op de eerste meerjarenbegroting in de geschiedenis van de VGC.

Het is niet allemaal negatief, want de VGC-raadleden van zowel meerderheid als oppositie zijn blij dat er een langetermijnvisie op tafel ligt met de meerjarenbegroting. Toch voelt de oppositie dat de ambities nu ook concreet worden waargemaakt. "Vanaf 2022 werkt de VGC, op aangeven van Vlaanderen, met de beleids- en begrotingscyclus. Een goede zaak, want dit maakt de begroting veel transparanter", stelt N-VA-fractievoorzitter Mathias Vanden Borre, die meteen voorstelt om deze manier van werken te implementeren in het Gewest en de gemeenten.

Bij CD&V-raadslid Bianca Debaets heerst er het gevoel van de gemiste kans. "Deze zelfverklaarde progressieve coalitie zou gaan bouwen aan een stad op kindermaat en een cultuur van betrokkenheid en participatie doen groeien, maar in realiteit zien we toch dat er voornamelijk verder gewerkt wordt op wat het vorige VGC-College in gang gezet heeft. Meer nog, bij Jeugd en Sport lijkt er zelfs te worden afgebouwd", stelt Debaets.

Op vlak van gezondheidszorg, kinderopvang en de rol van het Nederlands is er voor Vlaams Belang nog werk aan de winkel. "Ik hoop dat de nieuwe meerjarenplanningen een andere manier van denken helpen ontwikkelen, met meer samenhang met de Vlaamse overheid, het meer uitbouwen van synergieeën en meer engagement van de Vlaamse gemeenschap voor een beter, zorgzamer en Vlaamser Brussel", aldus Dominiek Lootens-Stael.

PVDA vraagt dat er binnen de VGC niet langer naar elkaar en naar andere overheden gewezen wordt. "Het sociaal-economische paradigma is volledig afwezig. In de plaats krijgen we een schimmenspel waarbij de zwarte piet wordt doorgeschoven naar de Brusselse, Franstalige of Vlaamse regering. We worden zo geen stad die we delen, maar verdelen", waarschuwt Jan Busselen.

Tot slot stelt Agora-raadslid Pepijn Kennis, die in naam spreekt van zijn burgerpartij, dat hij op zijn honger blijft zitten op vlak van participatie, terwijl het meerjarenplan stelt dat het net gebaseerd is op een Stadspiratie participatietraject. "Er zijn ambitieuze plannen, maar de vraag is hoe het concreet wordt. Heel veel van die trajecten moeten nog verder uitgewerkt worden", zegt Kennis.