Het Brussels parlement telt sinds 2014 vier PVDA’ers. Dat is een primeur. Nochtans is het harde extreemlinks discours vanop het spreekgestoelte ver te zoeken. De parlementsleden bewegen zich liever onder het volk om hun ideeën te verspreiden. Wij spraken met parlementslid Michaël Verbauwhede bij het begin van het politieke jaar.
Michaël Verbauwhede (PVDA): 'Ik hou meer van een betoging dan van het parlement'
V erbauwhede is met zijn 29 jaar een van de jongere parlementariërs in ons land. Op de vraag of hij – zijn partij getrouw – een marxistische samenleving voorstaat, antwoordt hij dat hij in de eerste plaats voor de mensen kiest. Het moderne antwoord van de PVDA, is dat. Ook over het verleden wordt gezwegen: sinds 2008 heeft de partij het maoïsme achter zich gelaten. Kritiek op de uitwassen van het communisme zal een PVDA’er niet snel geven. De partij luistert naar de man in de straat en kijkt naar de toekomst.
De historicus en jurist Verbauwhede verdient naar eigen zeggen 1.400 euro, de rest van zijn riante parlementariërsloon staat hij af aan de partij. “Met 1.400 euro per maand weet ik wat een parlementaire beslissing concreet voor de man in de straat betekent. Andere parlementsleden weten dat niet, want zij voelen de maatregelen die zij nemen niet zelf,” zo zegt hij.
Dat allemaal vertelt de Franstalige Verbauwhede in een Nederlands dat heel wat Brusselse excellenties mag doen blozen.
PVDA heeft dan wel vier parlementsleden in het Brussels parlement, maar jullie beschikken niet over een kantoor in dat halfrond.
Michaël Verbauwhede: “Om als Franstalige politieke formatie een fractie te vormen in het Brussels parlement moet je met zeven zijn. Ook hebben we geen stemrecht in de commissies. Bepalen wat er op de agenda van commissies komt mag evenmin. Dat beperkt ons wel.”
“Het is duidelijk dat de partijen die al lang in het Brussels parlement zitten de nieuwe partijen buiten proberen houden. Dat voel je. Al zeg ik daar wel bij dat het contact met de grote partijen toegenomen is na ons eerste parlementaire jaar. In het begin wist men nog geen blijf met ons. We werden bijvoorbeeld pardoes naast het Vlaams Belang gezet in het parlementair halfrond.”
Een jaar is snel voorbij. Hoe evalueren jullie het politieke werk?
Verbauwhede: “We hebben voor de verkiezingen een enquête gehouden bij 40.000 Belgen, waarvan 7.000 Brusselaars, en de antwoorden van die burgers zijn ons programma. Wat vindt men belangrijk in Brussel? Huisvesting bijvoorbeeld. We blijven ook na de enquête naar de mensen luisteren, bijvoorbeeld in de problematiek van de vuilniszakken. Als staatssecretaris voor Netheid Fadila Laanan (PS) beslist om nog maar één huisvuilophaling te organiseren, en de mensen voelen dat, dan hebben wij werk in het parlement.”
“Zelf spreken we altijd over de tweebenige methode: met één been op straat, met één been in het parlement.”
Lukt het om beide werelden te verzoenen? De afstand tussen halfrond en straat is groot.
Verbauwhede: “Dat is inderdaad heel moeilijk. De boodschap in het parlement mag ook niet verschillen van wat je op straat vertelt.”
“In het parlement merk je wel dat politici niet goed weten wat er op straat leeft. Men denkt dat in België politiek niet leeft bij de mensen. Wel, men vergist zich daarin. Als wij een actie rond huisvesting organiseren in Molenbeek, dan komen daar makkelijk 300 mensen op af. Als je goed uitlegt waar iets om draait en wat je er aan wil doen, dan zijn mensen mee.”
Willen jullie meer via de straat gedaan krijgen dan via het parlement?
Verbauwhede: “Beide. Onze sociale zekerheid is er niet gekomen omdat men in het parlement uit goedheid beslist heeft om er een te maken. Nee, die kwam er omdat er de druk van de straat was. Omdat er sociale bewegingen waren, en vakbonden.”
Hoe evalueren jullie de Brusselse regering Vervoort-I?
Verbauwhede: “Ik ga de Brusselse regering niet vergelijken met de rechtse federale regering, maar links zou ik de coalitie tussen PS, CDH en FDF niet echt noemen. Er is een besparingsbeleid, bijvoorbeeld bij de vzw’s, en Vervoort probeert dat te verstoppen. Een concreet actueel voorbeeld: op Franstalig niveau is er in Brussel geen inburgeringsbeleid. Toch zijn er vzw’s die zich daar al lang mee bezighouden. Die vzw’s krijgen subsidies van de Franse gemeenschap en van het Brussels gewest. Vorig jaar zijn de subsidies verlaagd waardoor een aantal mensen ontslagen zijn. En nu plots is er een vluchtelingencrisis, ook in Brussel, en pleit de Brusselse regering voor een inburgeringstraject. Tja...”
Horen we dat goed? Is de PVDA voorstander van inburgering?
Verbauwhede: “Natuurlijk; we zijn voor een inburgering die mensen goed ontvangt, en perspectief op werk geeft. Want volgens ons is dat de beste manier om mensen zich thuis te laten voelen in onze samenleving: door ze te laten werken. Zal ik werk hebben? Kunnen mijn kinderen naar school? Daar liggen vluchtelingen van wakker.”
Ons lijkt een doorgedreven tweetaligheid anders ook wel belangrijk om in te burgeren.
Verbauwhede: “Zeker. We zijn trouwens een van de weinige partijen die zelf volledig tweetalig werken. Tweetaligheid is ook de enige manier om vluchtelingen op te vangen. Hen tussen twee gemeenschappen laten schuiven werkt niet. Het Vlaamse inburgeringsbeleid is succesvol, vooral omdat er genoeg geld voorradig is. Wel, als we in Brussel nu ook eens zoveel middelen hadden, en volledig inzetten op tweetaligheid...”
Jullie zijn vooral bezig met grootstedelijke problemen, zoals huisvesting en inburgering, en met praktische zaken, zoals vuilniszakken. Maar de PVDA blijft natuurlijk een sterk ideologisch-linkse partij. Hoe rijmen jullie die ideologie met zoiets praktisch als vuilnisophaling?
Verbauwhede: “Alles is politiek op hoog niveau. De vuilnisophaling is een concreet gevolg van een politiek probleem, namelijk dat de regering niet voldoet aan de sociale noden van de bevolking, te weinig investeert in openbare dienstverlenging. Kleine problemen staan altijd in verbinding met grote problemen.”
Met de uitvoering van het ideologische wil het ook wel eens mis lopen. In een burgerinterpellatie in de gemeenteraad van Elsene hebben we jullie al een pleidooi horen houden om de automobilist recht te geven op een parkeerplek, terwijl jullie ook een ecologische partij willen zijn.
Verbauwhede: “Ja, daar hebt u wel een goeie vraag ( lacht). We willen als PVDA meer en meer de nadruk leggen op de nefaste gevolgen van verkeersdruk, files en vervuiling. Er moeten strengere ecologische maatregelen komen, daarover is nagenoeg iedereen het eens. Ons standpunt over autogebruik is helder: er moeten minder auto’s zijn in Brussel. En dat kan alleen als je volop investeert in de MIVB en de NMBS.”
“Je krijgt alleen maar een ecologisch beleid door de juiste beleidskeuzes te maken. Heel concreet: als je naar de luchthaven wil per trein, dan betaal je de fameuze Diabolotoeslag omdat die treinverbinding tot stand is gekomen met een publiek-private constructie. De overheid geeft daar dus te kennen dat ze niet investeert in het openbare vervoer, omdat ze mensen veel te veel laat betalen voor een treinrit. Het is dus voordeliger om met de auto naar de luchthaven te gaan. Wij zijn voor openbaar vervoer, maar wel als een duidelijke beleidskeuze van de overheid. En van zulke keuzes wordt het milieu beter. Red is the new green.”
Dat klinkt als marketing.
Verbauwhede: “( lacht) Dat is het nochtans niet. Dat wil gewoon zeggen dat we bijvoorbeeld de komende klimaattop van Parijs volop steunen.”
Klimaatconferenties en -lezingen worden tegenwoordig ook gesteund door grote bedrijven. Iedereen denkt groen.
Verbauwhede: “Officieel steunt men dat misschien wel, net zoals Electrabel bijvoorbeeld ook ‘groen’ denkt, terwijl de kerncentrales wel openblijven. Ecologie zal een sociale keuze moeten zijn, anders dreigen alleen de armen slachtoffer te worden van het milieu, zoals altijd met de vrije markt. We willen de milieuproblemen aan de wortel aanpakken, en niet door randmaatregelen van de grote energieconcerns. Openbare bedrijven zijn nodig om groene en goedkope elektriciteit te produceren. In Duitsland kan het. En Merkel is niet meteen een linkse dame te noemen.”
Maar welke concrete maatregelen stellen jullie op het Brusselse niveau voor?
Verbauwhede: “Concreet? Wel, u weet dat wij in Brussel uitgesproken standpunten hebben over huisvesting. Wat proberen we op dit politieke niveau dan voor te stellen? Drie procent van de huiseigenaars hebben in deze stad 25 procent van de huizen in eigendom. En toch betaalt iedereen huizenbelasting volgens dezelfde schaal. Volgens ons zou iemand die één huis heeft minder belastingen moeten betalen. Dat was een voorstel uit ons Brusselse verkiezingsprogramma.”
“Maar wij zoeken natuurlijk hoofdzakelijk naar oplossingen op het federale niveau, oplossingen die iedere Belg aanbelangt. Werkende mensen spreken immers dezelfde taal.”
En hoe pakken jullie de torenhoge Brusselse jeugdwerkloosheid aan?
Verbauwhede: “Wel, door werk te creëren en te investeren in jobs. Niet door de loonkosten te laten dalen, zoals alle partijen willen doen, ook in Brussel. Dat is sinds de jaren 1980 het mantra, maar die heeft niet bijster veel opgeleverd. Integendeel, de werkloosheid is in Brussel alleen maar gestegen.”
En intussen strijken er steeds meer vluchtelingen neer in Brussel?
Verbauwhede: “Dat is waar, en ik begrijp ook dat mensen bang zijn omdat vluchtelingen hun job zouden inpikken, of hun sociale woning. Eigenlijk hebben ze gelijk. Maar je moet er dan ook wel aan bij zeggen dat dat de fout is van de overheid, die op vijftien jaar zwaar bespaard heeft in openbare dienstverlening, en te weinig jobs heeft gecreëerd, terwijl de noden meer dan verdubbeld zijn. Zo fabriceer je racisme.”
“Dat wil natuurlijk niet zeggen dat vluchtelingen niet welkom zijn. Het is voor ons een plicht om ze op te vangen uit humanitaire overwegingen.”
Ook de werkgevers zijn vragende partij...
Verbauwhede: “Klopt. Het zijn massa’s goedkope vluchtelingen die voor een habbekrats werken, en niet aangesloten zijn bij een vakbond...”
De PVDA is natuurlijk een oppositiepartij, met een goede straatwerking, maar toch vragen we ons af hoe jullie via het parlement hervormingen kunnen doorvoeren.
Verbauwhede: “Het is geen geheim dat ik me meer op m’n gemak voel in een betoging dan in het parlement ( lacht). Maar we kunnen wel degelijk zaken veranderen. Kijk maar naar de rel rond de verminderde vuilnisophaling. Daar hebben we gewogen op het debat.”
Wie is Michaël Verbauwhede?
- Geboren in 1985
- Woont tot 1994 in Antwerpen, dan in Bastogne, nu in Schaarbeek
- 2008: Bachelor in recht en geschiedenis (Universiteit van Namen)
- 2010-2012: Master in rechten en geschiedenis (ULB)
- 2010-2012: voorzitter van de studentenkoepel FEF
- 2012-2014: studiedienst Ligue des familles (specialist onderwijs)
- 2014: Fractieleider van de PVDA in het Brussels parlement en medewerker van de studiedienst van de PVDA
- Auteur van het boek: "Justice, affaire de classes" (2014)
Lees meer over: Politiek , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.