Minder Nederlandstaligen in Brusselse scholen

Ook dit jaar is het aantal leerlingen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs gestegen. Maar het aandeel homogeen Nederlandstalige en taalgemengde leerlingen neemt af, zo blijkt uit de februaritelling van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC).

Het aantal leerlingen stijgt zowel in het kleuteronderwijs als in het lager en het middelbaar onderwijs. Er zijn nu 11.121 kleuters; dat zijn er 145 meer dan vorig schooljaar. Het lager onderwijs telt 13.301 leerlingen, oftewel 299 meer dan vorig jaar, en in het secundair onderwijs zitten 12.457 scholieren, een stijging met 272.
Overal neemt het aandeel van de groep Frans- en anderstaligen toe. In de kleuterscholen zijn er drie procent minder kinderen uit homogeen Nederlandstalige gezinnen. De taalgemengde kleuters stijgen licht, maar samen vormen de homogeen Nederlandstaligen en taalgemengde kleuters nog 29,6 procent van het totaal. Dat is een half procent minder dan vorig schooljaar. Er zijn meer Franstalige kleuters, maar het aandeel anderstaligen neemt af.

In het lager onderwijs zijn er minder Nederlandstalige en minder taalgemengde leerlingen. Samen vormen ze 35 procent van het totaal. Dat is bijna twee procent minder dan vorig jaar. De Franstalige en anderstalige leerlingen gaan er beiden op vooruit.

In het secundair onderwijs daalt het aandeel homogeen Nederlandstalige scholieren van 37,3 procent naar 33,7 procent. Het aandeel taalgemengde leerlingen ligt 2 procent hoger. Samen maken ze 61,6 procent uit van het totaal, tegen 63,2 procent vorig jaar.