Ministers vergaderen voor het eerst in nieuw Europagebouw

De oorlog in Syrië, het Midden-Oosten,... De dagorde van de eerste bijeenkomst van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken in 2017 verschilt op het eerste zicht niet wezenlijk van die van vorige jaren. Wel nieuw: negen jaar na de start van de werkzaamheden vergaderen de ministers voor het eerst in het gloednieuwe Europagebouw.

Het opvallende bouwwerk in het Europese deel van de Wetstraat, met zijn eivormige constructie en kleurrijke vergaderzalen, is de nieuwe hoofdzetel van de Raad, de instelling van de Europese Unie die de lidstaten vertegenwoordigt.

Aan de bouw gaat een lange voorgeschiedenis vooraf, die begon wanneer de Europese leiders in de vroege uurtjes van de top van Nice in 2000 besloten om alle Europese toppen voortaan in Brussel te organiseren. Omdat het Justus Lipsius-gebouw daarvoor niet uitgerust was, werd vier jaar later op voorstel van België besloten om een blok van het belendende Résidence Palace om te turnen tot nieuwe hoofdzetel.

315 miljoen euro
Eind 2008 gingen de sloop- en funderingswerken van start, midden vorig jaar werd het gebouw opgeleverd, met een prijskaartje van 315 miljoen euro. Voortaan worden er de Europese toppen, de Europese ministerraden en de toppen met derde landen gehouden.

De buitenlandministers mogen maandag de spits afbijten. Ze zullen er onder meer van gedachten wisselen over de oorlog in Syrië, waarover later deze maand nieuwe vredesgesprekken zouden moeten starten in Kazachstan. Europa steunt het initiatief, maar bepleit een ruimer deelnemersveld. Daarnaast wordt ook gedacht aan een nieuwe donorconferentie, die mogelijk in april in Brussel zou plaatsvinden.

Tweestatenoplossing
Een dag na de conferentie van Parijs zullen de ministers tijdens de lunch het vredesproces in het Midden-Oosten en de zoektocht naar een tweestatenoplossing aansnijden. Hoge vertegenwoordigster Federica Mogherini zal ook uitleg verstrekken over de onderhandelingen over de hereniging van Cyprus en de gevolgen van het arrest van het Europese Hof van Justitie, dat oordeelde dat het Europese landbouwakkoord met Marokko niet van toepassing is op de Westelijke Sahara.

Ten slotte zullen de ministers een stand van zaken opmaken over de dossiers die zich de komende maanden opnieuw aandienen: de Balkan, en meer bepaald Macedonië, het nabuurschapsbeleid met onder meer Egypte, Oekraïne en Libië, en de strategische partnerschappen.