N-VA flirt met stedenbouw
Men weet het: de Nieuw-Vlaamse Alliantie is een relatief jonge politieke formatie, ontstaan uit de restanten van de Volksunie, ooit een succesvolle Vlaamsgezinde partij. Vandaag doet de N-VA het opnieuw goed. Een van de grootste uitdagingen waar de partij voor staat is echter haar Brusselstandpunt. Ondanks de grote verkiezingsoverwinning in 2010 werd daar weinig aandacht aan geschonken.
Normaal gezien beslist de Vlaamsgezinde partij pas in februari 2014 over dat Brusselstandpunt. Maar onderweg naar die datum worden de ideeën niet geschuwd. Zo organiseerde de partij afgelopen zaterdag een studiedag waarvoor enkele voorname sprekers werden uitgenodigd: Alexander D'Hooghe, stedenbouwkundige aan het prestigieuze Amerikaanse Massachusets Institute of Technology, en Belinda Tato, een Spaanse architecte gespecialiseerd in het herwaarderen van open ruimte. Beide sprekers benadrukten dat ze onafhankelijk zijn van de partij. D'Hooghe hield een uiteenzetting over het allesbehalve uniforme karakter van Brussel vergeleken met grootsteden als Washington, Parijs en Barcelona, waar "stedenbouwkundigen grote, bijna Napoleontische structuren aan de stad werden opgelegd, zoals brede boulevards." Dat dit in Brussel, enkele uitzonderingen niet te na gelaten, nooit het geval is geweest, vond D'Hooghe "een van de charmes van de stad." De stedenbouwkundige voegde er nog aan toe dat hij zulke ingrepen ook niet meer mogelijk acht in Brussel. "Je krijgt dingen niet meer opgelost met institutioneel denken," vertelde hij. Die boodschap contrasteerde lichtjes met de grote N-VA-spandoeken op de achtergrond, 'Denken. Durven. Doen'.
Samengevat benadrukte Belinde Tato dan het belang van inspraak bij het renoveren van pleinen en straten. Zo heeft ze in Noorwegen en Madrid enkele aan de auto overgeleverde pleinen omgevormd tot flanerenswaardige stadsboulevards, op verzoek van betrokken burgers. Nadien was het tijd voor een klein 'debat' tussen VUB-professor Rudi Janssens, consultant Lucien Kahane van Idea Consult en David Broekaert van architectencollectief Karbon. Daar werden de voornaamste stadsproblemen, zoals stadsvlucht, onderwijs en mobiliteit, nog eens doorgenomen.
Enkele toehoorders hadden natuurlijk vragen en opmerkingen bij het geheel. "Ik betwijfel of pleintjes en ruimte ons kunnen redden," zei iemand. Een andere toehoorder betwijfelde of er in de toekomst alleen maar hooggeschoolden nodig waren in Brussel, en hield een pleidooi voor arbeid als model om de hoge Brusselse (jeugd)werkloosheid aan te pakken.
'Schoonmoeder PS'
Het slotwoord van de dag was voor Brussels N-VA-gemeenteraadslid Johan Van den Driessche (foto). Eigenlijk was het een van de weinige momenten van de dag dat het echt over politiek ging. Van den Driessche pleitte onder meer voor meer samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven om de werkloosheid op te lossen, evenals een verplicht taalbadjaar om de tweetaligheid te stimuleren. "De stad heeft één visie, één aansturing nodig. Maar met het recente akkoord tussen Franstalige partijvoorzitters over hoe de staatshervorming in Brussel en Wallonië aangepakt zal worden, blijft Brussel onder invloed van schoonmoeder PS," aldus Van den Driessche.
Daarmee lijkt de eerste stap richting Brusselstandpunt gezet. Over andere klassieke politiek-flamingantische onderwerpen, zoals de keuze voor een Brussels stelsel van subnationaliteit en/of gemeenschapskeuze, of het gebrek aan tweetaligheid in het Hoofdstedelijk Gewest, werd haast niet gesproken.
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.