‘Nationalisme is een kwestie van routine’

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
20/04/2011
Naar eigen zeggen kreeg de Noorse communicatiewetenschapper Jostein Gripsrud het benauwd toen hij zag wie er al eerder een Francqui-leerstoel had bekleed. Het waren filosofen naar wie hij opkeek. Gripsrud is sinds januari in België om les te geven aan de VUB, de ULB en de UGent. Hij bestudeert hoe samenlevingen tot stand komen door taal en communicatie.

Een Francqui-leerstoel is een prestigieus uitwisselingsproject waarbij een professor wordt uitgenodigd om zijn verworven kennis te delen met studenten. "Voor ik naar hier kwam, keek ik even na wie me was voorgegaan. Ik trof namen aan als Michel Foucault en Paul Ricoeur, Franse filosofen naar wie ik opkeek. Maar ik slikte ook wel bij zo'n goed gezelschap. Want hier is dan Jostein Gripsrud, een toerist uit Noorwegen (lacht)."

Nog tot 30 juni blijft hij in België. Volgens hem kan een buitenlander niet echt een waarheidsgetrouw beeld schetsen over België. Toch ondernam hij een poging, en nog wel op een warme namiddag tussen vele eurocraten op het Etterbeekse Jourdanplein.

U omschrijft uw vakgebied als 'media, communicatie en samenleving, en hoe samenlevingen door communicatie en media gevormd worden'. Maar wat is de plaats van een hoofdstad in een samenleving?
Jostein Gripsrud
: "Er zijn landen waar de hoofdstad niet zo'n belangrijke plaats inneemt. De hoofdstad leeft niet echt in de nationale cultuur in landen als de Verenigde Staten, waar Washington wel een plaats van belang is, maar niet de culturele hoofdstad: dat zijn New York en Los Angeles. En er zijn nog talloze voor beelden, in Australië bijvoorbeeld.

De meeste landen daarentegen, en zeker in het Europa van de monarchieën, kennen een cultus waarbij de grootste en belangrijkste stad ook de hoofdstad is. Dat betekent automatisch dat de hoofdstad keer op keer vermeld wordt in nieuwsuitzendingen, omdat de hoofdstad de plaats is waar de belangrijkste economische en politieke beslissingen worden genomen."

"Metropolen trekken onvermijdelijk een belangrijk aantal verschillende organisaties aan. In Noorwegen woedt het debat of het wel nodig is om zoveel belang toe te dichten aan de hoofdstad Oslo, en er zoveel instellingen te laten zetelen. In mijn woonplaats Bergen, de tweede Noorse stad, heerst er bijvoorbeeld het gevoel dat veel meer instellingen ook daar terechtkunnen in plaats van in Oslo."

"Brussel is het centrum van België en het culturele en economische hart van het land, maar ook weer niet. Het is de grootste stad en heeft een levendige culturele scene, veel winkels en bovendien is het de hoofdstad van Europa. Toch beweegt er veel in andere Belgische steden. Ik neem er nota van dat Antwerpen een belangrijke speler is, een beetje vergelijkbaar met de rol die Bergen in Noorwegen speelt."

Is België zo mogelijk niet nog meer een geconstrueerde samenleving dan andere Europese landen?
Gripsrud
: "Ik werd verplicht om jullie problemen te bestuderen omdat ik onderzoek heb verricht naar nationale identiteiten, en omdat mijn inauguratiespeech voor de Francqui-leerstoel daarover ging. Ik heb een boek geschreven over een nationale kwestie die Noorwegen verdeelde en nog steeds verdeelt. Meer bepaald: de patriottische beweging die is opgebouwd rond het Nieuwnoors, het Nynorsk."

"Toen Noorwegen een deel van Zweden werd na de Napoleontische oorlogen aan het begin van de negentiende eeuw, waren er twee stromingen die een Noorse taal tot stand probeerden te brengen. Een ervan bepleitte een graduele evolutie van het Deens, want dat was het land waarvan Noorwegen voorheen deel uitmaakte. Deens was de taal waarin de nieuwe Noorse grondwet was opgesteld, de taal ook die het dichtst lag bij de taal die in de hogere kringen in Oslo gesproken werd. Het was de bedoeling dat geschreven Deens langzaam zou evolueren naar de taal die in de hoofdstad werd gesproken. Dat op het Deens geënte Noors heet Bokmål."

"De Nynorsk-beweging echter wilde een nieuwe taal tot stand brengen op basis van een regionaal bergdialect dat klanken en woorden uit het Oudnoors gebruikte, de taal van de Vikingen. Nynorsk werd de taal van de lagere klasse. Met die taal kwam een cultuur op gang. Er ontstond een parallelle maatschappij, met eigen onderricht, boekenwinkels, uitgevers en theaters. Bokmål is echter de winnende taal gebleken, en waarom? Omdat die taal dichter stond bij de taal die in de hoofdstad en andere steden werd gesproken. En in de negentiende eeuw waren steden erg in opmars door de industrialisering. Tot op vandaag is Bokmål de voornaamste Noorse geschreven standaardtaal, want maar 15 procent van de Noorse kinderen krijgt Nynorsk onderwezen. En de nationale omroep heeft daarin een belangrijke rol gespeeld. Je kunt met een boutade zeggen dat Noorwegen pas een natie werd na de installatie van de radio-omroep. Voor de kleine rurale dorpjes ging een nieuwe wereld open, en die nieuwe wereld was een Noorwegen op maat van de steden."

Er zijn parallellen met België voor het een federale staat werd, omdat de hoofdstad toen ook een zeer belangrijke rol speelde in het vestigen en bevestigen van de natie.
Gripsrud
: "Frans was hier de taal van de hogere klasse, en daarom geldt het tot vandaag als de taal van de arrogantie - voor de Vlamingen dan. Dat kun je vergelijken met de vroegere tweedeling in Noorwegen, die was ook klassegedragen, zoals ik uitgelegd heb. Het ging dus niet alleen om taal, maar ook om een sociale strijd."

"Ik denk dat het probleem hier is dat de overkoepelende Belgische publieke sfeer, waarin Franstaligen en Vlamingen moeten samenwerken, strikt gescheiden is en niet meer bestaat. Nationale instellingen die de Belgische nationaliteit mee vorm zouden moeten geven, zijn opgesplitst volgens taal. Dat maakt het moeilijk om nog een geloofwaardige natiestaat te onderhouden. Wil je nog een beetje België behouden, dan zul je een publieke sfeer moeten heropbouwen. Geen idee hoe je dat zomaar doet. Ik weet wel dat ik voor mijn leerstoel door drie universiteiten ben uitgenodigd, en dat die niet allemaal tot één taalgroep behoren. Er is dus nog iets mogelijk."

Dat is de ironie: u hebt altijd bestudeerd hoe samenlevingen tot stand kwamen, en nu maakt u zelf deel uit van zo'n proces.
Gripsrud
: "(lacht) Ik dacht altijd dat ik een kosmopoliet was, die lange tijd in verschillende buitenlanden heeft gewoond en verschillende talen sprak. Maar hoe kritisch ik ook was voor mijn thuisland en het nationalisme, na een tijdje moest ik toch toegeven dat ik altijd aan mezelf refereerde als 'Noors'. Niet om romantische redenen, maar om praktische. De Noorse cultuur is immers de cultuur waarin ik ben opgegroeid."

"Juist door die achtergrond en door mijn opvoeding in het Noors, de boeken die ik gelezen heb, de tvprogramma's die ik bekeken heb, de sporthelden die ik kende, door die dagelijkse dingen, daardoor ben ik Noors. Nationalisme is dus iets heel praktisch; het is gebaseerd op routine, op gewoonte."

Volgens die logica is kosmopolitisme dan een onpraktisch gegeven.
Gripsrud
: "Niet echt, want ik ben ook kosmopoliet in die zin dat ik vele vrienden heb in verschillende landen. Ik heb lesgegeven in verschillende landen en heb ervaringen in verschillende landen. Identiteiten zijn te complex om zomaar te vatten. Maar toch: ook al heb ik een huis in Frankrijk of woon ik tijdelijk in Brussel, ik heb een drang om regelmatig Noorse tv te kijken. Dankzij het internet is het voor migranten makkelijker geworden om de band met het thuisland te onderhouden.
Noren in de hele wereld houden dus van hun schotelantenne om Noorse tv te kijken, schrijf dat maar op (lacht)."

In Brussel heb je een grote tweedeling tussen arm en rijk, en die breuklijn valt vaak samen met die tussen autochtoon en allochtoon. In De Standaard vertelde u dat de meeste jongeren alleen nog maar informatie opnemen die bevestigt wat ze al denken. Denkt u dat de kloof in deze stad zal groeien?
Gripsrud
: "Dat moeten jullie maar oplossen."

Niet echt een verhelderend antwoord...
Gripsrud
: "Het is een kwestie van communicatie. Zolang er geen initiatieven zijn om jullie te verbinden, zal er niet veel gebeuren. Er is dus baat bij open discussie, en daarbij moeten zowel de gebruiken en de taal van de autochtone meerderheid gehoord en uitgelegd worden als de gebruiken en de taal van de allochtone minderheid. Zich opsluiten in het eigen gelijk is niet echt een oplossing. Dus alleen maar jouw tv-programma's bekijken via de schotelantenne zal weinig helpen. Het is een integratiedebat, een activeringsdebat en een cultureel debat."

Mijn generatie heeft uitentreuren gehoord dat we vriendelijk en open moesten zijn en niet mochten discrimineren; op den duur stel je je de vraag of mensen niet murw geslagen zijn door de uitholling van het begrip 'discriminatie'.
Gripsrud
: "Er was en is ook een 'wees vriendelijk tegen de migrant'- cultuur in Noorwegen, en er was ook een tendens om partijen die van migratie een kernthema maakten, te weren. Als je je ervan bewust bent dat er verschillende gemeenschappen zijn, moet je ook begrijpen dat er binnen álle gemeenschappen tegenwerkende krachten zijn die integratie onmogelijk willen maken. Er is het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk, dat een zeer ver doorgedreven vorm van multiculturalisme kent, in die zin dat men er denkt dat de sharia er zou kunnen bestaan naast de oorspronkelijke wetgeving. Dat is problematisch, want in een rechtsstaat moeten dezelfde wetten gelden voor iedereen. Je kunt binnen dezelfde staat geen verschillende vormen van rechtspraak hebben, gebaseerd op verschillende rechtsstelsels. En zeker niet om culturele problemen op te lossen. Samenlevingen die dat wel doen, zijn impliciet racistisch. Volgens mij moet de eerste bekommernis het respect voor het individu zijn. Ongeacht iemands afkomst."

Elke samenleving begint bij het individu, zegt u?
Gripsrud
: "Tenminste elke samenleving gebaseerd op mensenrechten, die het daglicht zagen ten tijde van de Amerikaanse en Franse revoluties. Dat is mijns inziens de basis voor een moderne staat."

Dat is een westerse manier van denken.
Gripsrud
: "Een universele. Ik wil die waarden uitdragen. Wilt u dat niet?"

------------------------------------------------------------

Wie is Jostein Gripsrud?
Jostein Gripsrud (1952) is doctor in de communicatiewetenschappen aan de universiteit van Bergen, Noorwegen. Hij heeft les gegeven aan verschillende universiteiten in Europa en de Verenigde Staten, zoals Los Angeles, Kopenhagen, Stockholm en Parijs. De Noor heeft verschillende publicaties op zijn naam staan over zijn vakgebied, geschiedenis, theater, journalistiek en samenleving. Daarnaast is hij adviseur voor de Noorse Unesco-commissie, televisieproducent en een bekend mediacommentator.
Nog tot het einde van het academiejaar geeft hij in België les aan doctoraatstudenten in het kader van zijn Francqui-leerstoel.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Etterbeek , Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni