Nieuwe VUB-rector pleit voor autonome, internationale universiteit

Karolien Merchiers
© Brussel Deze Week
16/05/2008
Met een nipte meerderheid van de stemmen won professor Paul De Knop vlak voor het weekend de tiende rectorverkiezing van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Hij zal zijn overvolle agenda de komende maanden grondig moeten herschikken, om zijn nieuwe rol op te nemen. Maar dat belet niet dat de man nu al bruist van de ideeën over de VUB.

Eind september zal rector Benjamin Van Camp na twee ambtstermijnen zijn stoel overlaten aan zijn opvolger, professor Paul De Knop. Die haalde het na een spannende strijd met 56 procent van de stemmen van zijn tegenkandidaat, professor Jan Cornelis.

Zijn huidige engagementen doen de agenda van De Knop aardig vollopen. Zo is hij behalve decaan van de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie ook nog adjunct-kabinetschef bij Vlaams minister van Sport Bert Anciaux (Vl.Pro) en voorzitter van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs (GO). Maar hij is vastberaden om zijn nieuwe roeping alle ruimte te geven. "Mijn functie als decaan liep toch ten einde; mijn functie op het kabinet geef ik op, en ik zal alleen nog als vertegenwoordiger van de VUB in de Raad van het GO zetelen, omdat ik vind dat die functies niet verenigbaar zijn," zegt hij. "Ik zal wel doorgaan met lesgeven om het contact met de studenten niet te verliezen, en ook met onderzoek - zij het op een lager pitje."

U hebt zich de voorbije jaren duidelijk geprofileerd op sportief vlak. Zult u in staat zijn om vanuit die hoek de volledige universiteit in handen te nemen?
Paul De Knop:
"Ik ben het niet eens met dat etiket. Ik ben jarenlang decaan geweest, ik draai mee in het politieke beleid, was voorzitter van de Commissie voor Externe Relaties, en ben voorzitter van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs. Ik heb een managementsopleiding gevolgd, heb een sportcentrum op de campus uit de grond gestampt en geef ook les in Nederland. Al die ervaringen hebben me een brede kijk op de wereld buiten mijn faculteit gegeven."

"Ik wil die ervaringen en contacten met het onderwijs en de politiek dan ook veel meer inschakelen in het beleid van de VUB. Ik wil scholen aanspreken om het project van de VUB ruchtbaarheid te geven, ook binnen het vrij onderwijs. Jongeren moeten duidelijk weten waar we voor staan, want termen als actief pluralisme klinken velen te abstract in de oren, en dat beseffen we op de VUB te weinig. Mensen moeten zien dat we geen stelletje rabiate vrijzinnigen zijn, maar een open gemeenschap. Door meer voeling te hebben met de buitenwereld wil ik de VUB meer zuurstof geven."

Meer zuurstof geven betekent ook: meer studenten aantrekken, en dus meer overheidsgeld.
De Knop:
"Ik ben een grote tegenstander van de schaalvergroting die de politiek ons probeert op te dringen. Minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (SP.A) heeft een output-financiering tot stand gebracht, waarbij de subsidie wordt gekoppeld aan het aantal publicaties en het aantal diploma's dat een universiteit produceert. Wij moeten concurrentieel zijn in ons wetenschappelijk onderzoek, maar niet in onderwijs. De VUB heeft zeer competente onderzoekers, en dat is veel belangrijker dan het aantal studenten. Groter is niet altijd beter. Men mag de universiteit niet zien als een economisch bedrijfskundig model, waarbij er zoveel mogelijk studenten per docent moeten zijn. Als de visitatiecommissie de kine-opleiding van de VUB de beste van Vlaanderen noemt, moet ik dan piekeren over de vraag of er wel voldoende studenten zitten? Integendeel, men moet zorgen dat er voldoende middelen komen om kwalitatief hoogstaand les te kunnen geven aan kleine groepen. Als u tennislessen neemt, dan staat u toch ook liever niet met zestig op een terrein? Voor de studenten is het ook beter om in kleinere groepen les te krijgen dan in auditoria met achthonderd tegelijk. En zoveel hoeft dat niet altijd te kosten, want in Vlaanderen hebben we nu abnormaal veel hoorcolleges. In Nederland bijvoorbeeld zijn dat er hooguit tien per week; daar moeten de studenten veel meer zelfstandig werken. En er bestaan ook heel wat alternatieven zoals tele-onderwijs, open universiteit of digitale lesmodules. Bovendien staat dat economische model dat Vandenbroucke door schaalvergroting probeert te creëren, haaks op zijn eigen plannen om de drempel te verlagen en leerlingen uit het technisch en beroepsonderwijs naar de universiteit te lokken. Ik sta voor driehonderd procent achter die laagdrempeligheid, maar ik heb ernstige vragen bij de afkalving van de programma's. Men gaat averechts tewerk door eerst de bachelor­opleidingen te rationaliseren. Net deze instapjaren moeten lokaal behouden blijven, om kansarme jongeren niet te ontmoedigen. Als ze naar de andere kant van het land moeten trekken en fortuinen besteden aan de huur van een kot, dan haken ze sneller af."

"Voor de masteropleidingen kan er wél samengewerkt worden; maar dan in functie van de onderwijscapaciteit, zoals ze in Nederland al doen. Maar op dat punt hebben we nog veel werk, want ik betwijfel bijvoorbeeld sterk dat de universiteit van Gent, onze alliantiepartner, bereid zal zijn om zijn kine-opleiding af te bouwen ten voordele van de onze."

Met wie zou u dan het liefst in zee gaan?
De Knop:
"De VUB moet niet groter, maar sterker worden en over de taal- en gemeenschapsgrenzen heen samenwerken om buitenlandse studenten en onderzoekers aan te trekken. Ik kijk hierbij in de eerste plaats naar de ULB. Waarom moeten onze studenten bijvoorbeeld een jaar in Frankrijk gaan studeren, als ze evengoed een lessenpakket bij onze buren kunnen volgen? Talenkennis is essen­tieel. Zonder talenkennis ben je geen master, maar meester. Ik ben uiteraard bereid om met elke universiteit samen te werken, als het maar vanuit onze sterkte gebeurt."

Ook over de ideologische grenzen heen?
De Knop:
"We moeten eindelijk eens afstappen van die traditionele opdeling. Zijn die grenzen dan nog zo belangrijk? We moeten rationeel leren denken. Hoe kunnen we nu concurreren op internationaal niveau als we ons nog niet eens over die oude barrières heen kunnen zetten? Ik merk bijvoorbeeld dat de Universiteit Gent maar al te blij is met de alliantie met de VUB, omdat ze voet aan wal krijgt in deze grootstad. Maar ik voel tegelijk dat ze die samenwerking ook niet te ver wil laten gaan, omdat ze bang is dat haar partner, de Arteveldehogeschool, dan zou afhaken om ideologische redenen. En nog steeds zijn sommige artsen in spe terughoudend om in ons UZ stage te lopen, omdat ze dan later moeilijker aan de bak geraken in katholieke ziekenhuizen. Ik zeg niet dat het makkelijk zal zijn om die muren neer te halen, maar het zal toch moeten. Onze internationale rol is zoveel belangrijker."

Hoe moet de VUB volgens u dan inspelen op de internationale aanwezigheid in Brussel?
De Knop:
"Als je het vanuit Europees perspectief bekijkt, dan kunnen moeilijk alle Vlaamse universiteiten zich een internationale rol aanmeten. Dat zou een onnodige versnippering betekenen in zo'n klein gebied. Ik vind dat de VUB en de ULB samen die rol duidelijk op zich zouden moeten nemen en een unieke setting met een meerwaarde bieden aan buitenlandse studenten en onderzoekers die naar ons land komen. Het is een kwestie van goede afspraken te maken. We moeten leren rationeel en internationaal te denken."

"Een voorbeeld: volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn er wereldwijd vier miljoen artsen te weinig, en dat terwijl wij in Brussel onze onderwijscapaciteit niet ten volle benutten omdat er een numerus clausus is. Dat is toch te gek. Wij zijn een van de rijkste regio's ter wereld met de capaciteit om artsen te vormen - en we mogen niet!"

Volgens uw voorganger heeft het relatief lage studentenaantal voor een stuk te maken met het imago van Brussel.
De Knop:
"Inderdaad. Brussel is een dure stad om te wonen en heeft een kosmopolitisch imago dat veel ouders afschrikt om hun kinderen er te laten studeren, terwijl dat net een meerwaarde is. Ook de meertaligheid is een troef, maar schrikt mensen soms af. Daarnaast vertroebelen ook de mobiliteitsproblemen en de vele stakingen en betogingen het imago van de stad. Brussel heeft het voordeel een grootstad te zijn, maar het nadeel ervan is dat de Vlamingen er een beetje vergeten worden in het politieke discours. Kijk maar naar de discussie over B-H-V. In andere steden zoals Antwerpen is dat heel anders. Daar staat men als een blok achter zijn universiteit."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni