Op stap met Gilles Verstraeten: 'Ha, de regenboogvlag hangt er nog!'

© BRUZZ
18/07/2021

| Gilles Verstraeten

N-VA-parlementslid Gilles Verstraeten is veel tegelijk. Liberaal, conservatief, flamingant en uitgesproken homo. En hij woont in Kuregem. Ondanks de vele grootstedelijke problemen ziet hij het goedkomen met de hoofdstad. Deze Jacques Brel-fanaat mag de spits afbijten in deze zomerreeks, waarin Brusselaars ons te voet meenemen door hun wijk. “Wat we in Brussel kunnen oplossen, kunnen we overal oplossen.”

In Kuregem valt altijd wat te beleven. We zijn er met N-VA-parlementslid Gilles Verstraeten voor een zomerinterview. Na een wandeling van het Raadsplein naar de Heyvaertstraat en terug, vleien we ons neer op het terras van een sympathiek Roemeens café. Een koppel handelsreizigers spreekt ons aan. Ze menen in het nette pak van Gilles Verstraeten iemand van de gemeente Anderlecht te ontwaren. Ze proberen luchtverversingsapparaten te verkopen. Ze hebben er zowaar één bij. En ze zoeken een toegang tot de gemeenteadministratie. Veel succes hebben ze niet. “Ik zit in de oppositie,” zegt Verstraeten. Ze druipen af. In de achtergrond zien we hoe enkele mannen een stroom­cabine hebben opengebroken en er hun smart­phone opladen. “Welkom in Kuregem,” lacht Verstraeten.

De stempel van alle migratiestromen

Dat is zonder al te veel cynisme. De N-VA'er heeft het eigenlijk wel naar zijn zin in het multiculturele Kuregem. “Zeker. Het is anders dan het monoculturele oud-Molenbeek waar je naar verluidt geen café met pintjes meer kan vinden,” zegt hij. “Kuregem is een aankomstwijk. En dat is al honderd jaar zo. Alle migratiestromen zijn hier gepasseerd en ze hebben allemaal hun stempel nagelaten.”

Hij toont ons de Joodse synagoge. “Er kwamen lang geleden vooral joden wonen, later Italianen en Spanjaarden, Grieken ook. Ze gingen weer weg, maar velen hielden een band met Kuregem. Er zijn nog altijd die werkmanscafés. Toen kwamen Marokkanen, daarna zwart-Afrikanen. De laatste categorie in deze aankomstwijk zijn de Oost-Europeanen.”

Verstraeten zakt geregeld af naar de Abattoir, waar heel die superdiverse samenleving samenkomt op één plek. Hij gaat er dan pannenkoeken eten aan een Vlaams kraampje, waar de Nederlandstaligen in Kuregem weleens verzamelen blazen. “Je vindt er dan alles. Oude Brusselaars, mensen uit het Pajottenland, Franstaligen, Brusselse homo's.” Hij verbaast zich ook over de inventiviteit van de Vlaamse slagers op de site die ontdekt hebben dat ze met Roemeense vlees­specialiteiten een mooie cent kunnen verdienen.

"Wat er in Brussel ontbreekt is een beleid rond woonkwaliteit."

Gilles Verstraeten (N-VA)

Gilles Verstraeten 2 N-VA installatie Brussels Parlement

Maar niet alles gaat zo goed in Kuregem. Verstraeten kent ook de rauwe kanten van de buurt. Als een van de weinige politici was hij daags na de verwoestende brand in de Heyvaertstraat ter plekke aanwezig. Verstraeten: “Toen heeft de brandweer met drones de drie dodelijke slachtoffers gevonden.”

“Ik was als gemeenteraadslid al vóór deze brand bezig met huisjesmelkerij. Ik had een maand voordien het schepencollege vragen gesteld over de gemeentelijke controle op les marchands de sommeil. En toen brak die brand uit. Een week later was er in de Memlingstraat weer een brand, gelukkig zonder dodelijke slachtoffers.”

“Wat er in Brussel ontbreekt, is een beleid rond woonkwaliteit. Brussel kan daar van Antwerpen wat leren. Daar zijn bureaus opgericht die zich alleen met woonkwaliteit bezighouden.”

Miserie achter de gevels

We hebben wel wat bekijks tijdens het wandelinterview. Gilles Verstraeten is, zoals steeds, uiterst keurig gekleed. In pak met krijtstreep, opgeblonken schoenen en een leren boekentas. Zijn blonde haren in een perfecte zijstreep. Hij valt op in een buurt waar armoede heerst en die verloederd is. In een zijstraatje van de Heyvaertstraat maken we een bocht en lopen over een betonnen esplanade door een galerij terug naar de Slachthuizen. Het lijkt wel het Oostblok in de jaren 1980. Of Syrië na een bombardement. Er zijn anno 2021 weinig plekken in Brussel die er zo triest bij liggen.

1762 OP STAP  Gilles Verstraeten 3

| Verstraeten aan het gemeentehuis van Anderlecht, in Kuregem.

Verstraeten: “De gemeentepolitiek heeft Kuregem lang verwaarloosd. Iedereen kent het verhaal van de Anderlechtse burgemeester die aan de Wayezstraat een groot 'Welkom in Anderlecht' liet hangen. Kuregem telde gewoon niet mee. Dat verklaart veel van de problemen van vandaag, zelfs al probeert de gemeente wel te investeren Tegelijk ben ik een van de weinige gemeenteraadsleden die in Kuregem woont. Na de gemeenteraad zijn de meesten snel weg, vaak met hun wagen. Terwijl ik naar mijn appartement wandel.”
“Er zijn hier majestueuze panden, maar je ziet al vaak aan de gevels welke miserie er zich achter schuilhoudt. Je ziet dan een prachtig art-nouveau­huis, maar met een balustrade gemaakt van afgedankte paletten.”

Geen destructief verhaal

Verstraeten zal binnenkort ook Kuregem verlaten. Hij heeft aan het Astridpark een art-decoappartement gekocht. “Ik heb ook in Kuregem gezocht, hoor, maar ik heb intussen geleerd dat je als je in Brussel iets wil kopen, niet mag twijfelen. Als iets je bevalt, snel tekenen, want voordat je het weet, heeft iemand anders het voor je neus weggekocht.”

We vragen wat Verstraeten ertoe bewogen heeft om in de politiek te stappen. Hij was lang bestuurslid en uiteindelijk voorzitter van de liberale studentenvereniging LVSV. Daar leerde hij wat liberalisme is, in zijn meest zuivere vorm, het kapitalisme en individuele rechten. Maar ook het conservatisme. Hij deed hem bij de N-VA belanden en niet bij het “te linkse Open VLD van Gwendolyn Rutten”.
Voor Verstraeten is conservatisme geen ideologie: “Het is een manier om naar de wereld te kijken. Je kijkt naar wat er is, en begrijpt dat dat zijn reden van bestaan heeft. En je vraagt je af of wat zich nieuw aandient werkelijk beter is.”

“Ik heb lak aan extremistische partijen die de samenleving voortdurend in een kwaad daglicht stellen, mensen kwaad maken, om ze aan zich te binden.

Gilles Verstraeten (N-VA)

Gilles Verstraeten 2 N-VA installatie Brussels Parlement

“Ik vind individuele vrijheden heel belangrijk, maar op het einde van de rit moet je als samenleving wel een gemeenschappelijk verhaal schrijven. Alleen daarop kan solidariteit gestoeld zijn.”
Verstraeten weet tegelijk dat politiek om macht draait, maar gratuite macht en de 'politique politicienne' kunnen hem maar matig boeien. N-VA zit in Brussel overal in de oppositie. Dat mag geen destructief verhaal zijn, vindt hij. “Natuurlijk niet. Dat is toch de reden waarom je aan politiek doet. Het heeft geen zin om zaken aan te klagen zonder pistes voor verbetering voor te stellen. Na een tijd ben je niet meer geloofwaardig.”

“Ik heb ook lak aan extremistische partijen die de samenleving voortdurend in een kwaad daglicht stellen, mensen kwaad maken, ze kwaad houden, met als enige bedoeling om hen aan zich te binden. Dat is niet de essentie van de politiek.”

Straatverkopers

Wat die essentie dan is? Verstraeten: “Democratische politiek is je inzetten voor de hele bevolking vanuit je eigen visie op de samenleving. Samen met de andere gekozenen probeer je dan een pad te zoeken om vooruit te gaan. Het is een liberale visie die lijnrecht staat tegenover die van Carl Schmitt, de briljante jurist van de nazi's. Die zei: 'Politiek is vijandschap. Je hebt een vijand nodig.' Dat is niet waar ik voor sta. Alleen moet ik vaststellen dat het er op de sociale media anders aan toegaat. Mocht Carl Schmitt dat zien, hij zou zich in de handjes wrijven.”

1762 OP STAP  Gilles Verstraeten 2

We wandelen naar het Raadsplein. Enkele straatverkopers worden door de politie aan­gemaand om weg te gaan. Ze ruimen alles op, “maar het is dweilen met de kraan open,” zegt Verstraeten. “Een politieman vertelde mij dat ze die mensen proberen te beboeten, maar dat is bijna niet te doen. Ze halen dan vier verfrommelde papiertjes naar boven. Vier keer een bevel om het grondgebied te verlaten.”

Terug op het Raadsplein. Verstraeten kijkt naar het statige gemeentehuis. “Ha,” zegt hij, “de regenboogvlag hangt er nog! Prima werk van het gemeentebestuur.” Verstraeten draagt ook zelf een regenboogpolsbandje, wat aanleiding geeft tot gesprekken over zijn geaardheid met de Kuregemse en Brusselse bevolking.

Sodom en Gomorra

Ook zijn ouders thuis in Kortrijk waren snel in het reine met hun homoseksuele zoon. “Mijn ouders waren op dat vlak heel permissief. Ik ging als zestienjarige al naar Brussel, en bleef dan bij een vriend slapen. Ik ontdekte aan het Sint-­Goriksplein het Sodom en Gomorra. Ik vond het fantastisch. Brussel heeft me nooit meer losgelaten.” Ook de homobeweging draagt hij een warm hart toe. “Op 23 juli vertrek ik naar Boedapest. Voor de gaypride. Samen met Vlaams Parlementslid Piet De Bruyn en Europees Parlementslid Assita Kanko. Ik heb er vertrouwen in. De burgemeester van Boedapest is zich aan het ontpoppen als uitdager van Viktor Orbán.”

1762 OP STAP  Gilles Verstraeten 1

Verstraeten blijft bovenal ook N-VA'er. En toch: een separatist wil hij niet genoemd worden. “Ik ben een confederalist. Vlaanderen, Wallonië en Brussel hebben een gedeelde geschiedenis. Dat wis je niet weg. Ik zeg wel: wat goed werkt, moeten we versterken. Het Nederlandstalige onderwijs is uitstekend. Ik vertel het ook in Vlaanderen. Hoe het Nederlandstalige onderwijs gedoemd was om te verdwijnen, en nu een succes is. Ik geloof dat dat onze kracht is in Brussel. We nemen de leidende rol hier. We brengen vanuit Vlaanderen kwaliteit in het beleid in Brussel. Franstalige politici, zeker die van de jonge generatie, hebben dat heel goed begrepen.”

Het is ook wat Verstraeten vertelt aan Vlamingen die misschien wat meewarig kijken naar die hoofdstad die niet helemaal meer van hen is. “Brussel heeft zijn problemen, maar die zullen vanzelf niet verdwijnen. En uiteindelijk komen die in Vlaanderen terecht. Alleen al daarom moet Vlaanderen hier het voortouw nemen, en met oplossingen komen. Vanuit de wetenschap: wat we in Brussel kunnen oplossen, kunnen we overal oplossen.”

Madame Flandre

Verstraeten staat als Vlaams-nationalist uiteraard op de taalrechten in Brussel, maar hij kan tegelijk niet verhullen dat hij een liefde koestert voor het Frans. Hij spreekt het uitstekend. “Ik pik snel talen op,” zei hij ons eerder.

Nu bekent hij dat zijn jeugd gebaad ging in de Franstalige cultuur. “Niet omdat ik uit de Franstalige bourgeoisie in Kortrijk kwam, eerder integendeel. Maar thuis was het al chanson wat de klok sloeg. En ik ben dan ook een immense Jacques Brel-fanaat. Ik hou van de teksten, van de lyriek. De mooiste nummers die over Vlaanderen gemaakt zijn, zijn in het Frans. En ken je Liliane Wouters, een Brusselse dichteres met West-­Vlaamse roots? Ze schreef 'Madame Flandre', later gezongen door de Waalse folk­zanger Julos Beaucarne. Magnifiek hoe de lof over Vlaanderen gezongen wordt in het zwierigste Frans.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni