Open VLD en CD&V stellen vragen bij masterplan Woonzorgzones
Over één vaststelling is nagenoeg iedereen het eens. Is Vlaanderen met het culturele veld en onderwijs een speler die ertoe doet in Brussel, dan is dat op het vlak van bejaardenzorg een stuk minder. Er zijn weinig Vlaamse rusthuizen, dagcentra, thuisverplegers enzovoort. Vlaanderen heeft besloten om een tand bij te steken. Het nam een woonzorgplanner onder de arm, Kris Lombaert, die vertrouwd is met het Brusselse vastgoed, en tekende woonzorgzones uit in Brussel. Dat zijn wijken of stadsdelen, meestal met veel Nederlandstalige senioren, waar geïnvesteerd zal worden in Nederlandstalige bejaardenvoorzieningen. Het model is dat van de woonzorgcentra dat furore maakt in Nederland en Vlaanderen en waarbij alle seniorenvoorzieningen, van 'aanleunwoningen' tot kapper, op een site worden samengebracht. De bijbehorende filosofie is het zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen van senioren.
Iedereen ziet van veraf aankomen dat dit geen makkelijke klus wordt, ondanks het geld dat via het Brusselfonds voorhanden is. Niet in de laatste plaats Vlaams minister voor Brussel Bert Anciaux (VlaamsProgressieven) weet dat hij hier een kluif aan heeft. Hij richtte tien jaar geleden zelf een rusthuis op in Neder-Over-Heembeek, met alle moeilijkheden van dien: dure grondprijzen, tegenwerkende overheden. Over een jaar loopt de legislatuur af. Anciaux hoopt nu dat tegen dan de bouwvergunningen zullen zijn ingediend voor de eerste projecten.
Maar, zo vraagt Open-VLD zich nu af, misschien is het tegen dat de gebouwen er zullen staan, te laat. Het aantal Vlamingen in de hoofdstad neemt af. Zowel Jean-Luc Vanraes (Raad van de VGC) als Sven Gatz (Vlaams Parlement) vragen zich af of rusthuizen die alleen op Vlamingen mikken, wel rendabel zullen zijn. "Neem nu Parkresidentie", zegt Vanraes "Het mikt op Nederlandstaligen. Maar er blijven regelmatig flats leegstaan."
Minister Anciaux is verrast over de vraag van Open-VLD. "Het is voor iedereen duidelijk dat er een tekort is aan Vlaamse bejaardenvoorzieningen in de hoofdstad." Volgens Anciaux is er een theoretisch potentieel van 1200 Vlaamse rusthuisbedden in de hoofstad. "Er zijn er nu 117", voegt hij daar fijntjes aan toe.
De Vlaamse minister geeft wel toe dat Brussel vandaag, door het grote aanbod aan tweetalige rusthuisbedden, goed bedeeld is. "Maar de verwachting is dat het aantal rusthuisbedden zal dalen. In 2010 gelden strengere normen. Kleine onconfortabele rusthuiskamers zullen dus verdwijnen. Er komt dus zeker ruimte vrij voor comfortabele, betaalbare rusthuisbedden."
Volgens Anciaux biedt Vlaanderen, door het concept van de woonzorgzone een meerwaarde die de Vlaamse voorzieningen extra aantrekkelijk zullen maken. "We willen niet alleen rusthuizen bouwen," zegt Anciaux, "maar vooral het de bejaarden zo gemakkelijk mogelijk maken om zo lang mogelijk thuis te wonen."
Voor parlementslid Sven Gatz is de graadmeter ook de interesse van de markt. Vlaanderen heeft beslist om de rusthuizen en bejaardeninfrastructuur samen met privépromotoren op te richten. Volgens het kabinet-Anciaux is die interesse er zeker.
Anciaux heeft zopas samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie een kenniscentrum opgericht dat de expertise rond wonen voor Nederlandstalige bejaarden in de hoofdstad moet verzamelen. Herwig Teugels (voormalig kabinetsadviseur van collegelid Brigitte Grouwels, CD&V) is aangetrokken als expert. In tegenstelling tot de woonzorgplanner die zich met vastgoed bezighoudt, zal Teugels zich vooral met het inhoudelijk aspect bezighouden rond zorgwonen voor ouderen in de hoofdstad.
Interessant is ook dat Vlaanderen al proactief op zoek is naar het personeel om de rusthuizen en andere bejaardenvoorzieningen aan mankracht te helpen. Dat is traditioneel een harde dobber in Brussel. Tracé werd aangezocht om prioritair opleidingsprogramma's op stapel te zetten die met bejaardenzorg te maken hebben. Volgens de woonzorgplanner zijn er 150 zorgverstrekkers nodig. Dat is tamelijk veel, "maar die moeten er maar geleidelijk aan komen", zegt Anciaux.
Er zijn zes woonzorgzones uitgetekend. In de toekomst worden het er 33. Als Vlaanderen het ambitieuze plan kan doorzetten, ontstaat er een volledig uitgebouwd eentalig Vlaams circuit voor bejaardenzorg in Brussel.
De basisbedoeling is alvast uitdrukkelijk om dat los te doen van bijvoorbeeld de (tweetalige) OCMW-voorzieningen. Vlaams parlementslid Paul Delva (CD&V) heeft het daar moeilijk mee. "We mogen dezelfde fout niet maken als in de jaren tachtig", zegt hij. "Toen zijn er volop Nederlandstalige gemeenschapscentra opgericht om een lokaal cultuurbeleid te voeren in de negentien gemeenten. Dat heeft de Brusselse gemeenten gederesponsabiliseerd. Ze moesten zich niet meer met Nederlandstalige cultuur bezighouden. Het kan niet de bedoeling zijn dat de OCMW's geen aandacht meer besteden aan Nederlandstalige bejaardenzorg omdat Vlaanderen die plaats inneemt."
Hoe zit het dan met de samenwering tussen Brusselse OCMW's en Vlaanderen? Anciaux blaast een beetje koud en warm. In de adviesnota van woonzorgplanner Kris Lombaert staat uitdrukkelijk dat een samenwerking met de Brusselse OCMW's af te raden valt omwille van de ontransparante werking en het Nederlandsonkundig karakter van de OCMW's. Structurele samenwerking tussen Vlaanderen en de tweetalige OCMW's is dus niet de opzet, maar Anciaux heeft niets tegen punctuele samenwerking met de lokale besturen cas par cas, al zijn de eerste contacten niet echt bemoedigend.
Zo kreeg Vlaanderen bij een vraag tot samenwerking met het OCMW van Ganshoren het deksel op de neus, ondanks eerdere toezeggingen. Vlaanderen wou er stuk grond kopen om er serviceflats te bouwen. Dat zou samen met het lokaal dienstencentrum en een nabijgelegen privérusthuis al een mooi begin vormen van een echte woonzorgzone. Burgemeester Michèle Carthé (PS) stak daar een stokje voor. Omdat ze geen Vlaamse projecten lust in haar gemeente, zo klinkt het in de wandelgangen.
Volgens Vlaamse Schepen René Coppens (Open-VLD) zijn dat praatjes. "Het OCMW heeft nooit een toezegging gedaan. Het project is inderdaad voorgesteld op het schepencollege, maar haalde daar geen meerderheid. Zo eenvoudig is het. Met communautaire beweegredenen heeft dat niet veel te maken. Ganshoren heeft nog drie à vier gronden in reserve. We krijgen elk jaar wel dertig brieven van promotoren die de gronden graag willen kopen om er een appartementsblok neer te zetten. De gemeente wil die echter nu niet ontwikkelen. We vinden ook dat de gemeente, die al een oude bevolking kent, eerder jonge mensen moet aantrekken. Serviceflats passen niet in dat plaatje. Het is niet omdat een paar Vlamingen onder elkaar in Ganshoren het een goed idee vinden om op een stuk grond van de gemeente serviceflats te bouwen, dat het in kannen en kruiken is, hé."
Ook in Evere wordt verder onderhandeld met het tweetalige rusthuis Sint-Jozef. De Vlaamse regering was bereid er een vleugel bij te bouwen voor dementerende bejaarden, maar dat kon alleen als het rusthuis van een tweetalig naar een Vlaamse regime zou overstappen. Het rusthuis heeft nu al een vrij Vlaams profiel. Toch bleek de directeur daartoe niet bereid, omdat, zo zegt hij, "een Vlaams eentalig rusthuis in Brussel niet 'verkoopt'."
Maar het is niet allemaal kommer en kwel. De stad Brussel en Vlaanderen hebben twee jaar geleden een principeakkoord afgesloten voor een grondruil in hartje Heembeek. Vlaanderen krijgt grond naast de Sint-Pieters en Paulkerk, waar serviceflats, een bibliotheek en een gemeenschapscentrum komen. In ruil bouwt Vlaanderen middenklassewoningen voor de stad Brussel. Het akkoord is onlangs in de gemeenteraad van Brussel bekrachtigd zodat het er naar uitziet dat hier het snelst vordering kan worden gemaakt. Er zijn tot slot ook nog gesprekken aan de gang met een privépromotor voor de bouw van bejaardenvoorzieningen aan het Weststation in Anderlecht.
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.