Opinie: Kuregem, nog maar eens
Door Danny Vileyn, journalist voor Brussel Deze Week.
Dit is maar een van de vele uitspraken die dagbladjournalisten vorige week noteerden uit de mond van inwoners van de Anderlechtse probleemwijk Kuregem. Aan het woord is geen vereenzaamde, bange bejaarde, maar een jonge Congolese moeder op stap met haar kinderwagen. Dat zegt veel over de sfeer in de wijk. De schrik treft iedereen, jong en oud, autochtoon en allochtoon.
Even de feiten op een rijtje. Vorige week dinsdag gooiden twee jongeren een molotovcocktail naar bus 46 op de Bergensesteenweg. Reizigers kwamen er met de schrik van af, maar voor de MIVB-chauffeurs, die nochtans veel gewoon zijn, was de maat vol. Na het incident legden ze het werk neer. Een staking, die woensdag heel het hoofdstedelijk openbaar vervoer in de war stuurde. Op donderdag had dan een bus van de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn prijs. Ook het personeel van de Lijn gaf er een dag lang de brui aan. Volgens chauffeurs van De Lijn gaat er geen dag voorbij zonder incidenten op de lijnen 116, 117 en 118, die alle door Anderlecht rijden. Ze zijn het spuugzat. Chauffeurs willen ook alleen anoniem geciteerd worden. Uit angst voor represailles. Een angst die niet uit de lucht gegrepen is. Hoe vaak is al niet gezegd en geschreven dat incidenten volgen op (bijvoorbeeld) controles op zwartrijden?
Het voorgaande klinkt weinig bemoedigend, en dat is het ook, maar het is een goede zaak dat minister-president Charles Picqué en minister van Verkeer en Openbare Werken Pascal Smet, die de voogdij heeft over de MIVB, de feiten au sérieux nemen.
De MIVB heeft de voorbije jaren zwaar geïnvesteerd in veiligheid, in preventie en manschappen. Er zijn honderd zestig bijkomende veiligheidagenten aangeworven, in de metrostations werden honderd en tien bijkomende camera's geïnstalleerd, en alle nieuwe bussen zijn met een camera uitgerust. Smet kan dus een mooi palmares voorleggen.
De techniek en, bij uitbreiding, de preventie hebben echter hun grenzen. Dat laat het incident duidelijk zien. De chauffeur van de belaagde MIVB-bus was zo in paniek dat hij vergat op de alarmknop te drukken, waardoor de veiligheidsdiensten niet ter plekke kwamen.
Minister-president Charles Picqué is pessimistisch: "Ik wil niet in demagogie vervallen, maar de bevolking heeft er genoeg van. De inzet van het debat is de leefbaarheid van de stad. Na de stadsvlucht en de antipolitiek dreigen privatisering van de veiligheid en eigenrichting." Hoe zorgwekkend dit ook klinkt, Picqué vat de koe bij de hoorns. Op 10 april gaan hijzelf en minister Pascal Smet rond de tafel zitten met de zes burgemeesters die aan het hoofd staan van de zes politiezones, en met het parket. Meer dan punctuele maatregelen mogen we na deze bijeenkomst allicht niet verwachten. Daarom moet de Brusselse regering ook vooruit durven te blikken.
De jonge burgemeester van Anderlecht, Gaëtan Van Goidsenhoven, klaagt over een tekort van zeventig politieagenten omdat er te weinig middelen zijn. Maar volledigheidshalve moet hier ook aan toegevoegd worden dat er ook geen overvloed aan kandidaten is.
Hoog tijd om het debat een andere richting uit te sturen. Er moet eindelijk eens ernstig nagedacht worden over één politiezone in plaats van zes. Een grootstad heeft een eenvormig veiligheidsbeleid nodig, met één politiechef en één duidelijk herkenbare politiek verantwoordelijke, bij voorkeur de minister-president. Alvast een concreet punt voor de volgende staatshervorming.
Lees meer over: Anderlecht , Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.