Ordonnantie moet Brusselse huishoudhulpen beter beschermen

Het Brussels Parlement heeft vrijdag de ordonnantie goedgekeurd over de verbetering van de arbeidsomstandigheden van de huishoudhulpen, onder meer door een verlichting van de eindeloopbaan, een verplicht bezoek vooraf aan de werkplek en de uitsluiting van gebruikers die zich misdragen. De oppositie onthield zich.

Vandaag werken in Brussel 28.137 huishoudhulpen in de sector van de dienstencheques. 21.393 van hen zijn Brusselaar en 95 procent is vrouw, zeer vaak van buitenlandse origine en laaggeschoold. Dagelijks vervullen zij huishoudelijke taken bij 116.162 gebruikers.

De ordonnantie van Brussels minister van Werk Bernard Clerfayt (DéFI) bepaalt dat elke nieuwe werknemer in de sector een cyclus van 9 uur opleiding moet volgen. Jaarlijks moet elke werknemer verplichte opleiding van 16 uur krijgen. Voorts zijn in het kader van de permanente begeleiding van de ondernemingen jaarlijks 2 individuele gesprekken en een gezamenlijk gesprek voorzien.

Verplicht bezoek

Om de eindeloopbaan te verlichten, kunnen huishoudhulpen ouder dan 50 jaar mentor worden en hun vaardigheden en ervaring ten dienste stellen van minder ervaren collega's.

Voortaan wordt voor elke nieuwe klant een verplicht bezoek vooraf aan de woning uitgevoerd, vooraleer er met dienstencheques kan worden gewerkt. Dit bezoek maakt het mogelijk om zich ervan te vergewissen dat de ruimtes gezond zijn, dat er geschikt materiaal beschikbaar is en dat het aantal werkuren overeenstemt met de werklast.

Er zal eveneens een overeenkomst worden afgesloten tussen de gebruiker en de erkende onderneming om de contractuele verplichtingen en de verantwoordelijkheden tegenover de huishoudhulpen transparant te maken.

Gebruikers die zich misdragen, kunnen uitgesloten worden en geen gebruik meer maken van dienstencheques voor een termijn van 3 jaar en 5 jaar in geval van recidive. Els Rochette (Vooruit.brussels) waarschuwde voor het gevaar dat malafide dienstenchequegebruikers beroep zullen doen op huishoudhulpen zonder papieren.

Gilles Verstraeten stelde dat N-VA zich onthoudt omdat de hervorming onvoldoende perspectieven biedt voor de toekomst van de sector. Bovendien worden bijkomende maatregelen opgelegd terwijl heel wat (kleine) dienstenchequebedrijven in slechte papieren zitten. Hij hekelde ook de geruchten dat bij de begrotingsbesprekingen opnieuw een prijsverhoging van de dienstencheque op tafel ligt.