Overijse naar Grondwettelijk Hof tegen 'metropolitane gemeenschap'

Het schepencollege van Overijse vraagt aan het Grondwettelijk Hof de vernietiging van de beslissing tot oprichting van 'de hoofdstedelijke gemeenschap van Brussel' of 'Brusselse metropolitane gemeenschap'.

De oprichting maakt samen met onder meer de splitsing van BHV deel uit van de eerste fase van de zesde staatshervorming, die het federale parlement in juli heeft goedgekeurd. Bedoeling van deze metropolitane gemeenschap, die het territorium van de oude provincie Brabant omvat, is de samenwerking tussen Brussel en het hinterland te versterken.

Overijse had zich reeds in 2009 en 2011 uitgesproken tegen de oprichting van een dergelijke hoofdstedelijke gemeenschap en gaat niet akkoord met het feit dat de nieuwe regeling alle gemeenten uit deze regio verplicht om er deel van uit te maken.

'Overbodig'
Volgens Overijse is het nieuwe orgaan "volstrekt overbodig". Het heeft momenteel uitsluitend enkele bevoegdheden op vlak van mobiliteit. Zo dient het verplicht te overleggen bij plannen om nieuwe op- en afritten op de Brusselse ring aan te leggen of andere te sluiten.

"De Franstalige partijen koesteren echter ambities om op lange termijn aan deze hoofdstedelijke gemeenschap ook bevoegdheden over persoonsgebonden aangelegenheden zoals onderwijs en cultuur toe te vertrouwen", aldus Overijse.

Ook N-VA en Vlaams Belang stemden in het parlement tegen het plan omdat ze vrezen dat dit zal leiden tot de uitbreiding van Brussel.