Parket onderzoekt zaak-Achaoui

Het parket is een vooronderzoek gestart naar de zaak Achaoui. Dat blijkt uit het antwoord van minister Sven Gatz (Open Vld) op een reeks vragen uit het Brussels Parlement rond de zaak. Gatz geeft aan dat Het Gewest volledige medewerking verleent aan de gerechtelijke politie.

Naast tweede schepen in Molenbeek was Abdellah Achaoui ook voorzitter van de jeugdwerking van Union, tot hij eind januari zijn ontslag aan de club gaf omdat er vragen rezen rond de boekhouding van de organisatie. Volgens het Franstalige magazine Médor zou Achaoui gesjoemeld hebben met de kas van die jeugdwerking. Union weerlegt die beschuldiging.

Gatz benadrukt dat het Gewest slechts inzage heeft in de financiële huishouding van de jeugdwerking van Union voor zover die betrekking heeft op de subsidies die zij ontvangen. In 2019 ontving de VZW jeugdacademie Union Saint-Gilloise een subsidie van 200.000 euro van het Gewest. Maar de vzw haalt ook middelen uit andere bronnen, en daar heeft het Gewest geen controle of bevoegdheid over.

Bovendien is het volgens de regels van de subsidies strikt verboden om personeelsleden uit te betalen met geld dat werd ontvangen van het Gewest. Achaoui zou volgens Medor namelijk ook een loon of vergoeding voor zijn activiteiten als voorzitter hebben ontvangen. Dat betwist Union niet, al zeggen zij dat het bedrag van die vergoeding vele malen lager lag dan de 2.000 euro per maand wat in het Franstalige blad staat geschreven.

Subsidie blijft belangrijk

Omdat het gaat over een subsidie voor het werkingsjaar 2019-2020, zal het Gewest pas een controle kunnen uitoefenen in de tweede helft van 2020. Als blijkt dat er fouten zijn gemaakt in de manier waarop het geld werd uitgegeven, kan het Gewest weigeren om de tweede schijf van de subsidie te betalen. Of die bedragen aftrekken van het totaalbedrag dat Union zou krijgen.

Gatz benadrukt het “bijzonder belang om de jeugdwerking van deze voetbalclub deftig te verankeren. Het is een belangrijke kweekvijver voor jong Brussels voetbaltalent. Dergelijke voorvallen zullen op gerechtelijk vlak verder onderzocht worden en stellen wat mij betreft in geen geval de pertinentie van deze toelage in vraag”.

Het Brussels parket was niet bereikbaar voor commentaar.