Het aantal lobbyisten dat in Brussel werkt, wordt hoger geschat dan de 32.000 EU-ambtenaren. Ze stellen als het ware hun eigen stand op tussen de EU-kramen, om er de belangen te slijten van hun belanghebber, consultbureau, bedrijfssector of ngo. In zijn nieuwe boek toont onderzoeksjournalist Peter Teffer aan hoe veel sectoren van vele walletjes eten.
| Peter Teffer, onderzoeksjournalist naar het lobbywerk in de Europese Unie.
Wie is Peter Teffer?
- Nederlandse onderzoeksjournalist
- Geboren in 1981
- Master in politicologie
- Werkt voor diverse internationale media
- Eerste boek in 2017: ‘Dieselgate: Hoe de industrie sjoemelde en Europa faalde’
- Van 2014 tot 2019 was hij redactielid van de in Brussel gevestigde nieuwswebsite EUobserver.com
Met de thrillerachtige publicatie Dieselgate: Hoe de industrie sjoemelde en Europa faalde (2017) legde onderzoeksjournalist Peter Teffer (38) de relatie bloot tussen de 'Brusselse bubbel', zoals de eurocratie genoemd wordt, en het gewiekste lobbywerk van de autoindustrie.
Binnenkort verschijnt Het lijkt Washington wel. Hoe lobbyisten Brussel in hun greep hebben. Een verhalenbundel aan research, die het besloten hof van de EU en haar lobbyisten uit de doeken doet. Hij vond lobbyvoorbeelden uit sectoren als defensie, (zonne)energie, landbouw, auto- en tabaksindustrie, maar ook van Uber en niet-gouvernementele organisaties (ngo's).
Alle lobbywerk draait rond economische belangen. Waarom gaat de EU-politiek mee in dit verhaal?
Peter Teffer: De grote overeenstemming tussen de lidstaten van de EU is nu eenmaal gestoeld op het kapitalistische systeem van de economie. Dat is niet verkeerd, maar dezelfde overeenstemming zie ik nergens als het over milieu gaat of over volksgezondheid. Daarvan profiteren lobbygroepen die zich inzetten voor het bedrijfsleven.
Er bestaat een register van lobbyorganisaties, maar het is vooralsnog niet verplicht om zich daarin in te schrijven, al is er om bij de Europese Commissie binnen te raken wel een verzoek tot inschrijving. De schattingen lopen uiteen, maar het aantal lobbyisten ligt wellicht hoger dan het aantal ambtenaren van de Europese Commissie.
Ook in de hoofdsteden van de lidstaten zijn er uiteraard lobbyisten. Komt daarbij dat ook politici lobbyen, zoals ministers die beseffen dat een bepaalde EU-regel te negatieve effecten zou hebben voor hun lokale industrie.
Hoe raakt de lobbyist betrokken in de besluitvorming?
Teffer: De Europese Commissie stelt vaak expertengroepen aan die advies moeten geven over welke wetgeving nodig is. De EU heeft al die experten niet in huis, want het is een vrij kleine organisatie van 32.000 mensen, vertalers en tolken inbegrepen. In de vier grootste gemeenten van Nederland werken al meer ambtenaren. Daardoor kan de Europese Commissie niet anders dan ook experten van buitenaf te vragen. Daar zit het probleem: veel van de expertengroepen zijn grotendeels samengesteld uit mensen uit de bedrijfssector die zichzelf verdedigen.
De bedrijven hebben vaak gedeelde belangen, zoals de autoindustrie die er alle belang bij had om niet al te strenge CO2-emissienormen in de wet opgenomen te zien. Dus hebben ze hard gelobbyd om de normen zo veel mogelijk af te zwakken. Eerder lukte het autolobbyisten in een expertengroep om de invoering van een nieuwe uitstoottest voor stikstofoxide te vertragen. De milieuzones bijvoorbeeld (voor beperking van stikstofoxide en fijn stof, red.), zoals in Brussel, zijn deels een gevolg van het feit dat de emissienormen van de EU niet goed werken. Er wordt na de Dieselgate-affaire (waarbij Volkswagen het uitstootgedrag van dieselmotoren manipuleerde, red.) nog onderzocht of er een kartel van autofabrikanten gezamenlijk besloot om te sjoemelen. Als dat klopt, betekent dat dat de sector moedwillig de uitstootnorm heeft willen omzeilen, in het besef dat dat mensenlevens zou kosten. Maar dat zijn anonieme doden, omdat te hoge uitstoot vooral indirect de levensverwachting verlaagt.
“Het is aan de EU om ieders verhaal te aanhoren, om de juiste beslissing voor het publieke belang te nemen”
U schrijft over enorme lobbybudgetten, die richting EU worden ingezet.
Teffer: Er is een grote kloof tussen lobbygroepen. Grote bedrijfssectoren kunnen miljoenen euro's per jaar besteden: Google bijvoorbeeld rapporteerde een jaarlijkse lobbybegroting van acht miljoen euro. Dat staat in contrast met organisaties met beperkte middelen, die veeleer het publieke belang verdedigen, zoals ngo's. Dat maakt het moeilijk om gehoord te worden als ngo. Een bedrijf heeft maar één doel: winst maken. Dat is legitiem. Lobbywerk maakt deel uit van investeringen van bedrijven.
De EU zou daar rekening mee moeten houden, door ook voldoende input te krijgen van de andere kant, zoals van ngo's. Ik stel vast dat hoge ambtenaren en politici veel meer gesprekken hebben met bedrijven dan met mensen die namens het publieke belang spreken. De EU moet ieders verhaal aanhoren, om de juiste beslissing voor het publieke belang te nemen.
Consultatie is dus een noodzakelijk kwaad.
Teffer: Lang niet elk bedrijf kan het zich permitteren om een permanent lobbykantoor in Brussel te huisvesten. Zij kunnen cliënt worden bij een consultancykantoor. Het is een heel bloeiende industrie in Brussel. Bedrijven hebben er nu eenmaal zoveel belang bij om zich op een goede manier vertegenwoordigd te zien, op die plekken waar de besluitvorming gebeurt. Door specialisten in Brussel te zetten, kan een groot aantal klanten uit de sector bediend worden.
Opmerkelijk is wel dat de consultancykantoren soms werk verrichten voor Europarlementariërs, terwijl die zelf al beschikken over assistenten. Ik ben weleens uitgenodigd door een consultancykantoor om een Europarlementslid te interviewen, over een wetsvoorstel over kunstmest. Later bleek dat de lobbyorganisatie van kunstmestproducenten daar achter zat.
U haalt het Uberlobbywerk aan dat een Eurocommissaris verleidde.
Teffer: Ik wou iets aantonen over de draaideur tussen politiek en bedrijfsleven, dat werd de affaire van Eurocommissaris Neelie Kroes (zij had van 2004 tot 2010 de portefeuille Mededinging en van 2010 tot 2014 Digitale Agenda, red.). Vanaf 2016 werd ze lid van de beleidsadviesraad van het internationale taxiplatform Uber. Ook wou ik aantonen hoe een nieuw bedrijf in een nieuwe sector, de deeleconomie, zijn belangen probeert te verdedigen. En ook hoe er een bepaalde koppeling zit tussen een politieke stroming en de belangen van dat bedrijf. Kroes verdedigde tijdens haar mandaat als Eurocommissaris Uber. De Brusselse handelsrechtbank besloot dat Uber tegen de regels werkte.
‘Wat is dit voor juridisch systeem?’ schreef Kroes op haar blog over de beslissing om het private taxibedrijf Uber te beboeten. "Ze riep mensen op om te klagen bij toenmalig Brussels ‘antimobiliteitsminister’ – zoals Kroes haar noemde - Brigitte Grouwels (CD&V), die zich verweerde", schrijft Teffer in het boek. Volgens Grouwels biedt een systeem van zelfcontrole - door Ubergebruikers als referentie te nemen met hun beoordeling over de chauffeur - geen veiligheid. Chauffeurs moeten een licentie hebben en aan overheidsvoorwaarden voldoen, stelde Grouwels. Kroes zei dat dat onzin was.
Teffer: Dat werd extra interessant toen ze anderhalf jaar later voor Uber ging werken. De draaideur van politiek naar bedrijfsleven moet dus in het oog gehouden worden. Wie aan politiek doet, moet het publieke belang dienen en wie voor een bedrijf werkt, dient het private belang. Dacht Kroes al aan dat baantje bij Uber in de tijd dat ze Eurocommissaris was? Ik kan dat niet bewijzen, maar de schijn is er wel.
U speurt wel diep om de lobbywerking doorzichtig te maken.
Teffer: Uber en andere bedrijven hebben hun investeringen in lobbyactiviteiten de jongste jaren geïntensifieerd. Om evidente redenen: strategische EU-documenten kunnen beïnvloeden. Uberlobbyisten hebben in vier jaar tijd zeven Eurocommissarissen gesproken en 59 afspraken bij de Europese Commissie bekomen, meer dan Apple, BMW of Goldman Sachs. In 2014 was het Brusselse lobbybudget van Uber tussen 50.000 en 100.000 euro, in 2016 ging dat naar 600.000 euro, de jaren erna tot 900.000 euro. Die periode valt samen met de opstellingstermijn voor strategische documenten over deeleconomie bij de Commissie.
De term deeleconomie zet ons op een verkeerd spoor van blind geloof in vernieuwing.
Teffer: De term sharing economy (deeleconomie) is door de Europese Commissie na een tijd gewijzigd in collaborative economy (samenwerkingseconomie). Sharing of delen, klinkt vrij positief, alsof je het doet zonder er iets voor terug te willen. Terwijl het bedrijven zijn die geld willen verdienen, zoals het beursgenoteerde Uber en de verhuursite Airbnb. Die hebben er belang bij om gezien te worden als een soort hippieachtig, blij en alternatief bedrijf.
De Europese Commissie wou een strategiedocument maken over de deeleconomie, en waar bepaalde taken liggen. We zien immers vaak dat onduidelijk is of bestaande regels uit de analoge wereld direct van toepassing zijn op digitale diensten. Uber heeft, net als andere deeleconomiebedrijven, de inhoud van dat document willen beïnvloeden. Volgens Uber zouden overheidscontroles kunnen worden vervangen door recensiesystemen. Uiteindelijk is er in het strategiedocument van de Commissie wel een vaag en vrijblijvend zinnetje gekomen dat wetten kunnen worden vervangen, maar er wordt ook gewaarschuwd voor de schaduwkanten van de deeleconomie.
Wat mij opviel bij het lobbyen dat ik onderzocht is dat het zelden gebeurt dat één partij alles binnenhaalt. Het is veel genuanceerder. De uitkomst van een EU-verordening of richtlijn is vaak het resultaat van een compromis van compromissen, omdat er op heel veel niveaus een meerderheid nodig is: in het parlement, in de Raad van de EU, waarin grote en kleine lidstaten zitten en oost, west, zuid en noord compromissen moeten sluiten. Wat er aan EU-regels uitkomt, is vaak al een hele afzwakking van wat politiek mogelijk is, en niet van wat het meest wenselijk is.
Lobbyisten bewerken ook de media, en die gaan mee in dat verhaal?
Teffer: Zo verwittigt een ngo de pers dat ze op dat plein of in die straat, vaak Schuman, een manifestatie zal houden. Dat is een slimme techniek. Zeker tv en fotografen gaan daar gretig in mee. Als wat kleurrijke figuren actievoeren, dan is dat vaak een manier om het beeld rond die berichtgeving te beïnvloeden. En ja, dat werkt. Door gratis foto's te verspreiden, halen ze bij media met beperkte budgetten het nieuws.
Zijn de lobbyisten maffiosi of cowboys?
Teffer: Dat is een valse tegenstelling. Je kunt het de lobbyist niet kwalijk nemen dat hij zijn werk in het voordeel van zijn belangengroep doet. Het is aan de politicus om een besluit te nemen, nadat het hele pallet aan belangen werd gehoord. En dat besluit moet het publieke belang dienen. Al kan een lobbyist gerust ook het publieke belang dienen. Maar de ene is verkoper van thee en de andere van wapens.
Het lijkt Washington wel. Hoe lobbyisten Brussel in hun greep hebben. van Peter Teffer, Uitgeverij Volt, 288 blz, 22,50 euro
Lees meer over: Brussel , Politiek , Expo , lobbynetwerk , EU , Europese Unie , peter teffer , onderzoeksjournalistiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.