Portret: Michael Adonia Moscovici, Duits diplomaat
Z ijn naam verraadt het: mijn gastheer is geen volbloed Germaan. "Ik ben Roemeen van geboorte. Op mijn twaalfde, in 1962, ben ik samen met mijn ouders en zus in Duitsland terechtgekomen. Na een omweg langs Noorwegen, waar mijn broer is gebleven. We zijn niet clandestien gevlucht voor het communistische regime, neen. Wel vrijgekocht door de Noren. Naties als Noorwegen en de VS hadden indertijd met de Roemeense overheid een akkoord, waardoor in ruil voor een financiële compensatie op geregelde tijdstippen mensen het land uit mochten. Wij waren bij de gelukkigen."
"Mijn vader is nooit fan van de communisten geweest. Daarvan is mijn voornaam, Adonia, het levende bewijs. Adonia is de vierde zoon van koning David, die zelf de macht heeft proberen te grijpen. In het Hebreeuws betekent de naam: 'mijn heer is God'. Ik ben geboren in 1950, toen het stalinisme op zijn hoogtepunt was. Mij Adonia noemen was een kleine subversieve zet van vader om te zeggen dat Stalin zeker zijn heer niet was. Het blijft voor mij ook mijn eerste voornaam, Michael is er pas later bij gekomen."
"Het heeft tot na de val van Ceausescu geduurd vooraleer we het aangedurfd hebben terug te gaan. Mijn zus en ik hebben toen onze ouders meegenomen naar Iasi - spreek uit als Jas. Dat is een stadje in het noordoosten van Roemenië, waar mijn moeder is opgegroeid en waar ze ook mijn vader heeft leren kennen. Ik was er nog nooit geweest: toen we nog in Boekarest woonden, waren we te arm om aan toerisme te doen, zelfs in eigen land."
"Het was wel leuk om de roots van mijn ouders te ontdekken, maar ik moet tegelijkertijd bekennen dat ik weinig met mijn vaderland heb. Ten eerste was het er allerminst aangenaam wonen, ten tweede is er na de val van het communisme te veel misgelopen. Andere landen in Oost-Europa hebben het veel beter gedaan. Kijk maar naar Tsjechië, Hongarije of Polen. Roemenië heeft veel tijd verloren, al lijkt het nu toch beter te gaan."
Talenknobbel
Nadat hij zijn studie met vrucht volbracht had, ging mijn gastheer in dienst bij het toenmalige West-Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken. "Toen ben ik zo'n beetje wereldreiziger geworden. Na mijn eerste post in Zaïre (nu Congo, red.) ben ik - met enkele tussenstops in Duitsland - gedetacheerd naar Oslo, New York, Brussel, Lissabon en São Paulo. En nu ben ik dus weer in Brussel."
Moscovici vertelt het me allemaal in het Nederlands. Soms een beetje met horten en stoten, maar hij is vast van plan daarin verandering te brengen. "Ik ben twintig jaar samen geweest met een Nederlandse vrouw, met wie ik twee Congolese kinderen heb geadopteerd. Van hen heb ik Nederlands geleerd op fonetische wijze, maar ik heb de jongste jaren weinig kans gekregen om te oefenen. Nu poets ik mijn Nederlands weer op. Het probleem is wel dat ik in een heel Duitse omgeving werk. Ik neem nu elke gelegenheid te baat om Nederlands te leren en praat het ook nog steeds met mijn adoptiezoon en -dochter, die nu in Engeland wonen."
Moscovici heeft dan ook een echte talenknobbel. Behalve Duits en Nederlands spreekt hij ook Engels, Frans, Noors, Portugees en Roemeens. "Ik zou graag nog Hebreeuws leren en dan ben ik er zowat klaar mee. Of misschien dat er nog een of andere Slavische taal bijkomt. Talen kennen betekent makkelijk contact kunnen leggen met anderen. Zo werd me een paar weken geleden op het Schumanplein iets in het Engels gevraagd, maar ik hoorde duidelijk dat het niet de moedertaal van die mensen was. Het bleken Brazilianen te zijn, dus kon ik Portugees met hen praten. Ik herinner me heel goed de eerste keer dat ik het tegenovergestelde meemaakte. Ik was negentien, voor het eerst alleen op reis. Naar Afghanistan, toen nog een vredig koninkrijk. Op doortocht in Joegoslavië wilde ik iets gaan eten in een restaurant en moest ik tot mijn scha en schande ontdekken dat ik niet kon uitleggen wat ik wilde. Me zo hulpeloos voelen was een heel vreemde gewaarwording."
Verademing
Wat mijn gastheer ook vast van plan is deze keer, dat is België beter leren kennen dan de vorige keer. "Ik ben toen in verschillende steden geweest, maar het was steeds voor vergaderingen. Binnen en zo weer buiten: dat is niet de ideale manier om een land te ontdekken. Dat was twaalf jaar geleden, en ik ben toen vijf jaar gebleven. We woonden in Wezembeek-Oppem, nu heb ik bewust gekozen voor Brussel. Een mooie burgerwoning in de buurt van Montgomery. Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Niet alleen wonen we heel mooi, bovendien is het een onvoorstelbare luxe om een dak boven je hoofd te hebben in de stad waar je werkt."
"Het was heel prettig om opnieuw kennis te maken met Brussel. De stad is er mooier op geworden, minder grijs, aantrekkelijker voor de buitenstaander. Er zijn nog plekken die er niet uitzien, maar het blijft indrukwekkend wat Brussel in betrekkelijk korte tijd heeft gepresteerd. En dan heb je nog de excellente Belgische keuken. Het is eigenlijk moeilijker om een slecht restaurant te vinden dan één waar je uitstekend kunt tafelen. Vooral de middenklasse van restaurants is schitterend vertegenwoordigd."
"Brussel is ook vooruit op Duitse steden in het feit dat hier verschillende gemeenschappen met relatief weinig problemen samenleven. De grote moskee in het Jubelpark is voor mij daarvan een mooi symbool. In Duitsland zijn we nog lang zo ver niet; nu zitten ze al jaren te discussiëren: moskeeën bouwen of niet? De mensen hier zijn ook vriendelijk, niet echt conflict-minded, zacht van aard. In feite kun je wat er zich op politiek vlak afspiegelt, doortrekken naar het persoonlijke. Niet de harde confrontatie zoeken, wel de dialoog, compromissen sluiten."
"Ik zou veel meer willen proeven van het cultuurleven in Brussel, maar veel van mijn tijd wordt opgeslorpt door thuis, omdat ik met mijn tweede vrouw een zoontje van vier jaar heb en de zoon van mijn vrouw uit een eerder huwelijk, die nu veertien is, nog thuis woont. Jammer, want het Brusselse cultuurleven is enorm rijk. Niet alleen heb je de cultuur van die twee taalgemeenschappen, ook heeft Europa veel cultuur meegebracht. En om de zes maanden is er weer een ander land dat het voorzitterschap van de Unie waarneemt en zich van zijn beste kant wil tonen. Voor zo'n relatief kleine stad als Brussel is dat enorm."
"Komende van São Paulo, een industrieel mierennest van om en bij de twintig miljoen zielen, is Brussel een verademing. Er was hier de voorbije weken nogal wat commotie over smog. Als dit smog was, dan neem ik het er graag bij: vergeleken met São Paulo is de lucht hier de zuiverheid zelve. De eerste drie jaar hadden we geen noemenswaardige gezondheidsproblemen daar in Brazilië, maar het vierde jaar kreeg ieder lid van ons gezinnetje - en vooral mijn zoontje - problemen met de luchtwegen, de ogen, de neus. Toen vroeg ik me echt af of ik er wel goed aan deed om met zo'n klein kind in zo'n omgeving te wonen. Nogal wat Belgen klagen ook over de onveiligheid in Brussel, maar geloof me, dan zijn ze nog nooit in São Paulo geweest."
"Brussel was dus net wat we nodig hadden. Ik ben nu ook dichter bij mijn familie in Duitsland. Vijf uur rijden in de plaats van elf uur vliegen. En het Sauerland, de geboortestreek van mijn vrouw, ligt nog dichterbij."
Lees meer over: Sint-Lambrechts-Woluwe , Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.