Preformatie struikelt over herfinanciering van Brussel

De koning heeft preformateur Di Rupo ontheven van zijn opdracht. De voorzitters van Kamer en Senaat moeten nu kijken hoe en of de knoop kan ontward worden. Vanaf dinsdag beginnen ze hun gesprekken met de zeven partijvoorzitters.

Kamervoorzitter Danny Pieters (N-VA) en zijn senaatscollega André Flahaut zijn nu aan de beurt.

De zeven onderhandelende partijvoorzitters gingen vrijdagmiddag uit elkaar zonder akkoord. Een ultiem compromisvoorstel van Elio Di Rupo (PS) werd afgewezen.

Struikelblok was de 500 miljoen euro extra voor het Brussels gewest, zegt journalist Dirk Van den Bogaert. "Er lag een tussenvoorstel op tafel waarbij er eerst 250 miljoen euro naar Brussel zou gaan voor de splitsing van B-H-V. CD&V en N-VA vonden dat echter te ver gaan en wilden geen blanco cheque aan Brussel geven. Ze wilden enkel over voorlopig geld voor Brussel spreken en daarop zijn de onderhandelingen dan afgeknapt."

Volgens het afgeschoten voorstel van preformateur Di Rupo had Brussel voorlopig 250 miljoen per jaar extra moeten krijgen. Daarna nog eens dat bedrag zodra daarover een akkoord was in de financieringswet.

"Basis voor verdere besprekingen"
Brussels minister-president Charles Picqué (PS) betreurt het dat de onderhandelingen mislukt zijn, maar volgens hem hoeft de teller niet helemaal op nul gezet te worden. "Het voorstel van Di Rupo vormt een geloofwaardige basis voor verdere besprekingen."

De 500 miljoen euro extra voor Brussel zijn onder andere nodig om de mobiliteit en de veiligheid in Brussel te verbeteren en de demografische groei op te vangen, aldus Picqué. Brussel is bovendien de economische hefboom van het land en daar moet men in investeren, zegt Picqué.

Versplinterd bestuur van Brussel
Politoloog Herman Matthijs, voorstander van federale voogdij over het Brussels gewest, vindt het bedrag van 500 miljoen euro overdreven. "Je kan nog wel argumenteren dat het geld nodig is, maar hoe leg je aan de bevolking uit dat er 500 miljoen euro aan Brussel gegeven wordt en er vervolgens 25 miljard bespaard moet worden. Je loopt bovendien het risico dat ook andere gewesten geld gaan vragen."

Hij vindt dat Brussel met geld morst. Het versplinterde bestuur slokt immers veel centen op, aldus Matthijs.