Roex: '1.000 plaatsen te weinig in Nederlandstalige kinderopvang' (update)
Brussel heeft nood aan 5.500 opvangplaatsen in de Nederlandstalige kinderopvang, maar beschikt in de praktijk slechts over 4.400 plaatsen. Dat berekende Elke Roex op basis van cijfers van bevoegd collegelid Brigitte Grouwels (CD&V).
Bij haar berekening hanteert Roex de 300.000-norm van de Vlaamse Gemeenschap, die bepaalt dat de Nederlandstalige capaciteit wordt berekend voor een derde van de Brusselse kinderen. Die norm combineert ze met de Barcelona-norm, die bepaalt dat er kinderopvang moet zijn voor een derde van de kinderen tot 3 jaar.
Roex wijst erop dat een groot deel van de officiële kinderopvang die door Kind en Gezin wordt gecontroleerd in het gewest, de facto Franstalig is. Sinds 2005 groeide dat aantal van 2.200 tot 2.900, blijkt uit cijfers die Roex opvroeg bij Grouwels.
Met de huidige bevolkingsexplosie blijft Grouwels volgens Roex achter de feiten aanhollen. Ze eist een groeipad van de minister dat de bijkomende plaatsen in de kinderopvang vastlegt voor de volgende jaren.
Grouwels: 'aantal opvangplaatsen steeg wél'
Brigitte Grouwels erkent dat er nog steeds te weinig plaatsen zijn in de Nederlandstalige kinderopvang. Maar dat is volgens het collegelid vooral te wijten aan de demografische boom in de hoofdstad.
Grouwels wijst er tegelijk op dat ze wel degelijk een inhaalbeweging realiseerde en er de voorbije jaren 500 Nederlandstalige plaatsen bijkwamen.
De CD&V-politica roept SP.A op om in de Vlaamse regering samen werk te maken van bijkomende plaatsen in de Brusselse kinderopvang én in het onderwijs.
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.