Een geboren optimist, noemt minister-president Rudi Vervoort (PS) zichzelf. Vervoort maakt zich op voor de moeder aller verkiezingen, en schreeuwt sinds ons interview van de daken: “Ik zeg niet ‘nooit met de N-VA’. Laten we de verkiezingen afwachten.”
Rudi Vervoort: 'In een ander land zou de Rand bij de stad horen'
Het kantoor van minister-president Rudi Vervoort (56) oogt zo mogelijk nog soberder dan dat van zijn voorganger Charles Picqué. Vervoort heeft welgeteld één kader aan de muur hangen: van Led Zeppelin, de groep waar hij al jaren fan van is. En het plafond is knalgeel geschilderd.
De minister-president oogt vermoeid. Hij heeft het razend druk. De kiescampagne trekt zich op gang, maar de regering moet ook nog enkele stevige knopen doorhakken.
Om de Brusselaars van zijn kwaliteiten te overtuigen is Rudi Vervoort niet veel tijd gegund. Pas sinds mei vorig jaar is hij Brussels regeringsleider. En over honderd dagen zijn het al verkiezingen.
Natuurlijk genoot hij al enige bekendheid als burgemeester van Evere en fractievoorzitter van de PS in het Brussels Parlement. Maar dat is intra Brussel. Buiten de hoofdstad was hij een nobele onbekende.
Maar in een mum van tijd slaagde hij erin zich in het nieuws te werken. Hij gaf tegelijk de regeringsploeg een nieuw elan. De resultaten lieten niet op zich wachten: sluimerende dossiers als Neo en het voetbalstadion op Parking C van de Heizel kwamen in een stroomversnelling.
Rudi Vervoort: “De seminaries die we in Oostende en Luik gehouden hebben, waren niet alleen een signaal naar de rest van het land. Ze waren ook een oefening in teambuilding. Bovendien kwam ik niet helemaal onbeslagen op het ijs. De minister-president is de kapitein van het schip. En daarin had ik al ervaring als burgemeester.”
Het Brussels Gewest bestaat 25 jaar. De PS was in die tijd ononderbroken aan de macht. Toch oogt het plaatje niet fraai. De werkloosheid blijft torenhoog.
Vervoort: “Dat klopt, maar die vaststelling moet wel in een context geplaatst worden. De Brusselse bevolking groeit de jongste jaren met 20.000 inwoners per jaar. Twee: economisch doet het Brussels Gewest het wel goed. Van de drie regio’s creëren wij de meeste banen.”
“Jammer genoeg vindt van de twaalfduizend jongeren die jaarlijks op de arbeidsmarkt komen maar de helft een baan. Veel werklozen zijn eentalig. Sommigen spreken noch Nederlands noch Frans. Toch is er uitzicht op beterschap. De neuzen staan binnen Brussel in dezelfde richting. We hebben ook de sociale partners mee. Dankzij het jongerengarantieplan kunnen we, deels met Europees geld, nog dit jaar drieduizend jongeren een opleiding aanbieden, tweeduizend een stage en duizend een baan.”
“Omdat zoveel jongeren zonder diploma op de arbeidsmarkt komen, moet Brussel ook zeggenschap krijgen over het onderwijs. Ik vraag de overheveling van onderwijs van de gemeenschappen naar het gewest niet, maar het gewest moet wel een actieve rol spelen.”
“Brussel kampt met specifieke onderwijsproblemen. Het technisch en het beroepsonderwijs moeten in de toekomst veel meer dan nu voorbereiden op de noden van de bedrijven. De Fédération Wallonie-Bruxelles, de Vlaamse Gemeenschap, het Brussels Gewest en de sociale partners moeten daarom de handen in mekaar slaan.”
“Er zijn al resultaten geboekt: er is met de ministers van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) en Marie-Martine Schyns (CDH) een akkoord voor de verbetering van de uitwisseling tussen Nederlandstalige en Franstalige leerkrachten.”
Brussel krijgt net als Vlaanderen en Wallonië een pak nieuwe bevoegdheden, maar slechts een deel van de middelen.
Vervoort: “De zesde staatshervorming hevelt niet alleen bevoegdheden over. De nieuwe bevoegdheden scheppen ook nieuwe kansen. Het Brussels Gewest wordt meer bevoegd voor werk en kan een eigen doelgroepenbeleid voeren. Actiris, de VDAB en Bruxelles-Formation gaan meer dan ooit kunnen en moeten samenwerken.”
“Het Gewest wordt ook bevoegd voor toerisme. Ik was vorige week in Berlijn en dat was een fantastische ervaring. De baten van het toerisme zijn ongelooflijk. Banen in het toerisme, vaak voor laaggeschoolden, zijn niet delokaliseerbaar. We moeten volop mikken op citytrippers.”
“Ook onze musea kunnen een enorme troef zijn. De Biertempel die in 2018 de deuren opent, moet honderdduizend toeristen of meer per jaar lokken.”
De federale musea zijn in slechte staat. Uw partijgenoot Philippe Courard spreekt zelfs van het sluiten van het Jubelparkmuseum. Het Chinees Paviljoen en de Japanse Toren zijn al dicht.
Vervoort: “Dat is hemeltergend, maar helaas typisch Belgisch. Brussel is le mal aimé, altijd geweest. Kijk maar naar de stations. Ik gun Antwerpen, Leuven, Bergen en Luik hun mooie stations, maar de toestand waarin het Zuidstation verkeert, nota bene het grootste van het land, is ongehoord.”
“Maar ik wil de Calimero niet uithangen. Uiteindelijk komt het wel goed: er is nu zelfs een overeenkomst voor de restauratie van het Koninklijk Conservatorium.”
De zesde staatshervorming houdt ook risico’s in: fiscale concurrentie bijvoorbeeld. De Vlaamse partijen beloven lagere belastingen in Vlaanderen. Zal Brussel mee kunnen doen in dat opbod?
Vervoort: “De personenbelasting is vooralsnog federaal en de gemeentebelastingen zijn in Brussel helemaal niet hoog. Ze schommelen rond de zes procent. Dat is veel lager dan in Vlaanderen en Wallonië waar ze vaak oplopen tot acht à negen procent. Brussel moet het vooral van de onroerende inkomsten hebben. En die liggen hoog. Neen, ik vrees geen fiscale concurrentie. Ik ben en blijf een optimist.”
Vlaanderen kan wel een jobkorting invoeren en Brusselse middeninkomens aantrekken. Met nog meer armoede als gevolg in Brussel.
Vervoort: “Maar de traditionele Brusselse middenklasse woont al lang in Waals- en Vlaams-Brabant, een deel van mijn vriendenkring inbegrepen. Een gebied besturen dat slechts 161 vierkante kilometer groot is, is geen sinecure. In een ander land zou de Rand bij de stad horen, maar we weten dat dit hier om historische redenen niet kan.”
“Als Brussel een jobkorting invoert, dan zal die er anders uitzien dan in Vlaanderen. Ze moet eerder de jongeren in de moeilijkste wijken ten goede komen.”
Niet alleen de verpaupering bedreigt Brussel. De internationalisering brengt hoge inkomens naar Brussel, maar die betalen hier vaak geen belastingen.
Vervoort: “Dat is waar, maar wat zou Brussel zijn zonder de Europese instellingen en de Navo? Die instellingen brengen ook veel rijkdom. Zonder de internationale instellingen is het Brussels Gewest niet meer dan een dorp.”
De demografische explosie heeft de voorbije legislatuur beheerst. Er wordt zowat overal gebouwd. Groene ruimtes verdwijnen als sneeuw voor de zon. Is er een limiet aan de bevolkingsgroei?
Vervoort: “Er is altijd een limiet. Ik las dat jonge Marokkanen nu ook naar de Rand verhuizen (Vervoort verwijst naar de voorpagina van Brussel Deze Week, DV/SVG). Die verhuisbewegingen zijn er altijd geweest. Eerst waren het autochtonen die van Sint-Joost en Schaarbeek naar Evere verhuisden, en dan naar de Rand. Allochtonen volgen dezelfde weg.”
“Maar de bevolking neemt wel snel toe en dus zijn er jaarlijks zes tot zevenduizend bijkomende woningen nodig. Maar dat betekent niet dat we het groene Brussel gaan volbouwen. Aan Thurn & Taxis komt er bijvoorbeeld een nieuw park. Neen, Brussel blijft een groene stad.”
Misschien is de N-VA incontournable aan Vlaamse kant en moet u met de Vlaams-nationalisten een Brusselse regering vormen.
Vervoort: “Ik ben Vincent De Wolf niet (de MR-lijsttrekker in Brussel wil niet met de N-VA in zee, DV/SVG). U gaat mij nooit horen zeggen ‘nooit met de N-VA’. We zien wel wat de verkiezingen brengen. De N-VA is het Vlaams Belang niet.”
Of heeft uw goede vriend Guy Vanhengel (Open VLD) u beloofd dat hij de N-VA buiten de meerderheid zal houden?
Vervoort: (na een stilte) “Ik heb het volste vertrouwen in Guy Vanhengel.”
Brussels PS-parlementslid Sfia Bouarfa stapt over naar de PVDA. Dat kan de PS pijn doen.
Vervoort: “We leven in een democratie waarin mensen keuzes mogen maken. Sfia was al vertrokken in 2012 toen ze niet meer op de lijst van de PS voor de gemeenteraadsverkiezingen stond.”
“Ik verwacht dat de PVDA een stemmenpotentieel heeft in Wallonië, in Charleroi en Luik. Dat is in mindere mate het geval in Brussel, alhoewel er hier ook een marge is voor proteststemmen. De stemmen die voorheen naar het Vlaams Belang gingen, kunnen deels gerecupereerd worden door de PVDA.”
“Ook het Vlaams Belang trok Franstalige stemmen. Het zijn die kiezers die tegen de traditionele partijen zeggen: ‘Je vous emmerde’.”
Uw voorganger Charles Picqué noemde zichzelf een sociaal-democraat, geen socialist. Picqué slaagde er ook in om een burgerlijk kiespubliek aan te trekken. Gaat u hetzelfde stemmenpotentieel kunnen aanboren?
Vervoort: “Ik ben overtuigd socialist. Maar ik ben ook regeringsleider. Ik heb ondertussen afdoende bewezen dat ik een pragmaticus ben. Als minister-president moet ik concrete antwoorden formuleren op concrete noden. Ik moet vertrouwen wekken. Volgens de partijen waarmee ik werk, slaag ik daar in.”
“Een stad met één miljoen inwoners is trouwens een kleine stad. Ik ben ervan overtuigd dat we allemaal moeten samenwerken. Ruziën is een onbetaalbare luxe. En wat Charles Picqué betreft: hij zal als kandidaat de PS-lijst steunen, wees gerust.”
Brussel Kiest 2014
Lees meer over: Politiek , Brussel Kiest 2014
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.