Schepmans over Kanaalplan: positief, maar waakzaam

De Molenbeekse burgemeester Françoise Schepmans is positief over wat het Kanaalplan betekende voor haar gemeente, maar roept, twee jaar na de aanslagen in Brussel en Zaventem, wel op om verder te gaan met de inspanningen.

Sint-Jans-Molenbeek was de eerste gemeente die in het Kanaalplan van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon stapte. "Na de aanslagen in Parijs, in november 2015, keek Frankrijk naar België, en België keek naar Molenbeek," brengt Schepmans in herinnering. "We hebben toen meteen federale steun gevraagd. De gemeente heeft een plan voorgesteld voor de strijd tegen radicalisering, die vervolgens werd opgenomen in het Kanaalplan."

De 50 voorziene extra agenten zijn vanaf februari 2016 geleidelijk aan in Molenbeek aangekomen, om de ploegen van de nabijheidspolitie te vervoegen. De gemeente beschikte voor het plan over 847 medewerkers, onder wie 689 politieagenten. Vandaag zijn dat er 922, onder wie 739 agenten. "Die extra agenten helpen ons in de strijd tegen de criminaliteit, die verband kan houden met het radicalisme," aldus Schepmans.

Minder radicalisme

"Controles zijn gericht op drugs, en de nabijheidspolitie heeft een beter zicht op wie in de gemeente woont. Zo komt de politie voor een domiciliëring niet één, maar twee of drie keer langs. Zo'n controle leidt tot de gewenste orde na de aanslagen, zonder echter te veel in te dringen bij de mensen thuis. Daarnaast is ook het cameranetwerk uitgebreid en werden, met de steun van het federale niveau, agenten aangeworven die zich richten op de preventie van radicalisering. We zien niet langer predikers in de straten. Ik heb verschillende plaatsen gesloten uit veiligheids- en stedenbouwkundige overwegingen, maar ook rechtstreeks omdat het ging om plaatsen waar het radicalisme gepredikt werd."

Waakzaam

Eind 2015 werd al een plaatselijke cel opgericht voor geïntegreerde veiligheid, en die komt elke twee maanden samen om individuele gevallen die het risico lopen te radicaliseren, te onderzoeken. "Doel is niet langer situaties zoals die met de broers Abdeslam te hebben, waar radicaliseringsaanwijzingen opgemerkt konden geweest zijn." De burgemeester roept echter op niet op de lauweren te rusten. "Nog niet alle criminaliteit en radicalisering is opgelost," zegt Schepmans.

"Ik ben positief, maar ik blijf waakzaam. De inspanningen die de afgelopen twee jaar gerealiseerd zijn moeten verdergezet worden." Waar nog werk aan de winkel is, is bij de opvolging van voor terrorisme veroordeelden die vrijkomen of teruggekeerde Syriëstrijders. "De moeilijkheid is dat justitie het lokale niveau niet op de hoogte brengt," aldus Schepmans. "Ik pleit voor een grotere samenwerking."