Uitgelicht: baron blijft baron
Acht experts van Franstalige en Nederlandstalige politieke partijen (N-VA was niet uitgenodigd) hebben zich onder leiding van de PS'er Dimitri Yernault gebogen over de aanpassing van de gemeentegrenzen en een herverdeling van de bevoegdheden tussen de negentien gemeenten en het Brussels Gewest.
De kwestie sleept al lang aan. De Brusselse agglomeratie is in 1977 ontsnapt aan de grote fusiegolf van de Belgische steden en gemeenten. Sindsdien klinkt er heel wat kritiek op wat door sommigen 'de negentien baronieën' wordt genoemd, politieke machtsbastions die een coherent grootstedelijk beleid in de weg staan. De meeste Vlaamse partijen lieten in hun verkiezingsprogramma dan ook weten dat een interne Brusselse staatshervorming broodnodig is. Onlangs nog pleitte het Verbond van Belgische Ondernemingen - niet meteen een clubje flaminganten - voor de fusie van de negentien gemeenten.
De Brusselse regering heeft eind vorig jaar beslist om een commissie te installeren die voorbereidend werk doet voor wat, later, een politiek kerntakendebat moet worden over de vraag: wie doet wat?
Dat rapport is klaar. De conclusies zijn weinig bemoedigend. Waarover is er consensus? Op het vlak van fiscaliteit stellen de experts voor om de gemeentelijke kantoorbelasting te harmoniseren. Een revolutie is dat zeker niet, in 2007 is al een vergelijkbare operatie doorgevoerd. Het Brussels Gewest krijgt voorts iets meer in de pap te brokken als het over mobiliteit gaat. Het Gewest moet zich, stelt het rapport voor, in de plaats kunnen stellen van de gemeente als die weigert om werkzaamheden uit te voeren die het gevolg zijn van een gewestelijke beslissing. Er komt ook een overleginstantie die het mobiliteitsbeleid in Brussel moet stroomlijnen en de fricties ter zake tussen gemeenten en Gewest moet oplossen. Op het vlak van stadsmeubilair stellen de experts voor om te harmoniseren, zonder evenwel te uniformeren. Tot slot vindt de werkgroep dat gemeentegrenzen moeten kunnen worden herbekeken, als die onlogisch zijn.
Ook over openbare netheid is gepraat. Daar zou de omgekeerde beweging worden gemaakt. Vuilnisophaling blijft een bevoegdheid van het Gewest, maar de straten vegen zou volledig door de gemeenten worden uitgevoerd, ook op gewestwegen.
Toch een toemaatje. Als het van de experts afhangt, dan krijgt het Gewest er één bevoegdheid bij: de strijd tegen duiven en vossen.
Voorzetten
Over grote bevoegdheidsverschuivingen hebben de experts dus geen overeenstemming bereikt. Niet alleen willen de gemeenten geen bevoegdheden afstaan, ze schermen ook uitdrukkelijk met hun gemeentelijke autonomie, die grondwettelijk vastligt, en ze verwijzen vaak naar de band tussen de gemeenten en de federale overheid, waardoor een inter-Brusselse oplossing volgens hen weinig zoden aan de dijk brengt.
Bij SP.A, in de oppositie maar ook mee gevraagd in de groep van experts, vinden ze alvast dat de Vlamingen te weinig moeite hebben gedaan om de standpunten, die nochtans in alle Vlaamse partijprogramma's aanwezig zijn, op tafel te leggen. SP.A geeft in een nota, gericht aan de federale onderhandelaars, zelf enkele voorzetten. Het Gewest zou exclusieve bevoegdheden moeten krijgen, bijvoorbeeld inzake mobiliteit en openbare werkzaamheden. Ook in huisvesting, sociaal beleid (de OCMW's) en veiligheid (de politiezones) zijn er kansen gemist, zegt Elke Roex, fractieleidster in het Brussels parlement. "Wij willen af van de overlappende bevoegdheden. Het Gewest, en het Gewest alleen, moet duidelijk aansturen. Het is dat aan zijn internationale rol en hoofdstedelijke functie verplicht. Nu zijn er negentien verschillende politiereglementen. Het OCMW-beleid is in negentien gemeenten verschillend. Voor wie verhuist binnen Brussel, kan dat tot sociale drama's leiden." Elke Roex wijst erop dat nu driehonderdduizend Brusselaars in een wijk wonen die onder meer dan één gemeente valt.
Een Vlaamse onderhandelaar, vanuit de meerderheid, geeft toe dat de eindnota zwak is, "ondanks de doorbraakjes inzake mobiliteit." Hij voegt eraan toe dat het debat niet makkelijk was en dat de werkwijze niet veel ruimte liet voor een echte negotiatie. Alleen een punt waarover consensus bestaat, staat als zodanig in de nota vermeld. En dat is nu niet veel, geeft hij toe. "Dat heeft te maken met de duidelijke breuklijn Franstalig-Nederlandstalig, maar ook die van meerderheid-oppositie." Hij wijst tot slot naar opdracht. "Het bestuderen van een fusie van de negentien hoorde daar niet bij," zegt hij.
De hoop is nu gevestigd op de federale onderhandelingen. "Een echte doorbraak kan alleen via een federale beslissing," zo klinkt het bij de meeste Vlaamse onderhandelaars.
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.