Vervoort slaat mea culpa over communicatie over sluiting tunnels

Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) heeft woensdag een mea culpa geslagen over de communicatie rond de sluiting van de Stefaniatunnel. De aankondiging dat die tunnel een jaar zou sluiten, heeft voor een negatieve beeldvorming gezorgd. Dat zei hij tijdens zijn hoorzitting woensdagavond in de bijzondere tunnelcommissie van het Brussels Parlement. Hij kondigde ook aan dat de cel Tunnels van Brussel Mobiliteit intussen met 10 ingenieurs en controleurs is versterkt via interne mutaties.

Vervoort werd woensdag gehoord samen met zijn twee voorgangers, Charles Picqué (PS) en François-Xavier de Donnea (MR) - de overige Brusselse regeringsleiders zijn intussen overleden, red. Hij zei "vastberaden, maar niet gelukkig" te zijn. De legislatuur startte met de afbraak van het Reyersviaduct, waarmee een symbool van een oude visie op de mobiliteit met de nadruk op de auto werd neergehaald. Daarna kreeg de Brusselse regering die oude visie onverwacht opnieuw op haar bord met het dossier van de tunnels.

Vervoort wees erop dat de meerjarenplanning voor de openbare werken en vervoer, die toenmalig minister Brigitte Grouwels op 24 oktober 2013 op de ministerraad voorlegde, niet volledig beantwoordde op de vraag van de regering van 16 juni van dat jaar om een strategische nota op te stellen over de investeringen en het onderhoud van de tunnels. De planning sloeg immers op alle openbare werken, dus ook fietspaden en overstapparkings. Maar het masterplan uit 2013, dat als basis diende voor de meerjarenplanning, had vooral aandacht voor brandveiligheid. De minister-president erkende dat hij inderdaad niet naar het masterplan had gevraagd. De regering had dan ook enkel akte genomen van de meerjarenplanning. Maar de diagnose van de tunnels - die dus vooral op de brandveiligheid focuste - zou de huidige structurele en stabiliteitsproblemen niet aan het licht gebracht hebben, maakte Rudi Vervoort zich sterk.

Ook van de administratie kwam er nooit een alarmerend signaal over de staat van de tunnels. Het memorandum dat Brussel Mobiliteit bij de regeringsvorming in 2014 overhandigde, bevatte een hoofdstuk over de veiligheidsvoorzieningen van de tunnels, dat gebaseerd was op dezelfde tunneldiagnose als het masterplan. "De regering heeft vóór de studies die zij eind 2015 heeft opgestart, dus geen alarmerend signaal gekregen over de omvang van de structuur- en stabiliteitsproblemen van de tunnels", benadrukte Rudi Vervoort.

Om de huidige crisis op te lossen is er volgens de minister-president een diepgaande mentaliteitsverandering nodig. Er is dringend overleg nodig over de belangrijkste dossiers zoals het GEN, de grote ring, de intergewestelijke trams en bussen en de overstapparkings. Daartoe is een grootstedelijk actiekader nodig van de drie gewesten en de federale regering. De verschillende overheden moet in het belang van iedereen hier zo snel mogelijk aan werken, vond Vervoort.

Voor hem is ook een versterking van de overheidsexpertise en een reorganisatie van de administratie nodig voor een betere uitbating en onderhoud van de tunnels. De minister-president kondigde aan dat intussen tien ingenieurs en controleurs van Brussel Mobiliteit de cel Tunnels versterkt hebben. Het gaat om interne mutaties, verduidelijkte hij. Voorts wil Vervoort ook af van de strenge Europese regels, die niet alleen het Brussels gewesten maar ook de andere gewesten in het land en regio's in het buitenland beperkt in hun openbare investeringen.