In de Commissie Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschapscommissie is een resolutie goedgekeurd die aan de Vlaamse regering vraagt om de voorrangsregels in het Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs te herzien. “Hou rekening met de schoolloopbaan van de leerlingen, en niet alleen met het niveau Nederlands van de ouders", klinkt het.
VGC aan Vlaanderen: 'Herzie voorrangsregels in onderwijs'
De kans dat het Vlaams Parlement de aanbeveling volgt is klein, want in oktober werd een soortgelijke resolutie al eens weggestemd. Het voorstel van resolutie werd ingediend door Groen-politici Bruno De Lille, Annemie Maes en Arnaud Verstraete. Fouad Ahidar (SP.A) sloot zich erbij aan, en ook de Open VLD-fractie steunde het voorstel.
De discussie draait rond de voorrangsregels voor Nederlandstalige secundaire scholen in Brussel: 55 procent van de plaatsen zijn voorbehouden voor Nederlandstaligen. Dat wordt geëvalueerd op basis van een taaltest: één van de ouders moet slagen in een Nederlandse test. In 2012 verstrengde Vlaanderen, onder Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) die test: ouders moeten sindsdien het niveau B2 halen, in plaats van B1.
Schoolloopbaan in plaats van taaltesten of allebei?
De resolutie stelt voor om dat te wijzigen, en niet alleen rekening te houden met de taalkennis van de ouders, maar ook met de schoolloopbaan van de kinderen: zo zou ook een kind dat zijn of haar hele basisonderwijs in het Nederlands gevolgd zou hebben, aanspraak maken op voorrang.
De partijen die de resolutie steunen, verschillen echter wel van mening over hoe dat in de praktijk gebracht moet worden: zo vindt Groen de schoolloopbaan van het kind alleen voldoende als criterium. "Kinderen die dankzij hun schoolloopbaan kunnen aantonen het Nederlands machtig te zijn nodeloos culpabiliseren door overbodige testen op te leggen maakt van hen de facto tweederangsburger", aldus De Lille.
CD&V wil echter met beide criteria rekening houden. "Zowel de schoolloopbaan als het taalniveau van de ouders is voor ons van belang", zegt Paul Delva (CD&V). "Stel dat er dus een kind is dat zijn basisonderwijs in het Nederlands heeft gevolgd, maar geen van beide ouders slaagt voor de taaltest, dan moet dat kind tot de voorrangsgroep behoren. Maar de kinderen die al in het Nederlands naar school gingen en waarvan een ouder wél slaagt voor de taaltest, moeten nog steeds hoger gerangschikt staan. Wij pleiten er dus niet voor om de huidige voorrangsregels af te schaffen, wij zijn gewoon voor een uitbreiding."
Een soortgelijke resolutie werd in april 2015 ook al eens goedgekeurd. Toen was dat op initiatief van Khadija Zamouri (Open VLD), samen met De Lille en Delva. Maar Vlaanderen heeft daar toen geen gehoor aan gegeven: in de Commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement is een Groen-voorstel om de vorige resolutie uit te voeren, in oktober 2016 weggestemd.
Opvallend: Open VLD en CD&V, die in de VGC de resolutie steunden, hebben in Vlaanderen tegen gestemd. De Vlaamse parlementsleden Joris Poschet (CD&V) en Jo De Ro (Open VLD) zeiden toen dat het beter is om het inschrijvingsbeleid in Vlaanderen in zijn geheel herzien moet worden, en dat gedeeltelijke wijzigingen uitgesloten waren. Bovendien bevatte het voorstel van decreet van Groen in Vlaanderen nog andere elementen, waar de partijen zich niet in konden vinden. "In de tekst van de VGC-resolutie kon Poschet zich wel vinden", verduidelijkt Delva.
Bovendien wouden de parlementsleden wachten op een uitspraak van het Grondwettelijk Hof over de voorrangsprocedure. Die is er intussen: in februari oordeelde het Grondwettelijk Hof dat er geen probleem is met de huidige regels, omdat de taaltesten bij de ouders niemand uitsluiten, maar alleen bepalen wie voorrang krijgt.
N-VA blijft achter de taaltesten voor ouders staan: VGC-raadslid Liesbeth Dhaene vindt immers dat de voorrangsregel van 55 procent geen zin heeft als er ook gekeken wordt naar de schoolloopbaan van de kinderen: “90 procent van de kinderen die zich aanmelden in het secundair, hebben het basisonderwijs in het Nederlands gevolgd. Eigenlijk wordt dus gevraagd om de voorrangsregel gewoon af te schaffen.”
Eigen verantwoordelijkheid
Ook op het Vlaamse niveau is N-VA niet geneigd om de situatie aan te passen. “Ouders die hun best doen om Nederlands te leren, moeten beloond worden”, zei haar partijgenoot Koen Daniëls over de kwestie in het Vlaams Parlement. “De ouders van kinderen die naar het Nederlandstalige basisonderwijs gaan, hebben overigens al minstens zes à zeven jaar de tijd gehad om bij het Huis van het Nederlands het B1-attest Nederlands te halen. Diegenen die ervoor kiezen om dat niet te doen, dragen daar zelf de verantwoordelijkheid voor.”
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.