Wat schort er aan het Franstalig onderwijs?
Katja is juriste. Ze werkte een tijd voor een federaal kabinet, maar koos er vorig jaar voor om les Nederlands te gaan geven in het Franstalig onderwijs. "Ik was verbaasd hoe snel dat ging. Ik heb geen aggregaat, heb geen Germaanse gedaan. Als ik vijf jaar in de school blijf, kan ik er benoemd worden. Ik dacht dat ik een plaats zou krijgen in een school vol nieuwkomers, in het centrum bijvoorbeeld, maar het draaide anders uit. Ik geef les in Sint-Pieters-Woluwe, in een atheneum dat toch wat moet vechten om de goede reputatie van weleer te behouden. Er komen nogal wat leerlingen uit de faciliteitengemeenten, maar ook uit het centrum. Volgens sommigen gaat het bergaf met de school sinds het metrostation Stokkel is geopend. Ik denk dat een derde van de leerlingen van niet-Belgische oorsprong is."
"Wat me dadelijk opviel is dat zoveel leerlingen al gedubbeld hebben. Ik heb een klas van veertien leerlingen, waarvan één de juiste leeftijd heeft voor het jaar waarin hij zit. De rest heeft allemaal ooit gedubbeld. In een andere klas heeft 70 procent al gedubbeld. Sommige leerlingen in onze school zijn de twintig al voorbij. Er zijn er in het eerste jaar die al dertien of veertien zijn. Dan stel ik me toch vragen bij de juiste oriëntering van de leerlingen."
"Ik denk over sommige van mijn leerlingen: die zou het schitterend doen als kinderverzorgster (in het technisch onderwijs, red.). Maar onze school biedt alleen algemeen secundair onderwijs aan, en ik heb de indruk dat onze school onder druk staat om zo weinig mogelijk leerlingen te verliezen. Dus doet ze weinig moeite om leerlingen die het moeilijk hebben naar een technische school te sturen."
"Over de Nederlandse kennis kan ik kort zijn: erbarmelijk. Ik lees teksten uit de krant Metro, maar moet elke drie woorden stoppen om te vertalen. Probleem: ik ben er wettelijk toe verplicht om vooral begrijpend lezen aan te bieden. Grammatica, woordenschat, dictees? Sinds het Franstalig onderwijs van kennis- naar competentieonderwijs is overgestapt, mogen we daar geen aandacht meer aan besteden. Het zijn nochtans de bouwstenen van de taal. Ik mag van de inspectie bij toetsen of examens mijn vragen ook niet in het Nederlands opstellen."
"Ik zou graag begrijpend lezen aanbieden aan mijn leerlingen, maar hun kennis van het Nederlands is echt ontoereikend. Vreemd, want de meesten hebben in principe al zes jaar Nederlands achter de kiezen."
Verrassende kijk op het Nederlands
De status van het Nederlands in het atheneum is ook niets om over naar huis te schrijven. Katja: "Een leerling vertrouwde me bij het begin van het jaar toe dat ze het Nederlands haat. Mijn leerlingen vinden het een moeilijke en lelijke taal. Ze zijn oprecht verbaasd als ik een Vlaamse film wil tonen, begrijpen niet dat er in Vlaanderen goede films gemaakt kunnen worden. Ze zien er ook de noodzaak niet van in om Nederlands te leren. Ze hebben soms wel Nederlandstalige kennissen in Brussel, maar spreken er Frans mee. Ze hebben een echte afkeer van het Nederlands."
"Bij veel leerkrachten is het niet beter gesteld. Als ik in de leraarszaal Nederlands praat, bijvoorbeeld met collega's die hun Nederlands willen bijspijkeren, dan word ik met de nek aangekeken. Ze verwijzen dan naar het schoolreglement, dat op de speelplaats het gebruik van vreemde talen verbiedt. Maar dan denk ik: het Nederlands is toch een landstaal."
"Ook de directie heeft een verrassende kijk op het Nederlands. In Engeland is een experiment bezig: leerlingen kunnen in de laatste jaren van het secundair onderwijs kiezen om een hoofdvak volledig uit het curriculum te schrappen, omdat ze het niet nodig hebben in hun verdere studie. Wiskunde bijvoorbeeld, als je geschiedenis gaat studeren. Zei de directeur mij: 'Als je geschiedenis gaat studeren, kan je eigenlijk ook Nederlands schrappen'. Zo'n uitspraak is toch stuitend in België?"
"Het grote probleem is dat jongeren op die leeftijd niet beseffen hoe belangrijk kennis van het Nederlands is. Vandaag lopen de talenscholen vol, omdat mensen op hun vijfentwintigste het belang gaan inzien van Nederlands spreken, maar dan is het eigenlijk te laat. Daarom moet de druk worden opgevoerd om het Nederlands aan te leren in de scholen. Laat het niet van de leerlingen afhangen."
"Onbegrijpelijk ook dat er geen uitwisselingen worden georganiseerd met het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. En als het gebeurt, is dat met veel moeite. Onze school organiseert intussen wel een reis naar Québec (Franstalige provincie in Canada, red.), kostprijs 1.800 euro per leerling. Maar wat kunnen ze daar nu gaan leren?"
Immersieonderwijs
En toch. En toch heeft de Franse gemeenschap begrepen dat het zo niet verder kan. Ze is pionier in België in het aanbieden van meertalig onderwijs, of beter gezegd immersieonderwijs. Al tien jaar is het mogelijk. Al in tweehonderd scholen, vooral in Wallonië, kunnen leerlingen terecht voor lessen in twee talen. Klaas Lagrou studeerde geschiedenis en internationale politiek en zette vier jaar geleden de stap naar het Franstalig onderwijs. Hij geeft les in een college in Ottignies en is helemaal gewonnen voor het immersieonderwijs. Lagrou is ook politiek actief, bij Jong Groen, en heeft een boodschap voor de Vlaamse en Brusselse beleidsmakers.
Lagrou: "Ik ben nogal avontuurlijk aangelegd, wou mijn Frans bijspijkeren en ben vier jaar geleden op een vacature ingegaan. Ik heb het mij nog niet beklaagd. Ik geef geschiedenis en sociale aardrijkskunde in het vierde, vijfde en zesde jaar in een college met een goede naam."
"Franstaligen excuseren zich soms omdat ze niet goed Nederlands spreken, maar ik vind dat overbodig. Ik bekijk het door een economische bril, in termen van vraag en aanbod. Franstaligen hebben gewoon heel lang het Nederlands niet nodig gehad. Nu de ouders in een meertalige omgeving werken, zien ze het belang van talenkennis wel in."
"De leerlingen in ons college krijgen in het eerste jaar extra taalonderricht Nederlands. Zeven uur in het totaal, waarvan twee à drie uur methodologievakken. Die zijn erg belangrijk. Daarnaast krijgen ze geschiedenis, aardrijkskunde en wetenschappen volledig in het Nederlands, gegeven door een Nederlandstalige leerkracht. In de lessen wordt alleen Nederlands gesproken, er heerst zerotolerantie tegen het Frans. Bij wijze van boutade zou je kunnen stellen: de beste immersieleerkracht is hij of zij die het slechtst Frans kent."
"Onze school heeft nu bijna zes jaar immersieonderwijs achter de rug en de resultaten zijn erg bemoedigend. De leerlingen die hier afstuderen, spreken beter Nederlands dan hun Vlaamse leeftijdsgenoten Frans spreken. Ze zijn niet tweetalig, maar het zorgt wel voor een belangrijke ommekeer in de benadering van taal. Ze zullen sneller de stap zetten naar het Erasmusprogramma, naar andere talen. Het zorgt voor een meer open blik."
"Het klopt wellicht dat door de sterke focus op de tweede taal er ergens wat verlies is in de kennisverwerving, maar ik ben ervan overtuigd dat ze dat verlies wegwerken. En natuurlijk levert het wel eens misverstanden op. Klein-Azië bijvoorbeeld kreeg ik moeilijk uitgelegd, omdat het Frans eerder spreekt over Anatolie. Maar erg is dat niet."
"Het grote voordeel is dat de leerlingen de taal niet zien als een leervak, maar als middel tot communicatie, waar de taal toch hét natuurlijk instrument voor is. Ze ontdekken tijdens de les het nut van de taal, want ze moeten het gebruiken om zich verstaanbaar te maken. De leerlingen merken na een tijd dat praten met Vlamingen vanzelf gaat, al is het niet perfect. We bevrijden het Nederlands uit zijn taalcarcan."
"We krijgen nu de eerste lichting leerlingen die immersieonderwijs in het lager onderwijs hebben gevolgd. Ik kijk er naar uit. Het zou nog sterkere leerlingen moeten opleveren. Maar zelfs op twaalf jaar gaat de tweede taal er nog goed in. Op twaalf hebben ze nog het kinderlijke enthousiasme dat ze op zestien misschien kwijt zijn."
Elitair onderwijs
"Ik ken de grote kritiek, met name bij de Vlaamse socialisten, ten aanzien van immersieonderwijs. Het zou elitair zijn. Onze school doet er echter alles aan om het onderwijs voor leerlingen uit alle lagen van de bevolking toegankelijk te maken. Er ìs een selectie, dat klopt. Leerlingen die al slecht zijn voor hun moedertaal Frans komen er niet in. Immersieondewijs geeft immers voorrang aan de moedertaal. Maar de selectie in het onderwijs is niet nieuw. Richtingen met acht uur wiskunde of Grieks-Latijn zijn ook niet voor iedereen weggelegd."
"Ik begrijp niet waarom de Vlaamse minister van onderwijs Frank Vandenbroucke (SP.A) zo weigerachtig staat tegenover immersieonderwijs. Er zijn nu enkele pilootprojecten in Vlaanderen, maar ze zijn ver van Brussel (in een homogeen Nederlandstalige omgeving, red.) en ze starten pas in de latere leerjaren, als het al te laat is. Het zou ook een goed idee zijn als de Vlaamse gemeenschap mee zou helpen om het immersieonderwijs Nederlands uit te bouwen in Wallonië. De Vlaamse arbeidsmarkt is op zoek naar Nederlandstalige werkkrachten. De nood is dus zeker aanwezig. Waarom geen offensief om het Nederlands als cultuurtaal te promoten en uit te dragen in Wallonië? Dat is beter dan de defensieve reacties waar de Vlamingen vandaag in grossieren."
"Voor Brussel moet er op termijn drietalig onderwijs mogelijk zijn, met de twee landstalen en met Engels. Waarom Engels? Omdat het een taal is die aan belang wint. De wetgever heeft het ook mogelijk gemaakt om vanuit het Brussels Gewest onderwijs te gaan aanbieden. De gemeenschappelijke gemeenschapscommissie heeft restbevoegdheden als onderwijs en cultuur. Het zijn domeinen die nog niet uitgebouwd zijn, maar in de toekomst is dat wel mogelijk. Ik zie dat er bij de Vlaamse democratische partijen in Brussel ook een draagvlak ontstaat voor meertalig onderwijs. Alleen bij CD&V is de weerstand groot."
Lees meer over: Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.