Emotionele Mandelavieringen. Op radiostassies en op die internet het nogal gegons. In de roes van de geschiedschrijving, van Wikipedia tot universiteitsliteratuur, herinneren we aan de cruciale rol die de Belgische Rijkswacht heeft gespeeld bij de eerste vrije verkiezingen in Zuid-Afrika. Vanuit de Etterbeekse kazerne vertrok anno 1994 de knowhow om de stemronde correct te organiseren. Operatieleider van dienst voor 15.000 lokale waarnemers was kolonel Jules Koninckx.
Zuid-Afrika vrij in 1994, ook dankzij Jules Koninckx
V rijdag 6 december 2013. Kort na het nachtelijk overlijden van Mandela, dat via radio en mond-tot-mondnieuws snel bekend werd, komt overal in Zuid-Afrika een ‘herinneringsbeweging’ op gang. Jules Koninckx (69), kolonel-met-rust en nu reisleider Zuid-Afrika voor Hobo Reizen, wandelt prompt naar het stadhuis van Kaapstad. “Hier heeft Mandela zijn eerste officiële speech gehouden,” weet hij als geen ander, als de stedelingen die ochtend met bloemen komen aangelopen en mee op de foto willen (foto boven, Koninckx met hoed). In 1994 heeft Koninckx twee maanden vóór de eerste vrije verkiezingen ter plekke het organisatieplan uitgetekend en continu bijgestuurd. Zijn overheidsopdracht was: “zet een controle- en waarnemingssysteem op poten zodat de verkiezingen perfect verlopen.” Vorige week zochten we Koninckx (inmiddels terug thuis) op, voor de naakte feiten in de aanloop van de stembusgang. En met de vraag waarom hem de eer tot monitoring toekwam?
Burgerpolitie
Jules Koninckx: “In een normale democratie worden verkiezingen georganiseerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken. In Zuid-Afrika kon dat toen niet. De hele administratie en zelfs de hele regering was erfelijk belast met het Apartheidsregime, dus was zij vanaf 1993 (in de aanloop naar de verkiezingen van 1994, red.) te veel betrokken partij. Ook al bleek Apartheid ‘de facto’ afgeschaft sinds 1990, na de vrijlating van Mandela. Er werd een Independent Electoral Commission (IEC) opgericht, een onafhankelijke verkiezingscommissie, die de praktische organisatie (inplanting stemkantoren, stembiljetten,…) en de monitoring zou verzorgen. Daardoor kon Zuid-Afrika, naast de gebruikelijke waarnemers uit Europa en de Verenigde Naties, de controle in handen houden en autonoom eindbeslissingen nemen. Mocht de wereld bijvoorbeeld stellen dat de verkiezingen niet vrij waren verlopen, dan kon Zuid-Afrika nog steunen op het onafhankelijke advies van de IEC, die alles wél geldig kon verklaren.”
“Als waarnemer had de IEC 15.000 Zuid-Afrikanen uit antiapartheidsbewegingen gerekruteerd. Restte nog om ergens in de wereld de knowhow in monitoring te vinden. Monitoring betekende: die 15.000 man opleiden, ontplooien (hen initiëren in de verkiezingsstations) en hen leren om in real time te rapporteren, vanuit elk verkiezingsstation in de provincies naar Johannesburg. De zoektocht strandde bij het militaire apparaat. Militairen zijn gewoon om commandocentra op te zetten, troepen te ontplooien en informatie te beheren. Maar dit werk uitbesteden aan het eigen leger, was een uit te sluiten optie; het leger had tijdens de Apartheid repressie gepleegd. Bovendien vonden politici dat ‘elk leger’ onaanvaardbaar was, gezien het begrip leger te veel connotaties voor de burger inhield. Bijgevolg verkleinde de visvijver, en speurde men naar een organisatie, die wel met legeropleiding vertrouwd was, maar geen leger was. Kwam daarbij dat communicatie te velde primordiaal bleek – veel mensen spraken enkel Afrikaans – zodat het Nederlands een stapje voor had. De combinatie van al die elementen concentreerden zich richting Nederlanden. De Belgische Rijkswacht was tot 1991 afhankelijk geweest van Landsverdediging, met legeropdrachten in oorlogstijd. Vanaf 1991 werden we een burgerpolitie, die afhing van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Alle elementen wezen in onze richting. De Zuid-Afrikaanse regering vroeg de Belgische official om iemand te sturen. Onze commandant-generaal vroeg wie ‘zo zot was’ om de risico’s van de monitoring voor deze verkiezingen te nemen. Ik heb toegezegd. Majoor Eddy Hendrickx ging als adjunct mee.”
Prikkeldraad
So far so good. Koninckx: “We vertrokken twee maanden vóór de verkiezingen van 25-27 april 1994. Met de driedubbele opdracht om die 15.000 mensen op te leiden, hen te ontplooien en een communicatiesysteem op poten te zetten. Voor dat laatste bedachten we nieuwe structuren, lieten we software ontwikkelen, installeerden we met satelliet telefoons en communicatiecentra in de negen provincies. In de gsm-wereld van vandaag zou dat duizendmaal makkelijker zijn. Ons grote voordeel om efficiënt te kunnen werken, was een ‘free budget’, zonder aanbestedingen. Bedoeling was dat in het communicatiecentrum in hartje Johannesburg, afgezet met prikkeldraad en zwaar beveiligd, alles verliep zoals we het hadden bedacht. Door de geweldsituatie die in die periode ontstond, hing het slagen vaak aan een zijden draadje.”
Wat zorgde zoal voor spanning? Koninckx: “De verkiezingsaanloop werd met geweld (bomauto’s en aanslagen) door twee groepen geboycot. Enerzijds de extreemrechtse blanken, die een onafhankelijke staat binnen het nieuwe Zuid-Afrika opeisten. Anderzijds de Zoeloes, die van hun thuisland KwaZulu-Natal (10 miljoen inwoners) een onafhankelijk koninkrijk wilden maken. De Zoeloes hielden een indrukwekkende protestmars in Johannesburg, gericht op ons hoofdkantoor in de Kerkstraat. Want wij waren de organisator van de verkiezingen. Gelukkig geraakten ze niet door de prikkeldraad, maar vierhonderd meter verder bij de ANC-zetel (partij van Mandela) is een schietpartij ontstaan en zijn op drie minuten tijd 64 doden gevallen. Op deze scenario’s hadden we geen vat. De Belgische regering liet weten dat wij van onze opdracht mochten ontslagen worden, omdat het te heet onder onze voeten werd. Ik kreeg ook een brief dat als ik bleef, het op eigen risico was. Compleet in de ban van het mechanisme, en omdat wij Apartheid altijd al een verschrikking vonden, haakten we niet af. Al bereidden we ons goed voor met onsnappingsroutes vanuit ons nachtadres bij Jef en Gerda Schueremans (broer van Werchter-organisator, red.), waar we zware wapens hadden verstopt.
Stembiljetten
Gelukkig had de mislukte protestmars als effect dat de Zoeloes zich ervan bewust werden dat hun tegenoffensief op de vrije verkiezingen faalde. Slim genoeg om zich niet te laten marginaliseren in een nieuw land na de stemrondes, gingen ze akkoord met het verkiezingssysteem. De inschrijvingslijsten waren wel al anderhalve maand gesloten. Wat hebben wij dan gedaan: het parlement aangeraden een nieuwe kieswet te stemmen om vooralsnog de kieslijst van de Zoeloes te regulariseren. Er bleef één praktisch probleem: het stembiljet (foto). We hadden in Londen 70 miljoen stembiljetten laten drukken, met alle partijlogo’s en foto’s van de partijvoorzitters, om het de analfabeten makkelijk te maken. In allerijl hebben we dan, drie dagen vóór de verkiezingen, 70 miljoen stickers laten bijmaken, als aanvulstrookje voor Buthelesi en zijn Inkatha Vrijheidspartij (Zoeloes). Bleef enkel nog deze post om die stickers op de stembiljetten te kleven en overal te bezorgen.
Eindelijk democratie
Vooruitziend hadden we het coördinatiecentrum en de ontplooiing van de monitors in KwaZulu-Natal vooraf geregeld. Omdat het slechtste scenario – geen medewerking – was afgewimpeld, waren we terug op schema. Ook op andere plekken hing de democratie aan een zijden draadje: in Soweto en in het uitgestrekte Transkei van de Xhosa (stam van Mandela), een republiek die in de Oost-Kaap geïsoleerd werd door het pasjessysteem. In Transkei (driemaal zo groot als België, red.) zag ik alle kisten onverdeeld op de vlieghaven staan, een paar dagen voor de verkiezingen. We hebben met zevenmijlslaarzen de verdeling georganiseerd met vliegtuigjes en helikopters. Wie wou stemmen, moest soms dagen stappen tot aan het kantoor. Snel raadden we de regering aan om de verkiezingen met een dag te verlengen om tijd te geven voor de ophaling van stembiljetten in dit afgelegen gebied. Uiteindelijk is heel gedisciplineerd gestemd op die drie historische dagen – het was de kalmste periode ooit in Zuid-Afrika. En dat voor een land dat bekend stond om zijn hoge criminaliteit; het was er zeer gangbaar onder zwarte politieke rivalen om elkaar te vermoorden. Maar toegegeven, alle middelen waren aanwezig om het verkiezingsproject te laten slagen. Er was die hoop: geef ons eindelijk democratie.”
Geen mens sal dit ooit vergeet nie.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.