In juni 1944 stort een vliegtuig neer in het Scheutbospark. Jaak Baudewyns ziet als kind de brandende brokstukken vallen. Zijn zoon reconstrueert nu de bijna vergeten geschiedenis.
| Mario Baudewyns (midden) bij de inhuldiging van het infobord.
Ik hoor dat verhaal al vijftig jaar. Mijn vader pakt er graag mee uit,” vertelt Mario Baudewyns, een goedlachse amateur-historicus. “En op een dag merkte ik dat de details in het relaas van mijn vader begonnen te veranderen. Zijn geheugen begon hem in de steek te laten. Toen wist ik: het is tijd om het verhaal uit te spitten.” Zo gezegd, zo gedaan: vanaf deze week vertelt een bescheiden infobord alle voorbijgangers het verhaal van de tragische crash in het Scheutbospark.
Op vrijdag 23 juni 1944 bij valavond spelen zes jongens van veertien jaar in de schaduw van de kerktoren van Dilbeek, wanneer ze een brandend vliegtuig zien neerstorten. Op de hoek van de Moortbeekstraat, voor een cafeetje op de grens tussen Dilbeek en Brussel, vinden ze een gewonde parachutist.
Jaak Baudewyns – en één andere getuige – staat er met z'n moeder bij. Zij zit in het verzet. Duitse soldaten plukken parachutist Billie Spindler al snel van de kasseien en brengen hem naar het hospitaal van Sint-Gillis met een hoofdletsel. De brokstukken van de cockpit landen in en rond het park, waar Duitse soldaten de lichamen van nog acht jongens vinden. De vader van Mario neemt een stuk aluminium van het vliegtuig mee naar huis, om jarenlang te bewaren.
“Mijn zoektocht begon natuurlijk op het internet,” vertelt Baudewyns. “Daar vond ik berichten over een vliegtuigcrash in Huizingen. Er zijn veel amateurs bezig op websites, maar hun informatie is vaak een beetje onbetrouwbaar. In Nederland bestaan er een paar hele goede sites – Find The Grave bijvoorbeeld – en daar vond ik dan weer wel verwijzingen naar de Palokestraat in Molenbeek. Precies zoals mijn vader het had verteld, de helft in Dilbeek en de helft in Molenbeek. Ik werd doorgestuurd naar documenten van de Amerikaanse militaire overheid, en kreeg een opgepoetste versie opgestuurd van de Missing Action Crew Report (MACR). In feite moest dat het rapport zijn dat alles beschrijft, elk verloren oorlogsvoertuig, met geschriften van ooggetuigen. Daar stond 'ie dan – serienummer 41/28822, de Van Dyke Crew.”
“Ik kon de bejaarde zus van een van hen nog nieuws geven over haar broer”
Piloot Joseph Van Dyke had roots in Vlaanderen of Nederland, en was opgegroeid in Detroit. De meeste jongens in het vliegtuig hadden Europese roots, en gingen ver van huis op avontuur. De piloten en copiloten hadden een officiersopleiding op zak, en één van hen was zelfs aan een universitaire opleiding begonnen. De jonge Billie Spindler had zich opgegeven om mee te vechten aan het front, uitzonderlijk voor een jongen van zo'n goede komaf.
“Ja, ik herkende mij wel in Spindler. Ik was ook ooit een jongen net als hij, negentien jaar oud, op de universiteit. Ik probeer steeds maar te begrijpen waarom hij zijn studies opgaf om bij het leger te gaan. Die herkenning maakt het persoonlijk. Je zou zo iemand van hen kunnen tegenkomen op een terras, in een café. Het had zelfs mijn zoon kunnen zijn.” Zou het toeval zijn dat Baudewyns zoon zélf piloot is geworden?
Zus Martha
Van Spindler werd niets meer gehoord. Hij werd naar het ziekenhuis in Sint-Gillis gebracht, een Duits oorlogsziekenhuis waar hij overleed. Zijn familie vroeg zich tot nu af wat er met hem was gebeurd. Tot Baudewyns naar Martha belde – de nog levende zus van Billie, in de VS.
“Dat was werkelijk machtig. Dat ik een oude, bejaarde dame nog nieuws kon geven over haar broer. Dat hij nog leefde, toen hij op de grond landde. Martha en haar familie werden pas jaren later op de hoogte gebracht van het ongeluk. Je moet weten, die Amerikaanse administratie was veel slordiger dan die van ons. 'Omgekomen in een crash', stond er. Ze heeft me de documenten die ze kreeg nog doorgestuurd. Het ging zelfs over een verkeerd vliegtuig. Die vrouw was zo blij dat ze wou meebetalen aan ons herinneringspaneel in het park. Dat was natuurlijk niet onze bedoeling.”
Ook vandaag is de horror van de oorlog altijd wel ergens ter wereld nog dichtbij, vindt Baudewyns, al wil hij niet de nadruk leggen op de negatieve kant van het verhaal. Maar het vliegtuig neergehaald boven Oekraïne in 2014? Zelfde principe, zegt Baudewyns. “En ik hoef je niet te zeggen hoeveel mensen in Brussel weten wat oorlog is. Dus uit zo'n oorlogsverhaal moet je lessen trekken - het verbindt ons in de zekerheid dat we dat nooit meer willen.”
Vanaf nu leeft de ploeg van Joseph Semes Van Dyke dus verder, op dat klein stukje Brussels groen waar de jongens 77 jaar geleden uit de lucht vielen. En dat dankzij een kleine jongen die zijn hele leven bleef voortvertellen wat hij die dag aan de kerktoren zag.
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Samenleving , WO II , Scheutbospark , vliegtuigcrash
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.