24 uur observatie op het Flageyplein

Christophe Degreef
© Brussel Deze Week
06/09/2009
Het ligt er nu een jaar, het nieuwe Flageyplein. Een jaar van vele vetvlekken, tags en stukgeslagen glas. Maar ook een jaar van mensen op het plein, pleingebruikers, die zich gewoon willen amuseren en die het Eugène Flageyplein willen gebruiken waarvoor het ontworpen is: om elkaar te ontmoeten. Voor de zomer ten einde loopt, pennen wij graag onze indrukken van een etmaal neer.

De klok rond op het Flageyplein vertoeven, dat heb ik mezelf opgelegd. Op een plein dat na een jaar al heel doorleefd, heel gebruikt is. Maar 's ochtends, zo rond een uur of zeven, is het nog bijzonder rustig en relatief proper op het Flageyplein. Een schoonmaakploeg van Net Brussel doet zijn werk, de omgeving ontwaakt langzaam. Aan de wolken te zien wordt het een mooie dag. Het roze van de lucht heeft het blauw nog niet helemaal verdreven.

Ik vat post op het stuk van het plein waar de houten banken krommen. Klaar voor 24 uur observatie.


Het begin, 7.06 uur

Trammetjes passeren denderend, waardoor de grond trilt. Bij het begin van deze reportage is er sprake van enige seismische activiteit te Flagey, Elsene.

Ook zijn er enkele vroege lopers op pad. Het ochtendfris sterkt velen in hun overtuiging dat er op vroege uurtjes leven mogelijk is.

Goud, 8.05 uur

De zon breekt door. Goud verlicht het plein. Tijd voor koffie. Het aantal pleingebruikers neemt gevoelig toe. Waarschijnlijk is er een mooi schema van te maken, wanneer mensen over het plein benen op weg naar werk, geliefde of terug van een uitgelopen (uit de hand gelopen?) feestje.

Een halfuurtje later vindt een eerste opmerkelijke sociologische omslag plaats: rond halfnegen begint men het plein te gebruiken als plaats om te lummelen, halt te houden en te zitten. Te wachten, kortom.


Jacques, 9.15 uur

Een man met een witte korte broek, bruine kostuumvest en dito hoedje met jagerspluim sloft over het plein.

Vooral de diagonale tracés zijn in trek bij pleingebruikers. Alsof mensen van nature een zekere pleinvrees hebben, en niet rechtdoor het plein durven over te steken.

Ondertussen tel ik de steentjes die vandalen uit de boombakken hebben geschraapt.

Een man met wandelstok en boek komt dichterbij. Een bankje geeft hem steun om even uit te blazen. Hij kijkt verstrooid naar de grond, en weer naar het plein. Dan naar mij. "Werk jij voor Brussel Deze Week ?" vraagt hij.

Sommige pleingebruikers vertellen graag hun verhaal. Zo ook Jacques. "Vroeger was ik caféhouder van het in Brussel bekende café Het Vermoeden. Dat was in de revolutionaire tijden, de jaren 1970. Plezante tijden, maar ik heb mijn café laten verkommeren. Vervolgens heeft de baas van de Falstaff me, een beetje uit medelijden, aangeworven als kelner."

"Over mijn periode in de Falstaff heb ik nog een goeie anekdote. We hadden toentertijd twee vaste klanten, ouwe dametjes, zussen, die altijd met de taxi voor de deur werden afgezet. Telkens vroegen ze twee spuitwaters en de kaart, waaruit ze dan vaak de dagschotel kozen. Op een dag weer van 't zelfde. Het dagmenu begon toen met soep, tot plots een van die dametjes boven haar bord doodviel. Gedaan."

"Flikken gebeld, flikken langsgeweest met zo'n tent erover, terwijl het caféleven gewoon verder ging. Enfin, dood of niet, haar zus was er nog altijd, dus die dag moest ik noodgedwongen een halve rekening maken. Dus ik naar haar zus: 'Ja mevrouw, door de dood van uw zus vandaag een halve rekening...' En weet je wat dat mens antwoordt? 'Et aujourd'hui, c'était à elle de payer...' "

Kapotte ruitjes, 12.41 uur

Uren zijn voorbijgegleden. De zon begint te blakeren, en de weerkaatsing op het grijze arduin doet pijn aan de ogen. Plots sirenes, een brandweerwagen en een politiecombi, die zich naar een leegstaand gebouw in een zijstraat van het Flageyplein begeven. Snel wordt de brandweerladder naar boven gehesen, maar er is niets aan de hand, want de brandweerlui beginnen her en der aan de voorgevel van het gebouw ruitjes stuk te slaan. Wegens gevaar.

Ondertussen komt dezelfde zwerver voor de vierde maal om een sigaret bedelen.

Snakeboard, 13.05 uur

Mijn blik valt op een jongen die zich staande probeert te houden op een vreemdsoortig skateboard. Het blijkt om een snakeboard te gaan, een skateboard met twee helften die kunnen draaien.

De bestuurder ervan heet Jochem en is kunstenaar. Hij studeert aan Sint-Lukas. "De ideale verpozing tussen twee herexamens door," zegt de pleingebruiker.

Op het plein zijn enkele meisjes ondertussen bezig met mensen lastig te vallen voor Child Focus. Lastigvallen is misschien een zwaar woord, want zelden vrijwilligers gezien die op die manier met mensen omgaan. Toch hier ook het bekende resultaat: zodra iemand een meisje met een wit T-shirt en klembord in de mot krijgt, zet die het op een lopen.

Fascinerend, dat menselijke gedrag. Op het einde van de dag gaan de meisjes zelfs achter de weglopers aan.

Het eeuwige, 14.00 uur

Ik word uit zware overpeinzingen gehaald door een zwarte man die zegt: "Ik ben evangelist, mijnheer. Wist u dat alles op aarde tijdelijk is, en alleen God het ware streven, het eeuwige is? Alles na dit leven op aarde, dat telt pas echt."

Is er ook leven na 24 uur op dit plein? "Mocht het u interesseren, u bent altijd welkom in mijn kerk," besluit de evangelist.


Boog, 15.06 uur

Wist u dat de arduinen stenen van het Flageyplein niet zomaar in een schuin patroon zijn geplaveid, zoals men geneigd is te denken? Nauwkeurige observatie leert ons dat ze in een lichte boogvorm zijn aangelegd. U moet het maar eens controleren.

Stilaan raakt het plein voller. En worden de zwervers dronken. Maar sociaal, dat is het plein zeker. Gezellig zijn de groepjes mensen die er bewegen, lummelen, voetballen.



Spion, 17.00 uur

Op het einde van de werkdag krijg ik gezelschap van de drie Child Focus-meisjes. Volgens hen ben ik een spion.

Pardon? "Je hebt de hele dag van plaats zitten wisselen, zitbank tot zitbank, dus wij denken dat je ons observeert om te zien of we ons werk wel doen."

Ze hebben hun werk, zoals eerder vermeld, zeer goed gedaan. En ik moet hen teleurstellen: ik resideer een dag op het plein voor een reportage. Nee, teleurgesteld zijn ze niet.

Vijftig minuten later vraagt iemand me of het mogelijk is om alleen het schermpje van een kapotte gsm te vervangen. Het plein begint aardig vol te lopen, en ik doe een tweede opmerkelijke sociologische vaststelling: het bier wordt bovengehaald. Her en der beginnen groepjes jongeren zich op het plein te nestelen. Niet meer op de zitbanken, maar in het midden, pardoes op de grond.

Het plein is op zijn allersociaalst rond halfacht, wanneer de bierstromen erover beginnen te vloeien.

Enkele details nog: de boompjes hebben cijferplaatjes, en er staat één mooie graffititekening op een van de arduinen banken: een verzameling embryo's aan navelstrengen, met de tekst: 'Am I alone?'



Licht, 20.57 uur

De lichten springen aan. De zon is een uur geleden al van het plein verdwenen. Het licht is weldadig, want het plein begon een tikkeltje louche te worden.

Groen, 23.15 uur

Komt er een zware nacht? Damp stijgt op van het plein. Café Belga draait op volle toeren - dat bewijst het geluid van vallend glas, gevolgd door menselijke vreugdekreten op deze heuglijke gebeurtenissen.

De damp wordt veroorzaakt door groepjes jointrokende jongeren. Het enige groen op het plein wordt dus in sigaretten gedraaid, maar dat is bijzaak. Kwalijk zijn ze niet, die rokers.



Glas, 3.00 uur

Het terras van café Belga is een puinhoop, het glas ligt al op de rijweg. De geur op het plein is er een van decadentie. Een groepje Engelssprekenden baant zich zingend een weg door de stad. Maar ook Belga kent een sluitingsuur.

Plots een luide knal op de Boondaalsesteenweg. Een dame is met haar wagen over de kop gegaan, en daarbij heeft ze drie geparkeerde wagens mee beschadigd. Bij één geparkeerde wagen steekt zelfs een stuk van haar wagen uit de bumper.

Bekomen van de crash wordt ze een dancing binnengeleid. Ze is dronken. Verbazing stijgt op, want hoe doe je dat, in zo'n smalle straat over de kop gaan? Gsm's worden bovengehaald, hier heeft de verzekering een vette kluif aan. Zo ook enkele fuifgangers, die gewillig poseren voor de gecrashte bolide. Morgen op Face­book.

Ik heb me ergens boven het plein genesteld. Waar, dat zeg ik niet. De observatie vanhieruit is prachtig, net een film. Al valt er na drie uur des nachts niet veel meer te observeren, een occasionele voorbijganger niet te na gesproken. De stad is op haar best vanuit vogelperspectief.

De lichtjes van de Financietoren zijn zichtbaar. Overdag is het licht wit boven aan de antenne, 's nachts rood. Dat is nu eenmaal zo. De stad ademt rust.



Zilt, 5.15 uur

Nacht evolueert in dag: het ochtendrood biedt zich aan in het oosten. Later zal het plein in een blauwig licht baden, zo zuiver dat je ervan kan drinken. Maar koud, ijselijk koud.

De opgestapelde geur van decadentie maakt plaats voor een iets frisser parfum, zilt zelfs.

Om 7.06 uur exact maak ik me uit de voeten. Ik heb geen slaap gehad. Alles is zo geprogrammeerd om opnieuw te beginnen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni