Aantal studenten met OCMW-steun in tien jaar verdriedubbeld

In tien jaar tijd is het aantal studenten dat steun krijgt van het OCMW meer dan verdriedubbeld in Brussel. Een wet uit 2002 en de economische crisis liggen aan de basis van die stijging.

In heel het land is het aantal studenten dat OCMW-steun krijgt, verdriedubbeld sinds 2002. In Brussel is de stijging het meest spectaculair; daar steeg het aantal met 225 procent, schrijft Le Soir zaterdag.

In 2002 kregen 1.272 studenten in het gewest steun, vandaag gaat het om 4.521 mensen. Over heel het land kloppen 17.511 studenten bij het OCMW aan.

De economische crisis speelt daarbij een rol, maar de oorzaak van de stijging is volgens de krant vooral te vinden in een wet van 2002. Daarin werd gestipuleerd dat studenten een maandelijkse toelage van 785 euro konden krijgen, als ze een voltijdse opleiding startten of hernamen, "met het oog op een verbeterde professionele situatie achteraf". De maatregel was voornamelijk bedoeld voor jongeren onder de 25, maar op basis van het dossier kunnen ook oudere kandidaten de toelage krijgen.

"De betrokken studenten hebben heel uiteenlopende profielen", zegt Anita Mathieu van de sociale dienst van de ULB. "Het kan gaan om jongeren van wie de ouders zelf OCMW-steun krijgen, om weeskinderen of kinderen met een verslaafde moeder. We zien ook meer en meer meisjes van buitenlandse afkomst die tegen de zin van hun vader verder willen studeren."

Niet iedere student die een aanvraag doet, krijgt echter automatisch de toelage. Elke OCMW beslist geval per geval, en dat kan willekeur opleveren. Zo is er volgens Le Soir bijvoorbeeld een OCMW in het gewest dat weigert een toelage toe te kennen als de studierichting van de student niet naar een knelpuntberoep leidt. Daarom wordt er meer en meer gepleit voor uniforme richtlijnen om de dossiers te beoordelen.