Energiegemeenschappen, waarbij Brusselaars overtollige elektriciteit met hun buren delen, zijn in trek in Brussel. De Facilitator Energiedelen en Energiegemeenschappen ontving al een 200-tal projectvoorstellen.
Al 200 voorstellen voor een Brusselse energiegemeenschap
Wie groene energie opwekt en meer elektriciteit produceert dan verbruikt, verkoopt die overschotten automatisch aan het net. Die energie kan ook op een andere manier herbestemd worden, bijvoorbeeld in een energiegemeenschap. De overtollige elektriciteit wordt dan verdeeld onder de leden die zelf niet de middelen hebben om zonnepanelen te installeren. Dat kan binnen hetzelfde gebouw of tussen verschillende gebouwen. En dat tegen een voordelig tarief voor zowel producent als consument.
In 2020 ging al een aantal proefprojecten van start. De eerste was een kleuterschool in Ganshoren, die zonnepanelen op het dak installeerde om de opgewekte energie met buurtbewoners te delen. Dankzij het initiatief bespaarde de energiegemeenschap tussen januari en juni 2022 3.200 euro op hun energiefactuur. Voor het project Marius Renard delen 50 bewoners van een mede-eigendom in Anderlecht een warmtekrachtkoppeling op aardgas, die gelijktijdig warmte als elektriciteit opwekt en daardoor minder CO2 uitstoot.
De lopende projecten stammen nog uit de tijd dat er geen wettelijk kader bestond voor energiegemeenschappen in het gewest. Sinds eind april is dat anders. “Dankzij het wettelijke kader kunnen zulke projecten breed uitgerold worden in het gewest,” zegt Benjamin Wilkin, directeur van de Facilitator Energiedelen en Energiegemeenschappen, de instantie die ondersteunt bij het opzetten van een energiegemeenschap. “We hebben vandaag al zo’n 200 voorstellen ontvangen.”
Voorwaarden en formaliteiten
Toch is het niet zo dat Brussel pakweg volgende maand 200 energiegemeenschappen zal tellen. Volgens Wilkin neemt het opzetten van zo’n gemeenschap doorgaans een jaar in beslag omdat er voorwaarden en formaliteiten aan vooraf gaan.
“Er moeten eerst leden worden gevonden, dan moeten er afspraken komen rond de verdelingssleutel en de prijzen, en er moet een gemeenschappelijke teller worden geïnstalleerd. Als er nog geen systeem is om hernieuwbare energie op te wekken, moet dat ook worden opgezet,” legt Wilkin uit.
Daarnaast moet de energiegemeenschap als vzw of vennootschap worden ingeschreven en erkend worden door de overheid en Brugel, de instantie die energie in Brussel reguleert. Een belangrijke voorwaarde voor een vergunning is dat de motivatie sociaal en ecologisch is en niet om de financiële voordelen gaat. Energiegemeenschappen zijn er voor wie zelf niet kan investeren in hernieuwbare energie als zonnepanelen.
Een laatste voorwaarde is dat de leden autonomie hebben. “De gemeenschap mag niet door één persoon geleid worden, maar door heel de gemeenschap. Het blijft ook vrijwillig: deelnemers kunnen komen en gaan wanneer ze willen, net zoals je vrij van energieleverancier mag veranderen,” zegt Wilkin.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , energiegemeenschap , Brugel , Benjamin Wilkin , Nos Bambins , Marius Renard