De tewerkstellingsgraad van alleenstaande Brusselse vrouwen van Belgische origine toont dat een gezin combineren met werk moeilijk is. Maar voor vrouwen van buitenlandse origine is de situatie op de arbeidsmarkt nog penibeler. Dat maakt de Brusselse arbeidsbemiddelingsdienst Actiris dinsdag bekend naar aanleiding van de Internationale dag van de Vrouwenrechten.
Alleenstaande vrouwen met buitenlandse origine minder aan het werk in Brussel
In Brussel is één gezin op de drie een eenoudergezin, terwijl dat gemiddeld één op vier is in het hele land. In 80 procent van de gevallen zorgt de moeder alleen voor de kinderen. Uit de tewerkstellingscijfers blijkt dat het voor een alleenstaande vrouw moeilijk is om gezin en carrière te combineren.
Onder de alleenstaande moeders van Belgische oorsprong heeft 71 procent een job, terwijl getrouwde of samenwonende vrouwen met kinderen in 83 procent van de gevallen werken. Het cijfer van alleenstaande vrouwen met een job duikt naar 44 procent voor vrouwen afkomstig uit een land van de Europese Unie en daalt zelfs naar 38 procent bij alleenstaande vrouwen met origine buiten een EU-land.
Diploma helpt weinig
Een diploma hebben, helpt helaas weinig. Volgens cijfers van het Koning Boudewijnfonds werkt 31 procent van de beroepsactieve hooggeschoolde vrouwen met buitenlandse roots in slechte omstandigheden en voor een laag loon.
Er is ook positief nieuws: in 2018 vond 72,3 procent van de vrouwen onder 30 jaar met een hogeschool- of universitair diploma een job na inschrijving bij Actiris. Dat is meer dan hun mannelijke tegenhangers, waar 67,6 procent een job vond.
Het aantal vrouwen die zich inschrijven als zelfstandige steeg in de afgelopen tien jaar met 34,9 procent. Al is het wel zo dat er nog 2,5 keer meer mannen zelfstandige zijn in hoofdberoep.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , internationale vrouwendag