Amena uit Libanon: 'Ik weet niet of ik geïntegreerd ben'
'I n Libanon woonde ik in Beirut, de hoofdstad, maar nadat mijn ouders gescheiden zijn, trok ik enkele jaren bij mijn grootouders in. In een dorpje in de buurt van Baalbek zat ik vier jaar lang op internaat. Dat was een groot verschil met de stad. Mijn moeder woonde toen nog steeds in Beirut. Ik voelde dat ik het beter had dan de andere kinderen van de school. Het speelgoed dat ik van mijn moeder kreeg, was heel anders dan het speelgoed dat mijn leeftijdsgenoten kregen."
"Toen mijn ouders scheidden, heb ik zelf voor het internaat gekozen. De meeste kinderen op het internaat hadden het thuis niet zo breed. Een doorsnee gezin in Libanon op het platteland heeft zeven à acht kinderen. Het is een voordeel dat je je kinderen op internaat kunt zetten: ze krijgen er eten en onderwijs en het is er warm tijdens de winter."
"De meeste mensen die op het platteland leven, zijn boeren. Veel van de gewassen die ze planten, worden helaas niet verkocht. De laatste jaren heeft de bevolking daar vaak tegen geprotesteerd: Libanon importeert erg veel in plaats van eigen producten te gebruiken en te verkopen. De boeren moeten veel gewassen weggooien. Dat is de grootste oorzaak van armoede op het platteland."
Creatieve kinderen
"De meeste kinderen van het internaat gingen om de twee weken één weekend naar hun ouders. Ik ging meestal om de week naar mijn ouders: het ene weekend naar mijn vader en het andere weekend naar mijn moeder. Wanneer ik naar mijn vader moest, trok ik naar mijn grootouders. Dat waren geen boeren, mijn opa is imam. Ze hadden het iets beter dan de doorsnee inwoners van het platteland, maar ze zijn zeker niet rijk."
"Mensen op het platteland gaan niet vaak op café, zoals mensen in de stad wel doen. Ze blijven graag bij hun familie. Ik was dat niet gewoon, ik was altijd aan het zagen omdat ik wou winkelen (lacht). Samen eten was voor hen heel belangrijk. In de stad hebben we daar geen tijd voor. Mijn ouders werkten, ik ging naar school. Voor mensen op het platteland daarentegen was praten erg belangrijk. Wij praatten 's avonds niet, wij keken naar televisie."
Bomen, gras en groen
"Nu hebben kleine kinderen Playstations, maar je ziet ze nooit echt spelen. Zelfs als je naar een speeltuin gaat, staan er overal grote speeltuigen. Maar echt spelen doen kindjes niet meer, dat vind ik een hele grote verandering. Kindjes in het dorp hadden nog de neiging om creatief te zijn en om zelf allemaal leuke spelletjes uit te vinden, bijvoorbeeld gewoon met stenen die ze op de grond vonden."
"Omdat mijn vader hertrouwde met een Belgische vrouw, besloot hij naar België te verhuizen. Ze zijn in Brussel komen wonen, aan Clemenceau. Ik besloot om mee te gaan. Met een diploma uit Europa heb je nu eenmaal meer kansen om werk te vinden in Libanon en daarmee verdien je meer geld. Toen we verhuisden, was ik zestien jaar oud. Ik kon direct beginnen met Onthaalonderwijs Anderstalige Nieuwkomers (OKAN), een klas in Brussel voor nieuwkomers uit alle windstreken. Daar heb ik zes maanden lang Nederlandse les gevolgd. Later ben ik op kamp geweest, een animatorcursus in Gent, die drie maanden duurde. Dat was een grote stap, want ik moest er Nederlands spreken. Het jaar daarop volgde ik gewoon de lessen mee, in het vijfde middelbaar wiskunde-wetenschappen."
"Op school heb ik niet echt veel vrienden gemaakt. Ik vind dat Vlamingen veel meer dan buitenlanders die hier geboren zijn, openstaan voor nieuwkomers. Ik heb nooit echt begrepen waarom. Ik was de nieuwe en werd altijd gepest. Dat is wellicht omdat ik pas op latere leeftijd naar hier ben gekomen. Jongeren die een andere afkomst hebben en hier geboren zijn, zijn meestal niet zo trots op wie ze zijn, ik ben een echte buitenlander in hun ogen. Ze zijn bang om in mijn categorie geplaatst te worden. Dus nemen ze afstand om aan te tonen dat ze anders zijn. Ze willen zichzelf een andere identiteit aanmeten."
"Mijn vader wou graag een huis kopen. Hij vond een woning in een dorpje naast Charleroi, het is daar nog betaalbaar. Ik vond het heel erg om naar daar te verhuizen: ik ben een stadsmeisje en daar viel echt niets te beleven. Er was niets buiten bomen, gras en groen. Werkelijk niets was er bereikbaar: geen winkel, geen mogelijkheid om uit te gaan. Je moest tien minuten met de auto rijden naar de meest dichtstbijzijnde voorzieningen. Het was heel lastig om me te verplaatsen. Ik moest een kwartier stappen naar de trein en naar de bus. Ik nam nooit de bus, omdat ik het systeem niet begreep, dus gebruikte ik enkel de trein. Ik kende niemand in de buurt in het dorp. Mijn probleem is wellicht dat ik geen Frans spreek."
Speciaal traject
"Toen ik op het platteland woonde, kwam ik altijd met de trein naar school. Ik moest iedere dag twee uur naar Brussel en twee uur terug pendelen. Ik had geen tijd voor andere dingen. Ondertussen moest mijn schoolwerk ook gemaakt worden. Ik zit in een zware richting: wetenschappen-wiskunde. Nu zit ik in het laatste jaar. Het vijfde middelbaar heb ik twee keer gedaan, het was echt niet gemakkelijk. Tien van de zestien leerlingen van mijn klas zijn niet geslaagd."
"In onze school zitten er leerlingen van 47 verschillende nationaliteiten. De taak van de leerkrachten is niet zo eenvoudig, maar ze zijn erg vriendelijk en ze helpen nieuwe leerlingen goed op weg. Niet enkel met studeren. Ze helpen met alles wat iemand nodig heeft om de eerste stappen te zetten in een nieuw land of in een nieuwe omgeving. Iedere leerling heeft heel veel meegemaakt. De leerlingenbegeleidsters doen meer dan wat er van hen te verwachten valt. Toen ik gepest werd, hebben ze enkele keren een groepsgesprek georganiseerd om de pesterijen te laten stoppen. Dat is gelukt."
"Ik had problemen thuis, met mijn stiefmoeder. De leerkrachten hielden gelukkig altijd rekening met mijn moeilijke thuissituatie. Soms kreeg ik een inhaaltaak of een andere taak. Vorig jaar heb ik het vijfde jaar een eerste keer gedaan en was ik maar voor enkele vakken geslaagd. Die moest ik het jaar daarop niet opnieuw volgen. Ik mocht een speciaal traject afleggen, dat de school voor me had uitgestippeld. Tijdens de vrije uren volgde ik Nederlandse les en kon ik nog extra studeren. In mijn vrije tijd studeer ik en werk ik, en ik lees heel graag. Ik ga niet vaak uit. Eigenlijk ga ik niet heel gemakkelijk met mensen om. Vrienden van mijn leeftijd heb ik niet. Ik weet niet of ik geïntegreerd ben."
Alles kwijt
"Ik heb altijd gewerkt, ook tijdens mijn vakanties, twee maanden lang. Ik werkte omdat ik alleen wou gaan wonen, en omdat ik terug naar Libanon wou gaan. Ik wou niet meer afhankelijk zijn van het zakgeld van mijn vader. Ik ben terug naar Brussel verhuisd om zelfstandig te wonen, de huur betaalde ik volledig zelf. Het appartement vond ik via een secretaresse op school. Ik woonde er helemaal alleen, vijf maanden lang. Overdag ging ik naar school, 's avonds studeerde ik. Voor mij was dat een ideaal ritme. Dat was een fijne tijd, alhoewel er wel problemen waren met mijn appartement. Ik had geen huurcontract, mijn huisbaas had nooit tijd voor me als ik hem belde om de papieren in orde te krijgen. Hij heeft me uiteindelijk gevraagd om weg te gaan. Plots stond ik op straat en moest ik op zoek naar een nieuw appartement."
"Via internet vond ik een appartement dat er heel mooi uitzag met een grote inboedel. Bijna te mooi om waar te zijn! Contact met de eigenaar had ik enkel via mail, via zijn bedrijf dat in Londen gevestigd is. Ik moest eerst de huurwaarborg betalen en daarna zouden ze de sleutels opsturen. Maar ze hebben de sleutels natuurlijk nooit opgestuurd, het bleek fraude te zijn. Toen was ik alles kwijt. Ik heb mijn verhaal verteld aan de mensen van de jeugdbeweging waar ik actief was. Zo heb ik mijn huidige vriend, een leider van de jeugdbeweging, leren kennen. Ik woon nu bij hem in."
Met dank aan Welzijnszorg vzw.
Lees meer over: Evere , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.