Amina Hamma: 'Voor buitenlanders in Brussel is Nederlands vereiste'

De belangstelling voor het Nederlands in Brussel blijft stijgen, blijkt uit nieuwe cijfers van het Huis van het Nederlands. Onder de cursisten al jarenlang veel Marokkanen en Belgen van Marokkaanse afkomst. Bruzz portretteert er twee. Amina Hamma oefent Nederlands om een job te vinden, en ook wel uit liefde voor de taal.

Amina Hamma (34) uit Vorst is een Marokkaanse die negen jaar geleden voor een huwelijk naar België kwam.

Het huwelijk hield geen stand, maar ze liep hier wel een liefde voor het Nederlands op. In Marokko leerde Hamma al Frans en Spaans op school. Daarna studeerde ze zelf nog Duits bij, omdat ze naar Duitsland wou.

Toen Hamma in 2007 in plaats daarvan in België belandde, leek het haar dan ook vanzelfsprekend om Nederlands te gaan studeren. “Ik heb vier jaar les gevolgd. Ik heb de module 2.4 gehaald, daarna ben ik gestopt (4.2 is het hoogste niveau, red.).”

Conversatietafels
Hamma wilde voortaan vooral oefenen door te praten. “Daarom begon ik met conversatietafels. Als ik tijd heb, ga ik. Soms wel twee of drie keer per week, soms één keer per maand.” Ze helpt ook geregeld mee wanneer de (Nederlandstalige) school van haar nichtje en neefje uitstappen en activiteiten organiseert. Ze schreef al een keer een artikel voor Bru-taal, en won er een paar jaar geleden met het woord ‘genieten’ de verkiezing van het mooiste Nederlandse woord.

“Ik vind Nederlands een leuke taal, daarom wil ik nog verbeteren. Omdat ik al Duits kende, verloopt de studie zonder problemen. Nederlands en Duits lijken op elkaar.”

Bovenal wil Hamma graag een job vinden. “Voor Franstaligen die hier gestudeerd hebben en die hier hun hele netwerk hebben, doet het er misschien niet zo veel toe. Maar voor buitenlanders in Brussel is het heel belangrijk om beide talen te kennen.”

Tot nu toe heeft de zoektocht nog niets opgeleverd. Daarom past Hamma geregeld vrijwillig op kinderen van Nederlandstalige vrienden, en pikt ze zo nog wat op van de kleintjes. “Het liefst van al zou ik in de opvang van een school werken.”