Niet alleen etnische minderheden, maar ook politiemensen zelf geven aan dat etnisch profileren een realiteit is, waar nog te weinig aandacht voor is. Dat blijkt uit interviews die mensenrechtenorganisatie Amnesty International de afgelopen maanden voerde met een vijftigtal politieagenten uit het hele land en op verschillende niveaus.
Amnesty: te weinig aandacht voor etnische profilering binnen politie
De bevindingen zijn samengebracht in een rapport, "Je weet nooit met mensen zoals jij", dat vandaag/woensdag gepubliceerd is. Volgens de organisatie hebben zowel politie als politiek nog te weinig gedaan om discriminatie bij identiteitscontroles te voorkomen, detecteren en bestrijden.
Wanneer de politie iemand op straat controleert vanwege zijn of haar huidskleur of afkomst, zonder dat er een objectieve reden is om deze persoon tegen te houden, is er sprake van etnisch profileren. Volgens Belgisch en internationaal recht is dat discriminerend en verboden. Amnesty wijst erop dat het bovendien "slecht politiewerk" is.
50 procent
De helft van de bevraagde politiemensen erkende tegenover Amnesty dat etnisch profileren gebeurt. De wet schrijft onder meer voor dat er "redelijke gronden" moeten zijn voor een identiteitscontrole, maar Amnesty stelde vast dat politiemensen onvoldoende begeleid en getraind worden om die term naar het terrein te vertalen.
"Politiemensen moeten betere richtlijnen krijgen over de manier waarop ze identiteitscontroles moeten uitvoeren zonder etnisch te profileren," meent Wies De Graeve, directeur van Amnesty Vlaanderen. Een politie-inspecteur bevestigde aan de Amnesty-onderzoekers aan etnisch profileren te doen. "Maar ik weet niet hoe ik mijn job anders moet doen."
Registratie
Amnesty wijst er verder ook op dat er geen statistieken bestaan over het aantal controles, door wie ze uitgevoerd worden, waarom, waar, met welk resultaat en de achtergrond van de gecontroleerde mensen. "Registratie heeft in andere landen nochtans zijn nut bewezen," aldus De Graeve.
"Na de invoering van een registratiesysteem in een Spaanse politiezone halveerde het aantal controles ongeveer, terwijl de pakkans verdrievoudigde. Door te stoppen met etnisch profileren, stop je niet alleen met discrimineren, je verhoogt ook de effectiviteit van politiewerk."
Maar daarop wil minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA), bevoegd voor de politiediensten, niet ingaan. "Wij werken op basis van vertrouwen," klinkt het. "Als er fouten gebeuren, dan rekenen we op de interne sociale controle om dat te corrigeren en indien nodig te melden."
Buikgevoel
De mensenrechtenorganisatie interviewde 48 politieambtenaren uit negen politiezones in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Daarnaast spraken ze ook met medewerkers van het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon, de federale politie, de Vaste Commissie voor de Lokale Politie, Comité P, Unia en verantwoordelijken voor verschillende politieopleidingen. Er werden ook twintig mensen van etnische minderheden bevraagd over hun ervaringen met de politie en identiteitscontroles.
"Politiemensen die zich extreem focussen op bepaalde etnische groepen, hebben bovendien veel minder aandacht en tijd voor criminaliteit die door andere groepen van mensen gepleegd wordt, en dat zorgt voor een blinde vlek. Politiemensen moeten zich niet laten leiden door hun buikgevoel of vooroordelen, ze moeten zich baseren op specifieke, feitelijke criteria zodat ze eerlijk én doeltreffend kunnen werken."
Lees meer over: Brussel , Samenleving , politie , Jan Jambon , Amnesty International
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.