Analoge fotografie heeft geen toekomst meer

Steven Vandenbergh
© Brussel Deze Week
04/03/2006
Een mooie, analoge zwart-witfoto krijgt veel appreciatie. Nadenken over de foto, de charme van het ontwikkelen, de geboren creatie. Maar toch ligt de focus tegenwoordig zwaar op de digitale fotografie. De beroepsfotografe Christiana Mox (71) maakt haar eindbalans op.

'Kent u het liedje over 'dat oud winkeltje in Gent' van Louis Neefs? Het gaat over een winkel dat draadjes, lintjes, knopen en zo verkoopt. Wanneer een klant er terugkeert, treft hij er hetzelfde type knoop aan als wat hij daar jaren voordien had aangeschaft, maar nergens anders terugvond. De volgende keer staat hij voor een gesloten deur, met een aangeplakte begrafenismededeling. De eigenaar wordt die dag begraven. En zo voelt mijn situatie aan. Alsof ik achter mijn toonbank moet staan tot ik doodval."

Christiana Mox maakt de bittere vergelijking. Sinds jaar en dag leeft ze van de fotografie. "In 1936, nu zeventig jaar geleden, richtte mijn vader deze fotozaak op. Hij deed studiowerk en had een laborato­rium voor zwart-witfotografie. Door het vele werk ben ik mee beginnen te helpen op mijn zeventiende. Nu ben ik 71, maar ik kan niet stoppen omdat mijn pensioen te klein is. Daarbovenop komt nog de strijd met de digitale fotografie. Die palmt vrijwel al mijn klanten en inkomsten in."

Ooit was het anders. "Mijn vader, Prosper Mox, was een kunstliefhebber. Nadat hij met mijn moeder was getrouwd, huurden ze samen een huis op de Bergensesteenweg in Anderlecht. Op de zolder richtte hij een studio in om foto's te ontwikkelen. Twee jaar lang heeft hij dat gedaan. Nadien is hij lessen gaan volgen bij een andere fotograaf. Want toen werd die kennis nog doorgegeven van liefhebber op liefhebber. Een tijdje later zijn we dan verhuisd naar het nummer 1050 op dezelfde steenweg."

"In het begin hadden we veel werk met ons laboratorium. De foto's ontwikkelen, afdrukken, drogen, klasseren en er een boordje aan knippen. Boordje per boordje, een paar honderden per dag: een werk om van tegen het plafond te springen. Het duurde lang, soms tot een uur 's nachts, vaak twee keer per week. De foto's moesten klaar zijn voor de mensen, hé."

"In die tijd werkten we met grote glazen platen. Die werden eenmaal per week ontwikkeld. Vervolgens werden de foto's gedroogd en bijgewerkt: de wallen onder de ogen weghalen, putjes en sproetjes in het gezicht verbergen. Puntje per puntje, met behulp van een potlood. Als er nadien nog witte puntjes op de foto waren, namen we die ook onder handen. Een heus karwei."

"Toen mijn moeder in '59 stierf, stond ik plots in voor het hele huishouden. Dat betekende vader bijstaan en de zeven andere kinderen grootbrengen. Een hele verantwoordelijkheid op je vierentwintigste."

"We stuurden kleurenfilms - die kwamen er nog voor Expo '58 - naar de grote laboratoria ter ontwikkeling. Pasfoto's brachten het meeste geld in het laatje, aangezien er toen nog geen pasfotoautomaten bestonden. Mijn vader fotografeerde ook huwelijken, en af en toe maakte hij kunstwerken. Dat waren dan foto's van koppels of van jonge meisjes."

Het noodlot sloeg een tweede keer toe in '74 met de dood van haar vader. "Kort nadien ben ik overgeschakeld op zelfontwikkelende kleurenfilms. Pasfoto's werden direct bij ons ontwikkeld, kleurenfilms stuurden we naar een laboratorium. Tot de supermarktketens op de proppen kwamen met ontwikkeling van kleurenfilm. En dat was een harde slag in ons gezicht. Dáárvoor konden enkel fotografen plaatjes ontwikkelen, of films naar de laboratoria sturen. Die warenhuizen namen een groot stuk van onze broodwinning weg. De klant had meer keuze en de service werd goedkoper."

Niks kunstigs
Een andere, onderschatte factor is de diversiteit in de samenleving. Mox: "Bij andere culturen kennen ze minder de traditie van communiefoto's of langsgaan bij de fotograaf voor professionele foto's. Of ze nemen de foto's zelf. Dat gebeurt nu meer en meer, door de digitale fotografie. En dat heeft de echte doodsteek gegeven. Geen films meer, geen ontwikkeling meer, geen tijdverlies. Honderd foto's nemen in een korte tijdspanne, 'op de computer zetten' en op het scherm bekijken. Sneller, goedkoper. En dus geliefder. Voor een kleine fotograaf is er geen concurrentie mogelijk."

Beginnen met digitale fotografie is ook geen optie. "Ik ben al wat ouder, ik heb geen verstand van computers en ik zie het niet zitten om me daar het hoofd over te breken."

"De overschakeling is te snel gekomen. Wat moet ik met die dingen allemaal aanvangen? Bovendien hebben supermarkten een groter budget om hun aanbod uit te breiden. Hoe kan ik daar tegenop? En alsof dat niet voldoende is, heb ik ook nog pensioenproblemen. Toen ik met mijn vader samenwerkte, ben ik nooit ingeschreven. Dat was zo in die tijd. Het gevolg is dat ik niet 'lang' genoeg gewerkt heb om een volwaardig pensioen als zelfstandige te krijgen. Ik ben dus genoodzaakt om voort te doen. Een paar films ontwikkelen, een fototoestel verkopen, maar zelfs dat vlot niet. Het enige wat nog in trek is, zijn mijn laatste fotoapparaten, die verzamelaars opkopen."

"Ik doe het nog altijd graag, maar toch zie ik de toekomst somber tegemoet. Vroeger was het schoner, beter en plezanter. Snelheid, opening en afstand instellen, daar ging het om. Nu is het fototoestel meester van jou. Mensen nemen enorm veel foto's, waarvan de meeste niet eens bekeken worden. Er is niks kunstigs, niks speciaals meer aan. Het is de dood van de kunstfoto."

:: Fotomox, 02-522.21.18

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni