Anderlecht en Molenbeek tegen 'doorvoergarages'

Het is een unicum: de twee bonzen van de belangrijkste Brusselse partijen, Jacques Simonet (MR-PRL) en Philippe Moureaux (PS), lichten broederlijk een gemeenschappelijk project toe. Beide burgemeesters willen namelijk paal en perk stellen aan de overlast die de vele garages in de Heyvaertwijk teweegbrengen. Ze doen dat door de oprichting van een grensoverschrijdende Garagecel.

De Heyvaertwijk staat bekend om de vele, soms louche, tweedehandsautohandels. De wijk, die zich uitstrekt over Molenbeeks en Anderlechts grondgebied, telt zo'n honderd vijftig garages (negentig in Sint-Jans-Molenbeek en zestig in Anderlecht) die munt slaan uit het oplappen en verkopen van wagens. Op zich is dat niet erg, ware het niet dat ze voor overlast zorgen in de wijk. Het heikelste punt zijn de auto's die de garagisten 'tijdelijk' op straat parkeren. Andere, minder voorkomende pijnpunten zijn geurhinder van benzine of verfdampen en uitlaatgassen, beschadiging van de wegen, grondvervuiling en het niet-naleven van de sluitingstijden.
De gemeenten dragen een grote verantwoordelijkheid in de controle van de garages. Ze kennen onder andere milieuvergunningen toe aan garagisten met een wagenpark kleiner dan vijftig stuks, en ze controleren of de zaken aan al de reglementeringen voldoen. Maar in dit specifieke geval ligt de betrokken wijk net op de grens van twee gemeenten, en wat doen twee burgemeesters dan als ze toevallig ook nog eens politieke rivalen zijn? Euh, samenwerken.

Jacques Simonet (MR-PRL, Anderlecht) beloofde in zijn beleidsverklaring dat het nieuwe bestuur, met de PS als coalitiepartner, nauwere banden zou aanknopen met Molenbeek. De ondertekening van het samenwerkingscharter om een gemeenschappelijke Garagecel op te richten, is de eerste concrete stap, "maar we zullen zien of de samenwerking uiteindelijk wel zal lukken," zegt Philippe Moureaux (PS, Sint-Jans-Molenbeek) er met een knipoog bij.

Helemaal nieuw is zo'n Garagecel niet. In 2001 richtte Molenbeek al een cel op, maar die richtte haar pijlen enkel op Molenbeek; van een coherente aanpak kon dus geen sprake zijn. De nieuwe cel krijgt een algemene coördinator van de gemeente Molenbeek, Anderlecht stelt een voltijds projectleider te werk en beide gemeenten zullen samen twee voltijdse medewerkers aanwerven. Hun belangrijkste taak wordt om toe te zien of de garages de reglementeringen inzake leefmilieu (milieuvergunningen, sluikstorten) en op stedenbouwkundig vlak naleven.

Een andere manier om de wildgroei van garages in bedwang te houden is controle op de boekhouding en zwartwerk of zelfs uitbuiting van mensen die hier illegaal verblijven. Het is de bedoeling dat de cel daarvoor nauw samenwerkt met andere gemeentelijke en gewestelijke diensten - zoals het Brusselse Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting (BROH) en het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) - en ook de politie en het parket. Op termijn moet de cel het aantal garages in de wijk beheersen en meer economische diversiteit creëren.

De Garagecel is in Molenbeek al een aantal jaar actief, en dat heeft zijn vruchten al afgeworpen. Het aantal dubieuze handelszaakjes werd er aanzienlijk teruggedrongen. Maar er vond een vreemde verschuiving plaats: ineens werden er koelkasten in de garages verkocht en naar Afrika verscheept, waar die uiteindelijk als gewone kasten dienst deden. Soms werden er zelfs auto's met een koelkast erin verkocht; de koelkast werd dan door de nieuwe eigenaar uit de wagen gekieperd. Ook zijn er handelaars die vanuit hun bestelwagen koelkasten in de wijk komen verkopen. "De oprichting van de Garagecel is een eerste fase van een heel plan. De problematiek zal verschuiven, maar we volgen ze nauwgezet op," zegt Simonet.

:: De Garagecel is bereikbaar op 02-410.92.99