Architect Bruno Erpicum kan in Brussel zijn hart ophalen
Goed verscholen in een Ukkelse villawijk, tussen Vanderkindere en Defré, in een doodlopende straat, staat een villaatje op een relatief klein terrein. Architect Bruno Erpicum heeft het volledig gestript en opnieuw aangekleed tot een comfortabele kubuswoning die baadt in het licht.
"Stel je een dokterswoning uit de jaren 1960 voor, met geëmailleerde beige bakstenen," zegt Erpicum. "Met petieterige ramen, een buitenproportioneel dak en een interieur in donkere kleuren en gekleurd glas als in een politiecommissariaat. We hebben het huis haast volledig gestript, het dak eraf gehaald, er zware isolatie tegen aangebracht en alle raamopeningen opnieuw getekend."
Het resultaat is een spierwit, haast spartaans naakt interieur, ontdaan van alle frutsels en met massa's licht, waar grondig is nagedacht over het leefcomfort. Tientallen ingebouwde kasten, een ruime vestiaire, een trap met een volle leuning in een sexy Corbusiaanse krul, drie slaapkamers met elk een badkamer, een lift. Het Ukkelse villaatje is vintage Erpicum.
In de monografie over Erpicum die zopas is uitgekomen in de A&D-reeks, wordt de lezer verblind door de luxueuze villa's aan kustlijnen over de hele wereld met interieurs die reminiscenties naar boven brengen aan de sixties: strak, wit, staal, zwembaden, cipressen. Toch bestrijdt Erpicum het idee dat het aangenamer is om een huis te bouwen op een zonovergoten terrein van een hectare dat al vanzelf ruimtegevoel creëert. "O neen. Brussel is veel boeiender. Er zijn ten eerste de afwisselende seizoenen, en ten tweede word je hier per definitie veel meer met een bestaande situatie wordt geconfronteerd. Deze villa in Ukkel bijvoorbeeld had ik wellicht voor dezelfde prijs kunnen slopen om een nieuwe villa te bouwen. Wij hebben ervoor gekozen om de bestaande ruwbouw te behouden."
Van de oorspronkelijke elementen is alleen de hal in natuursteen overgebleven. "Maar het behoud van het volume en de ruwbouw zet je aan het denken."
"Ik heb met deze verbouwing een stap willen zetten, terug in de richting van de bestaande Brusselse architectuur waar ik zo van hou," verklaart Erpicum. "De typisch Brusselse architectuur vangt voor mij aan in het classicisme van eind negentiende eeuw. Toen werden de huizen in serie gebouwd, bijna sleutel op de deur. De burgerij voegde er dan naar eigen zin en vermogen balkonnetjes en interieurelementen aan toe. En toen kwam de ezelsstamp van iemand als Horta, die de versieringen nog verder heeft doorgedreven. Maar bijna tegelijk kwam een andere beweging op gang die komaf maakte met de versieringen. Het waren verlichte geesten die de moed hadden om naar de essentie te gaan. De woningen, vooral in Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe, werden door de Brusselse bourgeoisie verketterd, maar voor mij is het de sensueelste architectuur, die de best mogelijke omgeving schept om in te leven."
Erpicum houdt ook van het vocabularium dat met de ontwikkeling van dat modernisme, schatplichtig aan Bauhaus en later Le Corbusier, in Brussel gehanteerd wordt: het eenvoudig cementeren van de gevel met cement van de betonmolen en daarna een witte verf erop, een techniek die hij ook bij zijn buitenlandse villa's heeft gebruikt. "Het is een weinig verheffende techniek, maar in haar eenvoud is ze juist erg mooi."
Erpicum ziet het huis als een karkas, vanbinnen en vanbuiten bekleed met een huid. De ramen, nu eens verticaal, dan weer horizontaal, vormen daarin het alternerende element. In deze villa in Ukkel zorgt dat voor een badkamer en een keuken met grote ramen die - later, als de tuin volgroeid is - uitkijken op schermen van groene bomen en struiken. Of hoe je ook in de stad een huis als in de jungle kunt bouwen.
Bloedend hart
Over wat er na de jaren zestig aan architectuur in Brussel oprees, is Erpicum minder te spreken. Hij wil liever niet te hard kritiek spuien, maar hij ziet bijvoorbeeld gemiste kansen in Louvain-la-Neuve. Een volledig nieuwe stad, maar van een bedenkelijke architectuur. Of nog: de Europawijk. "Berlaymont is na de renovatie nog oké, maar Justus Lipsius? Mijn hart bloedt als ik er langs rijd."
En toch vindt Erpicum dat over Brussel te meewarig wordt gedaan. "Het is een fantastische stad. Ook architecturaal. Al die verschillende stijlen die je hier ontmoet. Er is geen eenvormigheid, dat klopt, het is soms mooi, soms lelijk, maar dat is juist de kracht van Brussel. Tegelijk zijn wij Belgen te bescheiden. We beseffen te weinig de rol die Brussel speelt als Europese hoofdstad. We slaan een modderfiguur als hoofdstad van Europa, we slaan een modderfiguur met dat communautaire gekibbel, terwijl de verschillen in ons land juist zo'n rijkdom met zich meebrengen."
Passief
Erpicum heeft ook oog voor het milieu. Het huis in Ukkel is voor tachtig procent een passiefhuis, extreem energiezuinig dus. Er is een dikke laag isolatie tegen de buitengevel aangegaan. Twintig centimeter dik.
En honderd procent passiefhuizen bouwen? "Dat doen we al," zegt Erpicum. "Het is makkelijk. Wat je nodig hebt, is een grote tuin, voor de warmtekracht. De technieken bestaan, er zijn bedrijven die het installeren. Er is niets moeilijks aan. Het is 40.000 euro extra op het budget; alle jongeren zouden het moeten doen. En de banken zouden er makkelijk leningen voor moeten afsluiten."
Lees meer over: Ukkel , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.