Wat hebben de vijvers van Elsene, het Leopoldpark, het Marie-Louiseplein en het Josaphatpark met elkaar gemeen? Ze zijn allemaal verbonden door dezelfde Maalbeek, die aan de abdij van Ter Kameren ontspringt en pas aan de Van Praetbrug in de Zenne loopt. In het noorden van Brussel is er dan weer de Molenbeek, die achtereenvolgens door het Laarbeekbos, de moerassen van Jette, Ganshoren en het Koning Boudewijnpark stroomt.
Bas Smets, landschapsarchitect: ‘Zet in op beekvalleien’
“Water genoeg dus. Toch kijkt men bijna alleen maar naar de Zenne om dat water weer een prominente plek te geven in het stadsbeeld. Ook wij hebben dit met ons bureau grondig bestudeerd, maar zijn tot de conclusie gekomen dat de Zenne weer openleggen, misschien niet de prioriteit moet zijn.”
“Voor meer water in de stad, kunnen we veel beter inzetten op die beekvalleien. Die kunnen we – zoals vroeger – afbakenen met talloze waterpartijen: grote plassen, vijvers, fonteinen, bekkens en drassige gebieden, allemaal gevoed door het water van de beek, die bij voorkeur bovengronds loopt.”
“Om overstromingen tegen te gaan, komen daar best parken bij. Nu al is tachtig procent van het groen in Brussel gelinkt aan de beekvalleien. Dat is ook logisch: bossen en parken zijn natte gebieden, die het water op een natuurlijke manier stockeren voor het in de Zenne stroomt. Maar Brussel kan dit uitbreiden, en van de verschillende parkjes één groot netwerk van lineaire parken maken.”
“In een stad zonder duidelijke structuur bieden die lange, groene vingers houvast. Tegelijk zijn het nieuwe verbindingen tussen de verschillende stadsdelen, met fietspaden langs de beken, waar het vlak rijden is. Door in te zetten op de beekvalleien, leg je met andere woorden het latente landschap bloot, waardoor mensen een aanknopingspunt hebben, en opnieuw weten waar ze zijn.”
“Dat klinkt misschien niet slecht, maar is het ook betaalbaar? Jazeker. Het parksysteem is een oplossing die ook financieel steek houdt. Je hebt immers geen overstromingen meer, waardoor je kosten bespaart op het leegpompen van kelders of het aanleggen van grote ondergrondse bunkers. De logica van de natuur inzetten om problemen te voorkomen is niet alleen duurzaam, het is ook goedkoop.”
“De ontwikkeling van dit alles kan met verschillende snelheden. Elke beek kan als een apart project gezien worden. De Maalbeek weer blootleggen en de oevers bebossen zal misschien niet voor morgen zijn, maar bij de Molenbeek, de Neerpedebeek en de Vogelzangbeek is het wél vrij eenvoudig. Een centrale machtsstructuur of centraal beheer is daarbij niet nodig, samenwerking des te meer, want het water stopt niet aan de administratieve grenzen.”
“Geen centrale rivier dus zoals de Seine in Parijs of de Thames in Londen, maar acht stroomgebieden voor negentien gemeenten. Het zou een zeer hedendaags figuur zijn voor de hoofdstad, een heel nieuw beeld, waardoor Brussel eindelijk krijgt wat het verdient: een eigen smoel.”
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.