Praktijktesten tegen discriminatie moeten kunnen, maar enkel als een soort interne audit waarbij de werkgever op de hoogte is. Dat zegt Jan De Brabanter, secretaris-generaal van de Brusselse werkgeversorganisatie BECI. Hij reageert hiermee op de ordonnantie van Brussels minister Gosuin (MR) die zou toelaten om ‘mystery shoppers’ in te schakelen en zo bedrijven te testen op discriminatie bij aanwerving.
BECI: 'Enkel praktijktesten met medeweten ondernemer'
De Brabanter is zich bewust van het feit dat er nog steeds discriminatie is op de arbeidsmarkt, maar dat werkgevers daar steeds verstandiger mee omgaan. “Het zou dan ook een fout signaal zijn om discriminatie uitsluitend toe te schrijven aan ondernemers. Het is een probleem van de hele samenleving.”
"Ik heb niets tegen het sanctioneren van discriminatie", zegt De Brabanter, “Maar bij een 'mystery sollicitant' heb ik mijn bedenkingen. Ik ben er niet categoriek tegen, als het op vrijwillige basis gebeurt, met medeweten van de betrokken ondernemer.” Zo zou een werkgever op de hoogte moeten zijn, waarna hij kan instemmen om bijvoorbeeld de HR-dienst te laten onderwerpen aan zo'n test.
Het voorstel van Gosuin gaat echter verder. Als er een vermoeden is dat een bepaald bedrijf discrimineert, worden tegelijk twee CV’s verstuurd. Eén met een naam die buitenlands klinkt, één met een typisch Belgische naam. Indien herhaaldelijk blijkt dat het bedrijf discrimineert op basis van de naam, kan er een pv opgesteld worden.
Dat vindt De Brabanter delicaat. “Misschien werd de persoon van vreemde origine niet afgewezen omwille van zijn familienaam, maar omdat hij niet over de nodige competenties beschikt.” En als het om twee dezelfde cv’s gaat, waarvan alleen de naam verschilt? “Ik vraag me af of de juridische basis daarvoor voldoende sterk is”, zegt De Brabanter. “Want dan gaat het eigenlijk om valsheid in geschrifte.”
Lees meer over: Samenleving , Politiek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.