Bijt in Brussel trekt tweeduizend cursisten

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
15/12/2010
Nederlandse les volgen is één zaak, de taal ook kunnen oefenen en gebruiken is een andere, zeker in Brussel. Op de Bijt in Brussel Dag zetten liefst tweeduizend cursisten Nederlands als tweede taal een stapje in het Nederlandstalige culturele leven.

'H allo, ik ben Thomas, ik ben 26 jaar. Ik ben een succesvolle zwarte danser en ik ben momenteel in New York om een voorstelling te geven." Aan het woord is niet Thomas de zwarte danser, maar Antonia, een 42-jarige Brusselse met Italiaanse roots die al een poosje Nederlandse les volgt. Antonia is een van de tweeduizend 'studenten' die zich hebben aangemeld voor de Bijt in Brussel Dag die het Huis van het Nederlands en Uit in Brussel samen organiseren op initiatief van Vlaams minister voor Brussel Pascal Smet (SP.A).

De bedoeling van die dag is om de cursisten Nederlands de weg te wijzen naar plekken in Brussel waar ze het Nederlands in de praktijk kunnen brengen. De voorbije jaargangen werden georganiseerd op één centrale locatie in de Vijfhoek (het Brussels parlement, de AB, Bozar), maar dit jaar was er een programma in en rond zes gemeenschapscentra verspreid over heel Brussel.

Antonia is net als vele anderen naar De Markten in Brussel-centrum gekomen. Dat ze zich daar voorstelt als een zwarte danser, heeft alles te maken met de opwarmingsoefening van de workshop theater waarvoor ze gekozen heeft. Ze had bijvoorbeeld ook kunnen gaan 'skiën in het Nederlands' op de Anderlechtse kunstpiste, een bezoek brengen aan tvbrussel, FC De Kampioenen gaan bekijken en becommentariëren in GC Essegem, of quizzen in De Pia­nofabriek. Telkens is er ook een rondleiding in de instelling.

De spreiding van de Bijt in Brussel Dag had tot gevolg dat de talloze activiteiten nog sneller volgeboekt waren dan anders. Naar schatting twintigduizend mensen schrijven zich elk jaar in voor een intensieve cursus Nederlands bij een Centrum voor Volwassenenonderwijs of bij Brusselleer, zegt Fatima Aitabi van het Huis van het Nederlands. Het is een van de vele taken van het Huis om dat aanbod van cursussen te coördineren en te ondersteunen, en het succes van deze dag toont aan dat hij beantwoordt aan een belangrijke vraag. Aitabi: "Een van de zaken die de lesgevers vaak van hun studenten te horen krijgen, is dat ze eigenlijk niet weten waar ze met hun Nederlands terechtkunnen. En zelfs als ze het zouden weten, dan worden ze vaak geremd omdat ze hun taalkennis onderschatten. Ons project Bijt in Brussel probeert te zorgen voor doorstroming naar het grote Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in Brussel. Tegelijk sporen we er de Nederlandstalige cultuurinstellingen mee aan om zich aan dat nieuwe anderstalige publiek voor te stellen, bijvoorbeeld door in een toegankelijke taal te communiceren. Daarom organiseren we voor hun personeel vormingen 'Duidelijke taal'."

In de theaterzaal van De Markten evolueren de opwarmingsspelletjes stilaan naar halve en hele toneelstukjes. Docente An begeleidt haar instructies voor zover nodig met rudimentaire gebarentaal. Een van de enthousiaste deelneemsters is Béatrice. Ze is van Mexicaanse origine en woont al twaalf jaar in België. In Brussel bleek ze het weinige Nederlands dat ze aanvankelijk kon, niet vaak nodig te hebben. Ook in de banen die ze tot nu had, kon ze het stellen met Frans en Engels. Maar met het oog op nieuw werk wil ze het Nederlands beter beheersen, en dat lukt al aardig. Werk zoeken blijkt voor deze groep anderstaligen een belangrijke bron van motivatie, naast het begeleiden van (het huiswerk van) hun kinderen die naar een Nederlandse school gaan of het behalen van een attest voor de arbeidsbemiddelingsdienst of de inburgeringscursus.

Slagroom
Ondertussen worden er in de biblio­theek van Jette Brusselse wafels gebakken, net als in de ginds ruim voorradige strips van Nero. De bib van Jette ziet regelmatig mensen binnenkomen die niet vertrouwd zijn met het Nederlands en het huisreglement. Daarbij zitten steeds vaker mensen die ook geen Engels, Frans of Duits spreken. Ook hier wordt het initiatief dus hartelijk verwelkomd. De deelnemers krijgen zelfs een historische inleiding bij het fenomeen 'Brusselse wafel', en het recept staat in eenvoudige bewoordingen en met afbeeldingen van de ingrediënten op papier.

Terwijl het beslag rijst, krijgt de groep een rondleiding door de bib. Educatief medewerker Tom Op de Beeck heeft bij het Huis van het Nederlands zo'n cursus 'Duidelijke taal' gevolgd. 'Non-fictie' staat dus voor 'de verhalen die echt gebeurd zijn' en 'fictie' voor 'de verhalen die niet echt gebeurd zijn'.
Wat opvalt, is dat de meeste deelnemers vrouwen zijn. Lauriane Van der Eecken van het Huis van het Nederlands verzekert dat die verdeling in de taalcursussen zelf veel evenwichtiger is. Het zal dus vooral met het tijdstip (overdag) en de slagroom op de wafels te maken hebben dat hier vooral vrouwen aanschuiven.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Jette , Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni