Bisschop Kockerols: 'Zondagmis op wandelafstand niet meer van deze tijd'

Bettina Hubo, Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
27/03/2013
De Nederlandstalige Katholieke Kerk in Brussel kampt met een krimpende en snel verouderende geloofsgemeenschap. Jean Kockerols, hulpbisschop van het aartsbisdom Mechelen-Brussel, heeft een plan klaar voor een nieuwe organisatie van zijn Kerk. "Over twee à drie jaar moeten er tien tot twaalf centrumkerken overblijven."

H et gesprek met de bisschop vindt plaats enkele uren voor er witte rook uit het Vaticaan opstijgt en de naam van de nieuwe paus bekend wordt. Paus Franciscus komt dus niet ter sprake in het gesprek met de hulpbisschop. Aan zijn voorganger Benedictus bewaart Kockerols een opmerkelijke herinnering. "Toen ik aan hem voorgesteld werd, zei hij: 'Ah, Brussel, waar er zoveel problemen zijn.'" Kockerols geeft het toe: de Nederlandstalige Katholieke Kerk in Brussel verkeert in crisis. "Maar een crisis is niet noodzakelijk negatief. De hele Westerse wereld beleeft op dit moment een crisis: de economie, het gerecht, etc. In België heeft de Kerk veel geleden onder pedofilieschandalen, ze heeft enorm aan geloofwaardigheid ingeboet. In Brussel werd het aantal Nederlandstaligen daarenboven in enkele decennia herleid tot een kleine minderheid. Dat is een rouwproces. Zo verkrijg je een opeenstapeling van problemen - of beter gezegd - uitdagingen."

Moeten we spreken van een crisis van de Kerk of van het geloof?
Jean Kockerols: "Van allebei. Vele gelovigen hebben het geloof de rug toegekeerd vanwege de crisis in de Kerk."

Concreet: Hoe ernstig is het gesteld met Brussel?
Kockerols: "Ik durf geen cijfer te plakken op het aantal Nederlandstalige gelovigen, maar de meeste geloofsgemeenschappen in Brussel zijn heel klein. Hier en daar zijn er uitzonderingen. Langs de Westkant, in Jette bijvoorbeeld, valt het nog mee. En in het Centrum worden de Finisterrae- en de Bijstandskerk regelmatig goed bezocht. Maar dat gebeurt grotendeels door gelovigen uit de Rand. Het betreft mensen die op zaterdagmiddag in de Nieuwstraat geshopt hebben of mensen die vanuit Dilbeek of Sint-Pieters-Leeuw naar Brussel komen voor de kwaliteit van de viering. Want het moet gezegd: in Brussel kan je nog een echte mooie mis bijwonen".

Sommige Vlaamse gelovigen vrezen dat er straks geen missen in het Nederlands meer zullen opgedragen worden. Evolueren we naar tweetalige missen, zoals hier en daar al het geval is? Of naar het Latijn?
Kockerols: "Latijnse missen zijn niet de oplossing. Ik heb graag dat mijn gelovigen weten wat ze zeggen en dat ze niet zomaar iets aframmelen. Tweetalige missen zijn ook niet ideaal. Je kan je preek nooit exact fifty-fifty in de twee talen houden. Er zijn achteraf altijd mensen die klagen dat er te veel in het Frans of in het Nederlands gezegd wordt."
"Ik wil de toekomst van de Vlaamse missen garanderen, toch zeker op die plekken waar men duidelijk iets opbouwt, waar een beduidend, kwaliteitsvol iets ontstaat."

U wilt het aantal kerken dus afbouwen?
Kockerols: "Ik denk dat de kerkelijke organisatie anders moet aangepakt worden. We moeten niet langer proberen om overal, tot in de kleinste uithoek, aanwezig te zijn. Jezus zegt: 'Gij zijt het zout der aarde, gij zijt het licht der wereld.' De Kerk is geroepen om zowel licht te zijn, heel zichtbaar dus, als zout, een bescheiden substantie die smaak geeft aan het voedsel. Die merkwaardige paradox moeten we proberen te verzoenen."

Hoe ziet u dat in de praktijk?
Kockerols: "Binnen twee à drie jaar blijven er aan Nederlandstalige kant in Brussel tien à twaalf centrumkerken over, de zogenaamde lichtbakens. Daar wordt de zondagse eucharistie gehouden, met medewerkers voor het onthaal en met begeleiding van volwassenen en kinderen. Daarnaast moeten er plekken zijn, veeleer bescheiden, waar mensen in kleine groepjes samenkomen, dichtbij hun woning of op weg naar het werk. Ik denk aan gebeds- en gespreksgroepen, kapellen en aalmoezeniersdiensten van gevangenissen of ziekenhuizen."

Gaat dat niet op groot protest stuiten bij de huidige kerkgangers? De meesten zijn bejaard en klagen nu al dat ze zich verder moeten verplaatsen voor de zondagse mis.
Kockerols: "Ik heb respect voor oudere mensen. Ik wil die mensen dan ook niet shockeren of bang maken. Maar het is van moeten. Brussel telt 108 parochiekerken, evenveel als de Parijse binnenstad, terwijl daar toch dubbel zoveel mensen wonen. Om de 1300 meter is hier wel een kerk. We zijn verwend geweest, maar dat zal veranderen. Je moet nu ook al verder rijden om een goede bakker of krantenwinkel te vinden. Ik denk dat er solidariteit moet ontstaan, ook op dit vlak. Waarom groeperen de mensen zich niet om samen in één auto naar de kerk te rijden?"
"Het is niet zo dat de missen van de andere kerken meteen worden afgeschaft. Zolang ik over voldoende priesters beschik, kan de eucharistieviering daar nog enkele jaren behouden blijven."

Hoe gaat u die hervorming doorvoeren? Zal ze van hogerhand worden opgelegd?
Kockerols: "Ik probeer om niet autoritair te zijn. Ik heb een werkdocument geschreven om de discussie met de pastorale ploegen op gang te brengen. Ik hoop dat hun frank zal vallen, dat ze begrijpen dat de manier van gelovig zijn in kerkverband moet veranderen."

Als er tien of twaalf centrumkerken overblijven, zullen er op termijn heel wat kerkgebouwen op overschot zijn. Hebt u een plan om dit op te lossen?
Kockerols: "We gaan eerst de werking aanpassen en in functie daarvan kijken wat er met de kerkgebouwen gebeurt. Maar het is duidelijk dat bepaalde kerken beter een nieuwe bestemming krijgen. De enorme Sint-Hubertuskerk in Watermaal-Bosvoorde en de Sint-Katelijnekerk in Brussel-Stad zijn te grote, onbewoonbare gebouwen. Daar hebben we niets aan. Maar herbestemming is niet simpel. We hebben sinds anderhalf jaar een werkgroep die zich over het probleem buigt. Samen met het Gewest bekijken we wat er met die gebouwen kan gebeuren. Uitlenen aan katholieke gemeenschappen van buitenlandse herkomst bijvoorbeeld, zoals nu al gebeurt met de Kapellekerk. Of aan andere christengemeenschappen, tenminste als ze erkend zijn. Blankedelle in Oudergem wordt gebruikt door de International Protestant Church. Er scholen in maken is een andere mogelijkheid."

Waarom geen kerken ombouwen tot moskees?
Kockerols: "Ik denk niet dat dat mogelijk is. De verhoudingen tussen christenen en moslims hebben nog een hele weg af te leggen. Die relatie heeft een geschiedenis van oorlogen en spanningen en is daardoor nog te beladen."

Hoe moeilijk is het om de Kerk te laten opbloeien in een stad waar één op vier inwoners moslim is?
Kockerols: "Als christen voel ik me daardoor uitgedaagd, op een goede manier welteverstaan. Er zijn heel wat overeenkomsten tussen de christelijke en de moslimgemeenschap: het zijn allebei groepen van gelovige mensen die de stad delen. Het is dus van belang om bruggen te bouwen. Sommigen spreken over de interreligieuze dialoog. Het woordje dialoog is mij te sterk, ik heb het liever over ontmoetingen en het ontkrachten van vooroordelen."

Maar u wordt wel geconfronteerd met een groeiende moslimgemeenschap, die ook explicieter is in haar geloofsuitingen, terwijl de eigen Katholieke Kerk afkalft.
Kockerols: "Ik durf toch te geloven dat bij ons ook zaken bloeien, dat we iets opbouwen, uiteraard kleinschaliger en misschien minder expliciet. Maar het is onvoldoende, dat klopt."

Ook andere religies tieren welig in de grootstad, kijk maar naar de Pinksterkerken die als paddestoelen uit de grond schieten. Hoe komt het dat de Katholieke Kerk niet heeft kunnen profiteren van die spirituele hausse?
Kockerols: "De Katholieke Kerk heeft eeuwenlang in een context geleefd waar alles christelijk was: de scholen, de hele cultuur. Maar die tijd is voorbij. Te lang heeft men de zondagse mis als toppunt van het christelijke leven beschouwd en heeft men wat eronder ligt verwaarloosd. Wat naast de zondagse mis gebeurt, is nochtans van groot belang. Dat netwerk van kleine initiatieven, samen iets doen, de Bijbel lezen, bidden, geldinzamelacties voor de derde of vierde wereld, daar draait het om. De zondagse mis is noodzakelijk, maar niet voldoende om de Kerk levendig te houden."

Over die zondagse mis: er lijken in de Nederlandstalige Katholieke Kerk in Brussel niet zoveel pogingen ondernomen te worden om modern en eigentijds te zijn en om de jeugd enthousiast te maken. Waar is de tijd dat jongeren met elektrische gitaren en popmuziek de kerk in werden geloodst?
Kockerols: "In de jaren zeventig en tachtig werden inderdaad allerlei zaken uitgeprobeerd. Tegenwoordig onderneemt de Nederlandstalige Kerk nog weinig pogingen om het muzikale repertoire te moderniseren. In Jette probeert pastoor Dirk Vannetelbosch met missen in het Brussels en motorwijdingen een ander publiek aan te spreken. Daarmee opent hij een deurtje. Ik denk dat de eucharistievieringen vooral baat hebben bij meer stilte, momenten om een en ander te laten bezinken. Ook moet er meer fysieke beweging zijn. In de Nederlandstalige parochiekerken blijven de mensen veel te veel zitten. De houding in de liturgie is rechtopstaand, dat zie je op oude schilderijen."

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Jean Kockerols (Brecht, 1958) studeerde rechten aan de ULB en werkte vervolgens enkele jaren als maritiem jurist in de haven van Antwerpen. Ook was hij drie jaar vrijwilliger bij de Ark, een gemeenschap die gehandicapten opvangt. Pas toen hij dertig was, ging hij naar het seminarie. Vijf jaar later werd hij tot priester gewijd. Kockerols was parochiepriester in Etterbeek, Sint-Pieters-Woluwe en Ukkel. Twee jaar geleden benoemde de paus hem tot hulpbisschop voor Brussel. Kockerols is perfect tweetalig.

Kerk in ademnood

Terwijl allerlei religies floreren in Brussel, is het katholieke geloof er op zijn retour. Voor stedenbouwkundigen en erfgoedspecialisten vormen de lege kerken een echte breinbreker. Een dossier van Brussel Deze Week. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Kerk in ademnood

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni